De Beweging. Jaargang 11(1915)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 163] [p. 163] Berusting Door Is. P. de Vooys Wacht ik in innerlijk zwijgen, Doende mijn taak door den dag, 't Eindelijk levensnijgen, Daar ik in rusten mag? Mijn was de wil om te weten, Brekend en bouwend het lot. Mijn ook het wikken en meten, Schuttend de knop die bot. Bracht het al waak in de nachten, Peinzen en weifel en vrees, 'k Zocht, dat de dagen mij brachten Wat ik in 't leven lees. 't Leven bleek anders en wreeder Dan ik het angstig dacht; 't Onheil was dichter en breeder; Machtloos de fierste kracht. [pagina 164] [p. 164] Toch is de zorg geweken, Scheidend van angst en pijn. Wat is in 't hart gestreken? Duister, maar rustig rein. Dood die de wereld wilt winnen, Warrend in krijg en nood, Gij zijt het eind en beginnen Van wonderen wijd en groot. Zuivert uw slag alle daden Verdwaasd in eigen gericht? De dagen, met vragen beladen, Ontlasten dat noodloos gewicht. Wacht maar in innerlijk zwijgen, Doende uw taak door den dag, 't Eindelijk avondnijgen, Daar gij in rusten mag. Goede Vrijdag 1915. Vorige Volgende