Aanteekening
Bouwkunst
Open brief aan de Jury van de Rotterdamsche Raadhuisprijsvraag door K. de Bazel.
Waar onder kunstenaars en kunstvrienden die de plannen voor het Rotterdamsche Raadhuis gezien hebben, het leedwezen algemeen is dat de Jury de Bazel's ontwerp niet aanbeval, zal het zeker niet aan belangstelling ontbreken voor het schrijven dat die bouwmeester aan zijn beoordeelaars heeft toegericht.
Het is niet het werk van iemand die zich acht voorbijgegaan. Wie iets nieuws brengt weet wel dat zijn kunst niet dadelijk aanvaard zal worden. Maar juist voor vertegenwoordigers van een nieuwe schoonheid kan het plicht zijn die schoonheid ook met woorden te verdedigen. Valsche schaamte mag hen niet ervan afhouden de verkeerde voorstellingen die het gezicht op hun werk belemmeren, weg te nemen. Niet alleen toch hun eigene, maar alle goede kunst lijdt schade, als de onjuiste uitspraken van gezaghebbende personen onweersproken blijven.
Het gevoel waaruit de Bazel geschreven heeft is dit: dat het schande is als een Jury niet met evenveel ernst en studie een ontwerp beoordeelt als waarmee de bouwmeester het geteekend heeft.
Zijn schrijven waarin hij het Rapport op den voet volgt is dan ook eensdeels een verweer, maar anderzijds een aanklacht, en juist om die laatste hoedanigheid heeft het algemeene beteekenis.
Waar de opmerkingen van het Rapport in hoofdzaak te verdeelen zijn in: