Aanteekening
Eino Leino
Finsch is geen taal die zich makkelijk leeren laat en dus deed het me genoegen in Drifsnö, den laatstverschenen bundel van Bertel Gripenberg, een ‘Elegie naar Eino Leino’ aantetreffen. Eino Leino heet sedert verscheidene jaren de belangrijkste van hen die in het finsch dichten. Oorspronkelijkheid en vreemdheid worden eigenschappen van zijn poëzie genoemd, zijn beeld wordt geprezen als vast en levendig, zijn taal als klankvol, rijk, en dikwijls, in haar zinsbouw, spreukachtig.
In Gripenberg's zweedsche lezing van de ‘Elegie’ zijn al die eigenaardigheden herkenbaar, en tevens een diepte van gehalte die ik, door trouw te blijven aan ritme en beeldspraak, getracht heb weertegeven.
A.V.
Elegie
Snel als een stroom is vergleden.
Spint reeds het lot om mijn leden.
Vruchtloos, ach vruchtloos,
Tracht ik de stonden te houden
Wijn tusschen vroolke vertrouwden.
Liggen strijdwillige dagen.