De Beweging. Jaargang 8(1912)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Bij den dood van een vreemde - Gust. van de Wall Perné - Door H. Labberton-Drabbe. Wij rimplen nauw ons voorhoofd als wij 't lezen In krant of tijdschrift die ons' hand doorblâart: Zijn werk wordt ons met vage pen geprezen, Zijn leve' ons met een enkel woord verklaard. Dan gaan wij verder, want het rustloos wenken Van 't eigen Ik laat ons geen uur met rust, 't Aldaagsche breekt zijn gang niet, en ons denken Is van zijn dood zich nauwlijks meer bewust. Dan komt een vriend, die ons zijn laatste uren Beschrijft, hij heeft den doode zeèr bemind, Hij kent de vrouw, die 't leed nauw kon verduren, En 't smartvol leven eenzaam herbegint. [pagina 81] [p. 81] Wij hebben 't alles al sinds lang geweten, Waarom dan komt nu peinzing in ons oog, En in de ziel, die lang reeds had vergeten, Een droefheid die te voor ons niet bewoog? Ons hart is groot, maar in den geest is de onmacht Te omvatten wat het hart niet heeft doorleefd: En wie 't verstand een àl te zeekre bron dacht, Sterft als een kind dat niets begrepen heeft. Vorige Volgende