De Beweging. Jaargang 4

[p. 243]

De heilige stede
Door
Albert Verwey.

Staat aan een smalle straat een oud gebouw
Van stijl en stand zoo stout als wij niet wagen, -
Waren de erinneringen nooit te ragen
Van hoek en hout, en grond van haard en schouw,
Waar geesten, heilige legende trouw,
Het vuur in nachtlijk uur herbranden zagen
En de Ouwel die niet vlam vatte? - afgedragen
Zijn kap en bint, zuil schoort niet, - mand en touw
Laten het puin neer en een nijver volk
Krielt er omheen. - Klaag niet, want grooter wonder
Gebeurt nu daaglijks. Stemmen klinken zonder
Dat iemand hoort; de dooden gaan langs straten
En vullen markt en gracht met klankloos praten;
Nacht heerscht en alle licht leeft in een wolk.