De Beweging. Jaargang 4(1908)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Zieletoespraak Door Is. P. de Vooys. Sterk waant gij u, en ziet hoe zwak gij wrange pijnen draagt, die trage dagenstroom u overstelpend bracht. Nu zucht ge: ‘levensvreugde brak,’ en hoe ge om troost en steun al vraagt, hunkert naar liefde, die beklaagt, ge blijft in eenzaamheid en nacht, waar geen uw snikken hoort, waar geen u wacht. Meent gij, dat zoo het ergste was, dat leed niet dieper gaat, en dat geen mensch zulk leven ooit verdroeg? O, ziel, uw kracht is broos als glas, dat in 't verdriet tot scherven slaat en snerpend snijdt, wie naast u staat. Dat is geen kracht, maar waan, die sloeg met striem de stroeve lust die rust slechts vroeg. Weet wel, dat u de pijn verdooft van 't al te grievend woord, dat sneed in 't moede hart zoo rauwe wond, en heeft een stut u weggeroofd. [pagina 83] [p. 83] Toen kwam de macht die rust verstoort, die wrokt en haat en liefde moordt. Gij wist niet dat die voor u stond. Proef 't wrange gif dan nu in de eigen mond. Wijsheid, zoo zegt gij, is dat al de troost, die gij kunt geven, voor angst, die mij met gruwend zwart bedreigt in immer dieper donk'rer val? Geen pijn van nu, maar 't zielebeven voort 't machtloos rekkend verderleven als 't hart met jachtend snikken hijgt naar liefde en ieder toch van liefde zwijgt. Dacht gij u sterk, gij die zoo zwak als kind liefkoozing vraagt? wijl door de wereld bruisend leven stroomt van dieper liefde, die nooit brak, die kou van 't eenzaam zelf verdraagt, daar in haar aller zonne daagt, die - hoe ook 't licht te rijzen schroomt, toont hoe der eeuwen ziel haar Christus droomt. Zinkt gij nu neer, voor 't oog de handen in snikken om u zelf, door waan van macht in ware kracht bedrogen? Drukt stijf dan op elkaar de tanden en duikt vernederd in 't gewelf der kerkenkript van 't diepste zelf. Te fiere ziel, ga nu gebogen, Zoek kracht om veel en meer te lieven mogen. Vorige Volgende