De Beweging. Jaargang 14(1918)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 187] [p. 187] Gedichten Door Marie Cremers I Wij zijn als boomen. - Zaden strooien wij achteloos, zooals het oogenblik het eischt. Waar zal de wind die fijne kiemen gooien? Zij fladderen en zinken naar zijn wil 't hun wijst. De boom geeft wat hij is - meer kan hij niet - en argeloos vergaat zijn bloem om vrucht te dragen. Voor wie? - waarvoor? - de vogel zingt zijn lied zonder naar wie zijn zang ontroert te vragen. Wat wij bestemden voor den een, baat vaak den ander. Het leven neemt en geeft wat ons niet hoort. Wij lachen, schreien, spelen met elkander, en strooien zaden - naar 't de wind bekoort. II Rust is slechts in de beschouwing. Nimmer kan het wisslend leven met zijn strijd en zijn benauwing ons de stille vrede geven, die de wonden heelt. [pagina 188] [p. 188] Niets is mijn! Alleen het beeld dat ik puur uit wat daar speelt langs en door mij, ongewis, in de levenswildernis, is als winst mij toebedeeld. III Een roekloos lied zingt in mijn hart, dat spot met eigen leven. De trommels rofflen: - vreugde of smart? Vooruit! is het woord, als staal zoo hard, koel en verheven. Niet omzien! Voorwaarts! is het devies, en of ik win of dat ik verlies, ik wil van alle dagen de wonden dragen. IV Een twistgesprek in het gewoel van andrer meening is niet mijn. Ik heb alleen mijn stil gevoel, dat niet gestoord wil zijn. Ik luister graag, ik spreek niet veel. Ik wacht tot ik van binnen hoor wat zonder omweg antwoord geeft vast en recht-door. V Vraag mij niet aan de Toekomst te bouwen! Mijn oog ziet alleen het Heden. Iedere dag met zijn vreugde en rouwen overgroeit het Verleden. [pagina 189] [p. 189] Laat mij mijn eigen kleine plicht, die zijn plaats heeft in de rijen van hen die met zekerder gezicht voor de komende wereld strijen. Door mij heen gaat de groote stroom, die vaart door alle leven. Ik geef mij over. - Kome wat koom! - En mijn hart zal antwoord geven. Overgave aan het oogenblik is de eenige wijsheid die ik leerde. 't Oneindige Leven is grooter dan ik, die alleen zijn leven begeerde. Vorige Volgende