door Jan Kalf geschreven - hem als bouwmeester in een overgangstijd kennen doet.
Een uitvoeriger bespreking hopen we in een volgend nummer te kunnen opnemen. Hier sta alleen, van de laatste schrijver, die in het ontwerpen van dit boek, als we ons niet vergissen, de eerste was, de slotbladzijde, waarin het beeld van de gehuldigde bouwmeester ons duidelijk en beminnelijk tegentreedt.
‘Bouwmeester in een overgangstijd - is Berlage een wegbereider en voorlooper geworden, omdat hij, zonder in ostentatief modernisme gemakkelijk succes te zoeken, niet alleen, passief, de woeling van het wisselend getij heeft ondergaan, maar ook, actief en in steeds sterker groeiende bewustheid, de voorwaarts-stuwende krachten van zijn tijd bleef onderkennen en scheiden van den terugvoerenden stroom. Zijn houding is daarbij vooral er een moeten wezen van gestadig zelfbedwang. Hartstochtelijk van aard en in zijn kunst eer naar het uitbundige dan naar het gebondene geneigd (zie zijn vroegere fantasieën en ontwerpen), heeft hij voortdurend zichzelf moeten herzien en overwinnen. En het is ongetwijfeld die sterk-betoomde hartstocht, die zijn beste werk zoo volop levend en boeiend maakt. Iets van het stugge van den hollandschen puritein is er daarom ook wel in gebleven, maar de kunstenaar-in-hem kon toch zelfs voor de zachte en stille ontroering van rustieke schoonheid hem ontvankelijk houden.
Minder groot in bereiken dan de meesters uit bloeiende kunstperioden, staat hij ons dan toch nader, omdat hij, in zijn moeilijk werk van altijd weer opnieuw beproeven, ons voller menschelijk lijkt.
Zoo gaat de door zijn werk gewekte vereering ten slotte uit naar zijn persoon.
Berlage is geen “gezelschapsman”, al lijkt hij niet hoekig! Zijn open gelaat heeft een zachtmoedigheid, die tegemoetkomend schijnt, maar zijn mond, die dikwijls blijft zwijgen, stelt dan te leur. Hij is een in zichzelf vervulde, die meer en liever naar de vergezichten van zijn verbeelding kijkt, dan naar de wereld