spreken. Vaak is er naïeveteit zonder hartstocht en dan krijgen zij gelijk die kinderlijk niet kunnen onderscheiden van kinderachtig. Vaak is er ook onvermogen zich te uiten en dan verschijnen de onnoodige herhalingen, de uitroepen, de stoplappen terwille van rijm en vers. Gevolg van dit onvermogen zijn ook de gedichten die goed beginnen en slecht eindigen. Maar haar kracht ligt in die kinderlijke ernst, waarmee ze plotseling juister en sterker dan knappere dichters zegt wat er in haar omgaat. Een goede keus van haar verzen heeft daarom altijd een verrassende bekoring en werkt aangrijpend op ieder die onmiddelijke taal kan verstaan.
Deze Vrome Liederen zijn geen goede keus. Zij toonen van Giza Ritschl's gedichten de deugden èn de gebreken.
Goed zijn de eerste vijf regels, die dadelijk zeggen wat de bedoeling is:
Van U wil ik leeren Christus zien en beminnen,
Daarom voed mijn hart, mijn ziel en mijn zinnen.
Want mijn zeer bedroefd hart begeert
Naar een liefde vol heiligheid, naar een heiligen Vrede.
Goed is ook Nr. XXXI:
Onder het gevoel van zwaar lijden
En groote kwellingen kom ik tot U.
En ik schaam mij niet te belijden
Dat ik in mijn eenzaamheid ween,
En mijn handen wring, en tot U
Smeek om mij te helpen, want alleen
Gij mijn almachtige kunt mijn strijd,
Mijn leed en mijn smarten verlichten,
En mij weer moed en sterkte geven,
Om dan weer te wandelen in het licht,
En in een beter en vreugdevoller leven.
Deze verzen hebben een zuivere ernst, die in sommige gedichten aangrijpend wordt door de botsing met menschelijke hartstochten. Zoo in nr. LXXXV:
Voorbij is mijn liefde, voorbij is mijn jeugd,