Schelfhout. Hij is een bizonder intellekt, een denker en droomer, een mathematicus en een dichter, die de wereld ziet door het strenge spinsel heen van een vormenrijke geest. Hij dwingt de kleur tot een harde koelheid die als nuchter aandoet, maar opmerkelijk frisch werken kan, en hij kadert haar in lijnen die de dwingende uitdrukking zijn van een inwonende overtuiging. Zijn etsen zijn vol grillige en fantastische zekerheden, zooals ook in de natuur de meest verwikkelde groeisels de zekerheid van hun groei hebben. Le Fauconnier is zulk een stellige geest nooit geweest. Toch had hij zijn bepeinzingen en overwegingen en hij zag de werkelijkheid altijd langs de lijnen en in de kleurschikking, die haar deden voorkomen als de innerlijke wereld van een mijmeraar, een wel voor haar gevoelige, maar niet door haar overweldigde. Ook als hij bloemen schilderde waarvan de bloeiende kleur het voornaamste scheen, voelde men toch die zachte ordenende leiding die van binnen kwam en hun bloei in het rijk van zijn denkbeelden passen deed. Nu hij dan ook, zooals op deze tentoonstelling blijkt, de indrukken met volle kracht op zich werken liet, blijkt er tegelijk een niet mindere kracht van persoonlijke spanning, die zich, niet als een ontvankelijkheid, maar als een soort spiritueele werkdadigheid in die indrukken projekteert. Er is daar, zoo voel ik, een even vrije als fijne geest aan het werk, die zichzelf geniet, en die niet bevreesd is dat de dingen waarvoor hij openstaat en waaraan hij zich overgeeft, hem zullen bezwaren of overweldigen. Het opstijgende blad van de groen-en-witte aspedistra, de weinige lijnen van Diddy Canivez op het hobbelpaard, de jongensportretten met hun sobere tinting en sterke uitdrukking, ook de sneeuwlandschappen met het wit en bruin en de Lente met haar bloeikleur, al deze grijpen nergens aan, zooals de werken van groote impressionnisten dat vermogen, door de macht waarmee de schilder de werkelijkheid heeft ondergáan, maar zij troosten
en doen genieten door de veerkracht waarmee hij haar beheerscht en de zekerheid waarmee hij haar doorschouwt. Zij doen dit alle evenzeer als die Palm voor een Venster, waar de tirannische blik van de ziener de idee van de plant uit de plant zelf schijnt te hebben losgemaakt. Dit niet zoozeer warme als tirannische en inzichtige en zelfs speelsche wezen viert een