De Beweging. Jaargang 14
(1918)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 357]
| |
Tijdverzen
| |
[pagina 358]
| |
Het erfde en het bouwde idealen,
Scheen sterker hoe meer 't ondernam:
Omgesmakt zie het werk veler eeuwen,
Of 't speelsch uit de blokkendoos kwam.
Bloed-armoê beteekent - de Vrede;
Of - dank onderdanig geduld -
De Haat durft op overdoen hopen,
Op wraak, op verreekning van schuld?
En ontwaakt er geen hart, geen geweten?
Werd alle verstand stekeblind?
Komt er niemand erkennen: wij faalden?
Durft niemand bekennen: wij dwaalden?
Zie 't menschdom, het stuiptrekkend Kind!
September 1918. II ‘Duivelseiland’
Ballingseiland, onzaligste kerker!
Waar strafloos gekweld en gesmaad
Een DREYFUS naar eerherstel smachtte,
Naar zege over afgunst en haat -
Met een schok rees uw naam uit het duister,
Gevloekt ging hij rond en verdween;
Maar hoe keert hij, en blijft in gedachte,
Bij talloostal martlaars voor één:
Onverholen alom is de Booze;
De vogel ga op in zijn lied,
And're zang gaat in weeklachten onder -
En de aanklacht verkondigt zich niet.
| |
[pagina 359]
| |
Luid klonk zij - eerbiedig zij de echo
Bij jongeren mede-verstaan -
Toen onthulling van 't lichtschuwend Eiland
Het wereldhart sneller deed slaan;
Stoer klonk zij. Eén man stond een leger,
Bewijskracht bezwoer het geweld.
En thans - baart alzijdsche benauwing
Geen ridder die 't woord voert als held?
Geen mondigen burger met open
Verzet tegen heerscher en knecht;
Geen stem, die als weerklank zou wekken
De stem van een wereldgerecht?
- Ik beschuldig! was 't fier-onversaagde,
Was 't Reddingswoord van een ZOLA;
't Hart sprong op voor bevrijde en bevrijder...
Wie, dapper Genie! volgt u na?
Toen ging het om één onderdrukte;
Herhaalt zich, op schuddenden grond,
Om een Wereld die neêr wordt geslagen,
Het woord dat het wapen weerstond?
Speurt uw schim één manhafte verfoeiing
Van grootmachten, groot in het kwaad?
Vrijgeborene - blijft stilgebukte,
Schuw rechtsgevoel - deugd zonder daad.
En treurig vervolgt moeder Aarde,
Beschaamd om despoot en vazal,
Aldoor liefderijk, aldoor berooider,
Haar rondgang in 't statig Heelal.
| |
[pagina 360]
| |
Als een sprookje in den nacht van haar lijden,
Zola - man der Kunst, man der Faam! -
Blinkt uw daad van Verantwoording vragen.
Terugzien naar laatste' uwer dagen,Ga naar voetnoot1)
Herhalen althans doe 't uw Naam.
28 van Herfstmaand 1918. III De wereld in spanning
Europa, zittende op den Stier,
Werd afgeworpen in de dorens;
Wie stuit den woestling dol op hol,
Wie durft en pakt hem bij de horens?
- Ik sta hem! toont de Amerikaan,
Met witte zwaai-vlag toegeschoten;
- Hier, zuster! (wenkt hij) klim wêer op,
En zit gerust - ik bind zijn pooten.
IV Hoogste loon
Een plaats in 't hart der menschheid, de eeuwen door,
Blijk' WILSON's roem bij Vrede- en Vrijheids-gloor.
|
|