De Beweging. Jaargang 10(1914)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] Onze Lieve Vrouwe van Rheims Een oude legende Door Maurits Uyldert Maria, uit haar huis verjaagd Door bommen en granaten, Zweefde op de vleugels van het licht Omhoog tot voor Gods aangezicht In 's hemels helle staten. Maria boog haar vorstlik hoofd, Haar witte huive beefde: ‘Ik vlucht tot U, mijn Heer! mijn huis Is vol van walm en puin en gruis, Dood rijt wat liefde weefde. Mijn heilgen staan ontkroond, onthoofd, Hun glimlach is gebroken.... De vlammen laaiden langs het dak, De torens stonden zwart en strak Achter den rook verdoken.’ God hief zijn hand. Maria rees, Terwijl alle englen bogen. [pagina 115] [p. 115] ‘Ga,’ sprak Hij, ‘lenig leed en smart: Uw huis, dat is het mensenhart, Breng daar uw mededogen.’ ‘Het mensenhart, in steen gebouwd, Had ik tot woon verkoren. Daar kwamen duizend harten saam Voor 't altaar, om in Uwen naam Naar mijn gebed te horen!’ ‘En is dat groot hart nu vergruisd, Ga naar die duizend harten!’ Maria snikte: ‘Ach, duizendmaal Die duizend liggen, waar ik dwaal, Te krimpen in doodssmarten! En heel het land is gloed en bloed, En rood zijn de rivieren. Naar liefde of troost wordt niet gehoord, Er wordt gemarteld en gemoord Om Uwen naam te vieren.’ Zij zweeg en weer hief God het hoofd Daar rond Hem de englen stonden. ‘Ga’ sprak Hij ‘naar die lijdenden, En waak daar bij die strijdenden, Verbind en heel hun wonden.’ Vorige Volgende