De Beweging. Jaargang 10

[p. 225]

Gedachtenis aan Mevr. A.W.L. Versluys - Poelman gest. 10 Febr. 1914
Door
Albert Verwey

Wij gaan stil langs elkaar, half vreemden half bekenden,
En raden meer dan zien de levende natuur
Die in een glimlach vonkt, dan met een helder vuur
Door de open oogen breekt, of in een enkel wenden

Van romp of rechtend hoofd haar wezen uit schijnt zenden,
Plotslinge lichtstraal door de reten van een muur.
Zoo zijn ook woorden, schaars, en in hun korte duur,
Doorzichtge grens waar zielen aan elkaar belenden.

Daarna de scheiding. En wij staan of we ons bezinnen
Op nog een laatste vraag die wij zoo gaarne deden.
Maar de andre is in de nacht alweer teruggegleden
En nooit riep wensch van mensch een doode 't leven binnen.

Vaarwel! Goed waart ge en ongewoon! Uw edele ijver
Werkt na. Uw beeld leeft voort, voor Dichter ook en Schrijver.