Potgieter, hoewel met andere eigenaardigheden en in andere toestanden?
Penning heeft niet de aanzienlijkheid van den ouderen dichter. Hij is ook niet getuige geweest van een omwenteling, heeft niet geruimen tijd aan een buitenlandsch gezellig leven deelgenomen, leidde niet in een stad als Amsterdam, een diepgaande dichterlijke en geestes-beweging. Hij heeft niet zijn aanzienlijkheid, maar zijn voornaamheid wel.
Daarin juist is hij zulk een onloochenbare zoon van Potgieter, dat hij, in zijn poëzie en in zijn leven, de teedere en geestige hoffelijkheid, in één woord de gemoeds-voornaamheid heeft, die dezen kenmerkte. Zij zijn beiden romantische dichters, dat wil zeggen dat hun natuur die van den middeleeuwschen ridder is: zelf-opoffering terwille van een vrouw is hun wezen, en hun gedachten verwijlen graag bij jacht, schaking en hoofschen, minnelijken omgang.
In beider poëzie is deze droom tot werkelijkheid geraakt, maar terwijl, bij den ouderen, die werkelijkheid een sterkidealen schijn heeft, toont ze, bij den jongeren, duidelijker de trekken van het gewone leven. Hij heeft het ideaal dat Potgieter boven de wereld van zijn tijd deed uitsteken, in dien tijd meegenomen.
Hij alleen vertegenwoordigde tegenover Potgieter de tweede generatie: het geslacht welks plicht het is de schoonheden van het eerste nader tot het volk te brengen. En dat doende, vervulde hij tevens een plicht tegenover een nieuw geslacht. Als de scheppingen van het eene tijdvak verlaten worden, terwijl die van het andere eerst opkomen, dan zijn de jeugdigen bijster geneigd om alles te verwerpen wat zich tusschen die twee uitingen heeft opgericht. Zij erkennen het groote vorige, zij zoeken het groote toekomstige. Wat daartusschen ligt, bestaat voor hen niet. Zij beseffen de breuk en niet de voortzetting. Tegenover dien gemoedstoestand is de kunstenaar die het oude in kleinere verhoudingen voortzet en die toch de nieuweren weet te overtuigen van zijn frischheid en innigheid, een onschatbaar heelmeester. Hij ontrukt hen aan het gevoel van hun afstammingloosheid. Hij bewaart hen voor het gevaar in de lucht te hangen boven hun geboorteland. Hij schakelt hen aan zích, en daarmee aan andere voorgangers, en hij brengt hun het