Bovendien, leerzaam voor den liefhebber van kunstnijverheid is de tentoonstelling in hooge mate. Maar met deze opmerking begint het bezwaar dat ik geloof terecht te mogen maken en dat toch aan menigen inzender onrecht doet.
Het komt mij voor dat de zweedsche kunstnijverheid zich nog zoo goed als geheel bevindt in een tijdperk, waarvan we zoo gaarne geloofden dat het nu gesloten was. Zij kent, zoo komt het mij voor, nog zelden anders dan de nabootsing van het historische.
Hoeveel werk, hoe oneindig veel zorg moet besteed zijn aan wat we zoo wegwerpend noemen. Nabootsing van het historische. Meubelen uit alle eeuwen, van velerlei beschavingen, weefsels uit alle landstreken van Scandinavië. Hoeveel werk en zorg van nabootsing, en hoe weinig oorspronkelijks. En erger: in die nabootsing en in de toepassing van nagebootste vormen hoe weinig smaak.
Daar was één vertrekken-reeks, ook maar één, die èn door de keus van de enkele stoffen, èn door hun uitstallingsgeheel den stelligen indruk van goeden smaak maakte. Het was de afdeeling van de Föreningen för Svensk Hemslöjd. Die zaal met haar aangrenzende kamers en tuin gaf een gevoel van rust en voornaamheid dat men nergens terugkreeg.
Dan waren er de vertrekken van Handarbetets Vänner, waar niet zoozeer het geheel, maar het stijl-, zoowel als fantasieen smaakvolle werk van Maria Sjöström boeide en genoegen gaf. Een paar voortreffelijk gekomponeerde, geborduurde misgewaden en verscheidene kleeden, die mij haar doen herinneren.
Ondanks het vele leerzame van deze tentoonstelling - veel en velerlei - zoo weinig (al was er wel wat meer dan ik noemde) dat een bevrediging geeft aan smaak en kunstzin. Men voelt zich bezwaard het uittespreken. Men heeft een gevoel alsof men menigen onbekenden deugdelijken arbeider een grievend onrecht doet. Toch heeft ook hij die alleen met smaak en kunstzin waarneemt, een recht zijn gewaarwordingen weer te geven. Toch is misschien het onrecht dat hij aandoet noodig, om het hoogere recht van de schoonheid te handhaven.
Albert Verwey.