De Beweging. Jaargang 11(1915)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Leeuwen van Vlaanderen Door Maurits Uyldert Het Vlaamsche heer staat immer pal - - - - - - - - - - - - - - - - de leeuwen dansen. Gezelle. Het Vlaamse heer staat immer pal Daar 't winnen of daar 't sterven zal: Alhier, aldaar, aan lange lansen De leeuwen dansen. Zij staan gedoken stijf en stram Te loeren achter dijk en dam En, vaster dan een boom ooit stond, Geworteld in hun Vlaamsen grond Terwijl daar, klauwend op hun schansen, De leeuwen dansen. Van oost naar west, zo kwamen ze af, Verraden en vertreden. Hun bloeiende oogst werd zwijnen-draf, Tot puin en stof hun steden. Vermoord, verstrooid zo kind als vrouw, Het land lag vol gewonden. ‘Geldt mannen-woord, geldt Pruisentrouw Voor deze Vlaamse honden?!’ [pagina 57] [p. 57] Al weerdet gij uw huid, Leman, Het Walenland moest bloeden. ‘En branden zal wat branden kan!’ Het moordend vuur bleef woeden, Het laaide voort door dorp en stad En legde schoonste kerken plat. Tot aan de kust, de Vlaamse zee Sloeg hen de felle rampe. Daar houden zij hun laatste steê Om tot den dood te kampen. Daar zwiert hun vlag nog in de lucht, De Vlaamse leeuwen grauwen, Door wanhoop sterk, door smart geducht, Met scherp-gespreide klauwen. Daar staan zij nu gekruisd, gekromd, Daar in de Vlaamse moeren, Tot in den dood bijeengedromd, De heren en de boeren. Daar staan zij met hun laatste bloed En met hun harde kansen, Maar toch, de dood is schoon en zoet Waar zó de leeuwen dansen! Vorige Volgende