kleuren en lijnen langzamerhand een aangename samenhang. Zijn lijnen verliezen het schoolsche. Aan het penseel overgelaten doen zij mee in de opbouw van een stil en zuiver denken, dat zich verzichtbaart, en dat verheugt, ook zintuigelijk. De gestalten die hij dan schildert zijn niet die van de buitenwereld. Het zijn gedachtescheppingen, maar in hun beweging, hun forschheid, hun kleurgroei, leeft zich een innerlijke drang en blijdschap uit.
Er is in Le Fauconnier een sterk scheidend en zuiverend element. Hij is konstruktief in zijn bouwen, hij zoekt de reine kleuren, eindelijk zelfs de primaire. Maar met dat al maakt hij niet den indruk een intellectualist te zijn. Zijn doeken zijn onbedriegelijke en sprekende schilderijen, zijn eenvoudigste stillevens zoowel als zijn meest gestileerde landschappen, zijn meest doorwrochte symbolen.
Indertijd al heb ik mij niet kunnen onttrekken aan de bekoring die van een doek als L'Abondance uitging, een werk dat niets zinnelijks had, maar in de rijkdom van zijn evenwichtig volgroeide vormen de volheid van de zinnelijkheid geestelijk uitdrukte. Een honigraat is zoo: door het berekenend instinkt gemaakt, een zichtbaar wonder, en levend.
Het is duidelijk dat de schilders niet langer alleen van indruk leven, maar hoe langer hoe meer in hun kunst de grondvormen betrekken van het menschelijk geestesleven.
Le Fauconnier heeft niet de grootsch aangelegde geesteskracht van de rauwkleurige en bijna fanatische Pablo Picasso. Hij gelijkt ook niet op Kandinsky, die in zijn kleur de onmiddelijke bezieling van een verborgen droom of sprookje uitstort. Hij heeft ook niets van de harde strengheid waarmee Van Gogh in zijn latere werken de worstelingen van zijn gemoed en geest in lijn en kleur bande.
Hij is een mijmerend denker, en een die zijn innerlijke vreugden liefst uitspreekt in de makkelijk opgevatte, hoewel naar zijn inzicht herleide, vormen van de werkelijkheid en in een helder en open kleurenspel. De aantrekkelijkheid van zijn werk moet, dunkt mij, tot ieder onbevangen toeschouwer zonder moeite doordringen.
A.V.