Toch acht de schrijver de hereeniging niet mogelijk, indien niet de oorzaken der scheuring van 1894 worden opgeheven. Die oorzaken wil hij niet zoeken in den persoon van Dr. Kuyper, maar in diens stelsel. Met een belangwekkend materiaal van gegevens en feiten, belangwekkend vooral voor wie onbekend is met de vroegere verhoudingen in de protestantsch christelijke politiek, wordt aangegeven waarin dat stelsel van Dr. Kuyper bestaat, en door welke practisch-politieke moeilijkheden hij er toe gebracht werd dit toetepassen.
Een deel van dat stelsel is het concentreeren van een overheerschende macht bij den leider, die de eenige schakel vormt tusschen de anti-revolutionnaire partij en de kamerleden of ministers van die richting.
Verder betreft het de ontwikkeling van het ‘neo-calvinisme’ waardoor Dr. Kuyper overwicht gaf aan de gereformeerden, die door zijn theologische voorlichting de ‘kern’ der partij vormden, een kern, die ‘leiderschap’ erkende en steunde.
Tegenover het stelsel ontwikkelt de schrijver uitvoerig en helder zijn bezwaren.
De alles beheerschende positie van den leider, stelde practisch de A.R. kamerleden en ministers onder zijn voogdij, door de leuze van gehoorzaamheid aan de partij. Doch bovendien bracht het mede ‘dat de organisatie van Dr. Kuyper ertoe geleid heeft en steeds meer er toe zal leiden, de Staten Generaal afhankelijk te maken van de kiezers en van partijen.’
Verder is de dooreenmenging van calvinistisch en gereformeerd bedroevend voor de politieke ontwikkeling van ons volk, daar ‘inplaats van de dragers van het alle Christenen omvattend beginsel: staatkunde en godsdienst zijn niet te scheiden’, een kerkelijke groep zich tot een partij vormt.
Hoe Dr. Kuyper ertoe gekomen is het bestreden stelsel, dat tot de scheuring leidde, intevoeren wordt uitvoerig beschreven. De oorzaak lag in de uitbreiding van het aantal kiezers in 1889. Die uitbreiding was voor de christelijke partijen noodig om ‘het volk achter de kiezers’ uitspraak te doen geven, in 't bizonder over de schoolkwestie.
De uitbreiding bracht echter tweeërlei moeilijkheden met zich. Allereerst was het de vraag hoe de kiezers georganiseerd moes-