De Beweging. Jaargang 7(1911)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Sprokkels Door W.L. Penning Jr. I Vereischten Om geest te vatten Moet men geest bezitten; Om geest te schatten - Scherpzien maar niet vitten. II Schatting Schat geen dichter naar zijn omgang, 'Schoon die bij zijn wezen past; Wie keurt boeken naar hun banden? Vruchten naar haar schil of bast? III de kunst aan haar dienaars Heet menig plicht u kwijtgescholden Om willige offers aan de kunst, [pagina 48] [p. 48] Meer plichtbetoon hadde ik vergolden Met vrijer vlucht naar meerder gunst. IV ‘Het proza van het dichterschap.’ Zóó, bij den aanpak, noemde ik steeds het verzen maken; Nooit viel 't mij licht; maar ook - zoowaar 'k in lief en leed Al dichtend aan geen drang dan drang der ziel voldeed - Nooit zocht ik uiting zonder 't Werk te smaken, En de ongedachte Vondst die 't werk te schenken weet. V In verbazing Aan een eerlijk man van vernuft. Wat deed u wanen dat ik aan een leiband loop? Zoo min als 'k ooit mij kruien liet, ooit kroop, Ervoer 'k ooit hinder in mijn vrijen gang, Gaf 'k rekenschap van daden noch van zang; Veel liever hoor 'k mijn Kunst betitelen hol of voos, Dan laf te doen, karakterloos! VI Een onderscheiding aanvaard Al heb ik aan geen wedloop meêgedaan, Gelauwerd sta 'k aan 't eind der baan, Verblijd door 't allerbeste - een kring van geestverwanten; Hun meêgevoel vergrootte allicht mijn kans? In hóe-ver prijs of gunst, mij vleit de krans - En paste hij mij niet, hier past geen tegenkanten. [pagina 49] [p. 49] VII Waardeering Welk beeld, welk boek, welk lied, En wat voor zang, wat wijs, Ik 't meest geniet, Ik 't hoogste prijs? Mij gaat 't daarmeê als met bloemen, Verzameld tot een blij geheel; Als fraaist van al laat zich geen deel -, Laat zich alleen de volle ruiker roemen. En niet slechts lelie, roos en tulp En al wat bloem heet, kwam te hulp En was van dienst bij kleurenschikking: Zou deze ook zonder 't stemmig groen Van mos en blad en spriet voldoen? Waar weeldegloed verrukt, schenkt eenvouds lach verkwikking. ⇏bp; Niets kan er in den tuil gemist, Noch iets er uitgelicht zóó boeien zonder 't ander; Meer dan verdragen, mild vervullen doen ze elkander, - En om geen voorrang wordt getwist. VIII Schrijfwijze naar ons spraakgebruik? Nam de School die proef, voor immer Met ons rijk bezit was 't uit... - Best gediend wierd taal en teeken Door verzorgder taalgelúid. Vorige Volgende