de maatschappelijke klassen tot scherpe conflicten voert, onder het staatssocialisme is deze buffer verdwenen en de kans op een plotselinge en gewelddadige revolutie vergroot.
Ligt eenerzijds voor den arbeider in het staatssocialisme het gevaar van een voortgezette, dat is heviger uitbuiting, anderzijds moest de evolutionist erin vinden het groote gevaar voor de gewelddadige revolutie.
Momenteel heeft de propaganda voor het socialisme nog niet bewerkt, dat een aanmerkelijk groot deel der gemeenschap den eisch stelt van de socialisatie der productie-middelen, maar wanneer in de komende tijden het aantal derzulken kon groeien tot de volstrekte meerderheid, en het staatsbewind worden gedemocratiseerd in socialistischen zin, dan werd de schakel van het staatssocialisme in de economische evolutie overbodig, en kon, stuk voor stuk, ieder groot-bedrijf zuiver socialistisch worden geëxploiteerd door een daartoe bestemd en uit de vakvereenigingen gegroeid gemeenschapsorgaan, dat naast den staat als rechtsorgaan, als bedrijfsorganisatie zou kunnen optreden.
Met geen absolute zekerheid valt thans vast te stellen de economische evolutie, maar op grond van het historisch verloop tot heden, kan zeker wel worden bepaald, dat:
1o. òf het staatssocialisme zal zijn het naastvolgend stadium der bedrijfsontwikkeling;
2o. òf het democratisch socialisme de kapitalistische productiewijze zal vervangen.
Bij deze twee mogelijkheden kiest ieder socialist, van welke wijsgeerige richting overigens, vóór den regelrechten overgang naar de socialistische productie en tegen het staatssocialisme, dat onder anderen naam het kapitalisme bestendigt.
Toch kan, bij den tegenwoordigen stand der bedrijven, gedeeltelijk het staatssocialisme worden aanvaard. Een gemonopoliseerd bedrijf kan tot een dusdanige brandschatting der consumenten komen, dat het directe gemeenschapsbelang de naasting gebiedend eischt en dat de staatsexploitatie, bij wijze van overgang naar het democratisch socialisme, altijd nog iets beter werkt dan het kapitalistisch systeem onder den druk van het ten hoogste opgevoerd winstbejag. Vandaar dat sommige socialisten, theoretisch tegen het staatssocialisme gekant, het