De Beweging. Jaargang 9(1913)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 293] [p. 293] Fluit en rommelpot Door André Jolles. I Aan Iwan Tröbe. Blaas op de fluit als de woelige wereld Snort om je kop en je vreugde verbruit: Blaas tot de klank uit het rietpijpje perelt, Jong als een wezel, de lente doordwerelt: Blaas op de fluit! Laat de geluiden als gekken en zotjes Stijgen en stoeien; valt een op zijn stuit, Wat zou het schâen voor die oolijke zotjes, Jeugd breekt zoo spoedig geen beenen en botjes: Blaas op de fluit! Zwart zijn de nachten, en zwart de gedachten, Goud is de morgen en wit is de bruid, Rood zijn de sappige lippen die lachten En na je liedje de kussen verwachten: Blaas op de fluit! [pagina 294] [p. 294] Pijpen en zoenen zijn zusjen en broertje, Maar voor de dood wies nog nergens een kruid, Komt de zwartgallige sufheid en voert je Ver van de blijdschap, zoo draai haar een loertje, Blaas op de fluit! Blaas op de fluit, tot in koddige rijen Tonen en toontjes en helder getuit Stuivend en wuivend rondom spelemeien, Blaas van de liefde, van vrouwen en vrijen, Blaas op de fluit! II Aan Jan Kalf. Wat helpt het me of 'k mijzelf bedot, Ik blijf mijn levensdagen Een nachtegaal met heeschen strot, Dus speel ik op mijn rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Voor wien het kan behagen. Apollo is een deftig God En zegent de poëten Die dichten naar zijn hoog gebod, Doch ik hoor met mijn rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Maar bij de kale neten. Waarachtig ik ben ook niet zot En noem het een fortuintje Om met Jan Rap en met Piet Snot [pagina 295] [p. 295] Te klapren op mijn rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Als schunnig haveluintje. En mijn kornuiten zijn per slot Ook van het zelfde slagje; Die spelen ook nog met genot Bijwijlen op hun rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Als gaat het om hun hachje. Wij willen toch niet wachten tot Het leven met zijn grillen, Ons oud en dor maakt en kapot En wij den ronden rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Niet langer laten drillen. Wij zijn geen stokvisch en geen sprot, Wij willen ons vermaken En sterven we in het varkenskot Toch spelen we op den rommelpot Rommel - bommel - stommelpot - Totdat de blaas gaat kraken. Vorige Volgende