De Beweging. Jaargang 11(1915)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] La Bohémienne Door Maurits Uyldert Zij is niet bij dezen, die zó zijn doorstreden Door angsten en lusten, verlangens en zorgen, Dat zij hare zielen den hemel beleden En zoals de bloemen in dauw van den morgen De harten ontsloten in zonstillen vrede. Zij drentelt langs paden waar wemoed niet fluistert, Zij slaapt onder sterren waar vrede niet woont, Zij huist in de wouden waar 't immerdoor duistert En zwerft in den storm, door den bliksem gekroond; Zij zingt langs de wegen waar liefde niet luistert. ‘Breng míj de verkoornen wier harten vertrouwen, Wier geesten bereid zijn voor zegenings gloed. Breng míj die zich schaarden den hemel te schouwen, - En al de vertreednen, die lijdend niet rouwen - Met de eenvoud van 't hart en het zuivere bloed. Zij hebben haar krachten tezamen genomen En spanden haar zielen naar liefliksten toon. Zij wachten, wijd open, de hemelse stromen, Als bloemen den dauw wen de morgen gaat domen, Zo vredig en stil als Maria haar zoon’. [pagina 166] [p. 166] Maar zíj kent de pijn van het rustloze zwerven Door de eindloze heuvlen van 't dorstende zand: En altijd de koorts van het angstige werven Naar weelde en naar lust die zichzelve verbrandt, En niets laat dan de as waarin ze eenzaam zal sterven. Vorige Volgende