De Beweging. Jaargang 6(1910)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Uit de kunstzaal Door Alex. Gutteling. Bij een Grieksch Marmer. Hoe reikte eens naar den lievling van haar droomen Dier marmren jonkvrouw teedere armenronding, Als een rivier met wijdgespreide monding Den zeevloed beidt die saamvloei' met haar stroomen? Haar heerlijk lijf vol innigheid en schromen Schendde de tijd met gruwlijke verwonding: Al wat ons rest is een wanstaltig onding, En wie 't herstelde heeft het meer ontnomen. Maar toch, aanschouw hoe het doorzichtig kleed Nog hier en daar het levend vleesch beplooit, Geniet de zachtheid van dien gaven mond - Zoo ge elk toevoegsel van dees tijd vergeet, Daagt u misschien in droom het beeld voltooid Als 't eenmaal onder Hellas' hemel stond. Goethe en Jean Paul. Goethe is de zon gelijk die bij zijn stralend stijgen Gulden doorglinsterde zijn weeken tranendauw, Maar die des middaags warme gloeden klaar deed zijgen Uit een onpeilbaar-puur en zuidlijk-donker blauw, [pagina 84] [p. 84] Die over 't menschdom en zijn zwoegend zweetend hijgen Zijn zuivre baan beschreef in schijnbre zielekoû, En die zijn bontste pracht ontplooide in 't vlammend nijgen Gelijk de waaierstaart van een reusachtge pauw; Maar in het sterrenheir van de andre duitsche dichters Blinkt als de ronde maan zoo rein en teer en vroom Jean Paul, de weemoedrijke in zijn onaardsch gedroom: Wie zag ter wereld ooit iets droevigers en lichters Dan van zijn diepen glans de parelende stroom Verzilvrend menschgelaat en beek en berg en boom? Botticelli: Primavera. In 't weemoedwoud van schemerige olijven Blinken gestalten, schoon, maar droevig teer: De zwangre Venus peinst en ziet van veer Naar der drie Gratiën maagdlijk-ranke lijven. Ach, in die kuische groep gaat Amor drijven Zijn eersten vlammenpijl, dat die haar leer' Hoe elk mensch eens der liefde lust begeer' Schoon hij wel wou dat jeugddroom mocht beklijven. Daar komt de Lente met gebloemte omhangen, En Zefier poogt zijn schuwe bruid te vangen Die hem ontsnelt en toelacht van terzij - Maar op het gras waar de eerste bloempjes stralen Toeft Hermes, met gevleugelde sandalen: Zoo snel als hij gaat al dees vreugd voorbij. Vorige Volgende