De Beweging. Jaargang 15(1919)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] De vrede (Gedicht na lezing van ‘Het vuur’ van Barbusse) Door Nine van der Schaaf In de chaos Liggen de lijken. De onrustige gedachten, de weemoed, de wanhoop Waren daarom en de manschap, de levende, worstelt En wroet, bereidt zich ten doodskamp. - Maar ellende En hoogheid grijpen ineen, - een lach van bevrijdende humor Slaat neer op de leugens, de kleine, van pochende Maats, de groote, de wereldbeheerschende Leugens van pers en van leuzen. In de chaos: 't uur van het vuur, - en de harten Zijn stil, want de slagen dreunen vlakbij, de manschap Wijlt bij de dooden - niet lang - (heden hij, morgen ik) Maar zoekt heil bij een maat, een held, ondanks verbijstering Voelt men meer zuiver dan ooit wie er groot is: Een roemloos eenvoudige strijder. In de chaos - 't gerucht van een naam, Van een vreemdling, wordt tot een wonderwoord, - Broederschap over de grenzen - fluistert de sage, Koning van vrede, die roode vaan hief, verschijnt Aan die droomend even verwijlt bij het nu, eer hij sterft. [pagina 48] [p. 48] In het koud-vochte herfstland Poozen de levenden. Staamlen, verstijfd en verdwaasd. Staamlen - en richten hun tijd; - 't sombere heden Valt bij het woord der ellendigen. Steeds is de dreuning Nabij en de doodsstrijd nabij, doch hun geest Dwaalt ver weg en de adem van volkeren-vrede Stijgt uit het slijk waar zij poozen. Vorige Volgende