De Beweging. Jaargang 11(1915)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Twee gedichten Door J. Berkel I Meisje voor het feest 't Eérst, in blij ongeduld, kwam ze af. Nog toeft geen gast Ter zaal. Week daar de deur...? de bout schuurt langs de luiken En 't uur kruipt traag. De disch beurt, glanzend in 't damast, Zwaar zilver en zoet ooft; in donker-koele kruiken En transparante fluit smilt 't welig koloriet Der kaarsen, die hun vlam tot een goud hart ontpluiken. Wéér spiedt ze 't uur, en wijlt en peinst of 't kleedje niet Een sieraad mist; ze wikt, 't blond hoofdje schuins genegen, Het spiegelbeeld, dat lacht en dan weer droom'rig ziet. En 't wordt een speelsche lust, hoe 't mondje, toegeregen, Pruilt en weer lacht; hoe slank op maat van menuet 't Gestrikte schoentje treedt; hoe gracelijk van bewegen Haar buiging valt, hoe hoofsch haar groet is en koket. Totdat ze plots'ling bloost om 't ijdel zelfbehagen En zich aan hoogeschouw héél zedig nederzet, Een glimlach om den mond, de wimpers neergeslagen. [pagina 71] [p. 71] II Madame la Marquise Een lied ruischt ijl en rank; een vrouw speelt aan 't spinet En neurt heel zacht de wijs; de blanke toetsen schreien Hun zoet en simpel leed door 't schemerend salet. Maar wie heur gratie won nijgt aarz'lend haar bezijen En zoekt haar need'ren blik. Een stille geur verbloeit Van onvervulde droome' en teed're specerijen.... Ze heft 't gedoft gelaat; het zoet geneur vervloeit Tot lage fluistering; haar smalle vingers roeren Het laatst akkoord. Dan schâuwen, bleek en teer gegroeid. Op 't matte gobelijn, de bevende kontouren Van een versmolten beeld....Een schucht're hand bewoog Een toets; de snaar vertrilt.... Reeds welkt de peerlemoeren Tot bleeker avondlucht. Zij talmen aan den toog Van 't open venster, waar de donk're olmen lijnen. Zij schertsen, maar een weemoed schemert in hun oog; Krank van verteerden lust en delicate pijnen Paren de woordjes zich aan heusch en lucht gebaar, En de mimosa kwijnt, roerloos in 't porceleinen Geraad, vóór 't spiegelglas van 't duisterend boudoir. Vorige Volgende