De Beweging. Jaargang 9(1913)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 271] [p. 271] De pelgrims Door Nine Van Der Schaaf Ik woon in een wijd dor land Daar zijn enkele fijne zeldzame bloemen Daar is heide waarboven de bijen zoemen Hun eentonigen zang. Veel groote groene bladeren Beschutten de fijne zeldzame bloemen Die groeien en worden zoo groot en schoon De groote groene bladeren spreiden zich loom En de slanke bloemen rijzen. Ik woon in een wijd dor land De nijvere boeren wonen hier niet Hier schuilen de roovers en trekken de pelgrims Langs troostlooze wegen. 't Eenzame huis waar ik woon Is de schutsplaats voor pelgrims en hun vroom danklied Klinkt hier, wijl de wind rond de muren Neuriet en in de omgevende bosschen Heimvol ruischt. [pagina 272] [p. 272] Maar de wind is de eeuwige stem Die luider en luider en zachter en zachter Zijn wonderen zang mij zingt De pelgrims komen en trekken. In stille dagen hoor ik hun voetstap In stille dagen zeg ik mijn bede: Pelgrims, toef hier en ga niet voorbij Mijn huis is eenzaam, wil hier doen klinken Uw schoone liedren, gij op uw heiligen Tocht naar het land van belofte, zingt zuiver Den aardschen zang die ik min. Zij komen en minnen de schoone Bloemen die bloeien en dan vergaan Vreezen met mij de woeste roovers Die vrome pelgrims verslaan. Vorige Volgende