Josine A. Simons - Mees. De Nimf, Satiriek Tooneelspel in Drie Bedrijven. Wereldbibliotheek, Amsterdam.
Dit stuk zou men kunnen noemen Het Spel van de Veronderstellingen. Gesteld - zegt Mevrouw Simons-Mees - dat een intrigante van het genre Becky Sharp (zie Vanity Fair van Thackeray) het voorkomen van een italiaansche Madonna (genre Botticelli) heeft. Gesteld dat deze jeugdige eerzuchtige erin slaagt, zonder getuigen en ondanks dat zij juist uit een betrekking is weggezonden, gezelschapsjuffrouw te worden in de stad van haar inwoning, bij een echtpaar dat noch afgezonderd leeft, noch misdeeld is van een zekere wereldsche ervaring. Gesteld dat zij ook de zoon van deze lieden, een komponist, die zijn opera tracht gespeeld te krijgen, onmiddelijk weet intepalmen. Gesteld dat haar invloed op zoon en ouders binnen een paar weken zoo toeneemt dat zij den eersten van zijn vrouw vervreemdt, aan de moeder de mogelijkheid in overweging geeft haar te ontvangen als schoondochter, en den vader - hoewel geen amerikaansch millionair - een bijdrage van vijftigduizend gulden doet toezeggen in de kosten voor de opvoering van zijn zoons opera. Gesteld bovendien dat de vrouw van die zoon een doetje is, zoo zelfs dat de gasten van haar man, in haar eigen huis, haar voor de gezelschapsjuffrouw, en de gezelschapsjuffrouw voor haar aanzien. Gesteld dit alles en misschien nog wel iets meer, kunt ge u dan nog wel verwonderen dat na enkele maanden, gedurende welke musicus en intrigante tezamen in een andere stad de opvoering van de opera hebben voorbereid, - een echtscheiding aanstaande is? Niemand natuurlijk verwondert zich. Wij kunnen ons alleen verheugen dat Voorzienigheid die het toch laat regenen en haar zon laat schijnen over goeden en boozen, het de laatsten niet zoo gemakkelijk maakt als Mevrouw Simons-Mees hier doet. De Voorzienigheid is een goed tooneelschrijver en weet dat een spel eerst boeit als er zwarigheden in overwonnen worden. Haar helden, ook haar heldinnen, laat zij wel zegevieren, maar dan ook over moeilijkheden, en liefst over zulke als evenredig zijn aan hun vermogens.
Moeilijkheden in henzelf en anderen. Zij zijn zelfs niet denkbaar dan temidden van strijdgewoel: men zou kunnen beweren dat zij niets anders zijn dan de verdichting van de nevelen,