De Beweging. Jaargang 3

[p. 111]

Rusland
Door
Maurits Uyldert.

Waar de vader tot den zoon spreekt:
- Vrees niet voor den dood, het leven
is niet schoon dan in verwachting
van den dood.
Schoner is het de vervulling
van een wens, een waan te zoeken
en den dood daarbij, dan wijken
in verbeeldingloos verdriet.
Wel! gij mint uw vrouw en kindren -
Maar hoe schoon ook 't kinderleven
op te kweken in uw zorgen
in de zorgen van uw liefde:
denk dat 't armlik is te leven
zonder Schoonheid der Gedachte.
Denk: hoe zult ge hun vreugd doen kennen
zonder Schoonheid der Gedachte?
Hoe uw vrouw, wanneer zij opwaakt
en het uchtend-zonlicht glanzen
over blaadren van de bomen
over bloemen van de weien
teder schijnt en zacht haar ogen
't overglijden, en úw ogen

[p. 112]

 

dan ontmoeten en daar rusten,

 

hoe haar geven rust in liefde

 

zonder Schoonheid der Gedachte?

 

En het schoon van uw gedachten

 

is dat niet waarvoor gestreên wordt

 

hier en ginds en allerwegen?

 

Is het niet de vrijdom, vrijheid

 

van den geest waarvoor wij strijden?

 

Vrijheid van den geest die stil zich

 

dán eerst zal bezinne' en schoon zich

 

zal herscheppen over de aarde

 

allerwegen, overal!

 

O mijn zoon, gij zijt mijn zoon niet

 

als u niet de kruitdamp opwekt

 

als de adem van den opstand

 

u geen lust geeft die u krachtigt,

 

en gij niet uw vrouw en kindren

 

zien kunt, verder van u, verder

 

waar gij van uw woning heenwijkt,

 

kleiner in de vert' en kleiner

 

en onzichtbaar dan - en 't hart u

 

niettemin van vreugde hóóg is

 

en diep in u vrede leeft.