Want waar ging het om? De bakkers die ons elken dag weer ons brood bezorgen klaagden jaar in jaar uit. Ze hadden telkens politici bewogen naar hen te luisteren, om hen te helpen. Ze hadden comité's en congressen gehad. En niet voor niets. Want zij die met hun brood het leven onderhielden hadden zelf geen leven.
Gezellen en kleine patroons stonden aldoor 's nachts in de bakkerijen en waren zoo wijs geworden, dat ze het best overdag konden, indien ze het slechts allemaal deden.
Maar bovendien klaagden de gezellen over hun onmenschelijk lange werktijden. Dat waren twee kwalen, niet geheel van denzelfden aard, maar toch nauw verbonden aan het bakkersbedrijf.
Wetgever help ons, vooral tegen ons zelf, riepen de bakkers.
En minister Talma kwam met een plan om den nachtarbeid op eens en voor allen af te schaffen.
Voor den langen werktijd der gezellen zullen we later wel zorgen, dacht en zei hij. Want hij vreesde voor zijn molen.
Maar de molenaars vonden te veel steenen in zijn maalsel, ze wilden wat anders ook, en stuurden het terug met de boodschap, tegelijkertijd de arme gezellen te helpen. Dan zou 't stellig beter gaan.
De minister deed zijn uiterste best. Zoo snel als hij kon maakte hij zijn heele wetsartikelen-massa wat losser, en zifte er al de steenen uit, die men erin meende te vinden, zoo goed als 't ging. Hij deed meer. Om toch het malen wat gemakkelijker te maken, liet hij elk graankorreltje afzonderlijk open maken. Het geheele bakkersbedrijf in een 12000-tal ondernemingen liet hij als 't ware fotografeeren, zòo, dat in elk afzonderlijk gekeken kon worden. In een boekdeel vol cijfers en feiten is nu nog eens te zien dat toch tusschen al die denkbeeldige steenen slechts het graan was, dat gemalen moest worden. Overal waren 't weer die twee zelfde kwalen. Maar meel was 't nog niet. Inderdaad kon hij het den molenaars niet besparen dat ze toch malen moesten.
Hervormen en den toestand laten zooals die eenmaal is, dat gaat niet. Hier en daar zal er zelfs meer gekneusd moeten worden dan de harde korrel van eigenbaat naar den zin is.
Al probeert minister Talma toch vooral matig te zijn, en