De Beweging. Jaargang 4(1908)– [tijdschrift] Beweging, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 290] [p. 290] Mist Door Is. P. de Vooys. I Een purpergloed van brons en zacht mat goud, die 't kreukend blad van de oude eikenboomen in herfstezon zich won, is weggenomen door gure mist; en 't kale winterhout Staat nu ontsierd in loome nevelstroomen van 't natte grauw, dat dreint door donker woud als mat getreur van een, die droef en oud, geen hoop meer heeft op vreugds weerommekomen, Toch dragen sterke stammen hoog de twijgen, doorstrengeld breed tesaam in baldakijn van teere lijnen boven 't rijzig stijgen. Zij staan zoo rustig onder 't grauw gordijn, en kunnen, drupbesprenkeld, waardig zwijgen in stil gedachte aan zomersch zongeschijn. II Mist hing om boom en over struik en stad, grauw neevlend voor het oog, dat uitzicht wou en, opgesloten, stiet op dempend nauw van weg of straat, die kleur noch diepte had. [pagina 291] [p. 291] Nacht werd verrast door windenstille kou die nevel steef tot rijp kristallenbad, en sloot om takje en hek en draad een schat van zilverglans in fijnen ijzelbouw. Zoo weefde mist een tooverige tooi, te zwaar voor oude tak of draadgespan bezwijkend onder last van zooveel mooi. Een and're nacht verbrak dien vorsteban; de nevel grauwde in natte morgendooi, en, droomontgoocheld, schreide er zachtjes van. III De nevel, nauwlijks opgelost in zon en frissche wind, uit blauwe lucht geblazen, drong weer terug zijn nauwe grauwe wazen, die 't zoekend oog niet meer doorboren kon, En toch doorboren wou, in droef verdwazen, dat het vergane vreugd terug zich won, en helle schijn en kleur aan mist ontspon uit ondoordringbaar net van dichte mazen. Door nevels, die een zomerdroom verstoren, en doven herfstegloed in grauw getreur, gaat niet mijn kracht, maar wel mijn vreugd verloren. Prijkt al mijn ziel door 't wondere gebeur, dat levensnevels prachtig vast zich vroren, soms breekt iets liefs, en 't eind is zonder kleur. Vorige Volgende