De Beweging. Jaargang 14

[p. 57]

De kerst-engel
Door
W.L. Penning Jr.

Jarig kindje gaf me een wenk -
En met al 't verjaargeschenk
Klepte ik uit de hoogste sfeer
Blij naar 't donker aardrijk neêr.

Kerstlied hoorend zweefde ik rond,
Poosde ik waar ik Kerstlicht vond,
Gláns - uit immergroenen boom
Opgaand als uit sprookjesdroom.

‘Wat de Bode ginds ontving,
Stil hier aan de takken hing,
Plukt die vrucht! en viert verheugd,
Kinders, 't feest dat eeuwen heugt.’

Zóó in koude - zóó in nood
Om al duurder, schraler brood -
Wekken stemmen warm en rein
Dank aan 't jarig Kindekijn.

Keerend door besneeuwden nacht
Hoor 'k den WILDEN JAGER rijden,
Doende al doller 't menschdom lijden
Tot hem angst en wroeging wacht....
- U dan, achterst-voor op 't paard,
Volgt - vervolgt al wat ge ontwaart.

4e jaar van den wereld-oorlog.