De Beweging. Jaargang 13

[p. 276]

R.M. Rilke: De opdracht
Vertaald door
Albert Verwey

Doch dan, daar in zijn schuilplaats nu de hooge,
Daadlijk door hem gekende, de Engel trad,
Laaiende als wie in loutre glans bewoge,
Legde hij iedre trots terzij en bad

Dat hij mocht blijven, als na zooveel reizen
De moegeworden koopman die hij was;
En vreezend zei hij dat hij nimmer las;
En nu dit woord, te machtig zelfs voor wijzen.

Maar de Engel wees bevelend en wees weer
Dat hij wat daar geschreven stond zou lezen:
Eenzelfd gebaar naar het papier, niets meer.

Zoo las hij - de Engel naast hem nijgde zacht -
En was alree een man die had gelezen
En doen kon en gehoorzaamde en volbracht.