Tegen de ‘leervakjes,’ de uitgegroeide takken van eenzelfde wortel, doch van die wortel verstorven.
Tegen de verstijvende Schoolmethodiek, welke de leerwijzen en den inhoud dier ‘vakjes’ op minutieuse manier verpeutert en uitpunt.
Want wat was in de laatste tijden het geval?
Dat, voor 't gemak van het Toezicht, de controlerende Autoriteit van de kant van 't Instituut een verwijzing naar algemeen bekende, door den druk openbaar gemaakte leerwijzen vroeg.
Immers, doeltreffender achtte zij het van de verschillende scholen gedetailleerde programs in handen te hebben, dan dat zij, van courante leerwijzen verstoken, zich alleen door voortdurend klassenbezoek op de hoogte had te stellen van het wat en het hoe, dat er wordt onderwezen.
Vandaar op de leerplannen der scholen de uitgewerkte ‘methodes’ voor alles en nog wat.
Vandaar het voor de hand liggende streven, om in een zelfde ambtskring de verschillende scholen te schoeien op een en hetzelfde plan.
Doch wat de gevolgen er van konden zijn, bedacht men niet.
Het vinden van eigen wegen werd afgesneden.
De oorspronkelijke scheppingskracht kwam niet tot haar recht.
De tusschengedrongen ‘methode’ hield de persoonlikheid van de opvoeder latent.
De arbeid, waarvan het ideaal steeds de afdruk van een individuële stempel moet blijven, dreigde zonder uitzicht op karakteruiting en karaktervorming, te worden een ergernis.
Beangstigend werkte op vrije naturen, te moeten ingaan binnen de donkere poort van de sleur.
Maar 't ergste is wel dit:
Voor de leerlingen sluiten de geschreven methodes de werkelike omgeving, waarin dag aan dag het onderwijs zijn handelingen en zijn aanschouwingen zou moeten putten, ten enemale voor de ogen af, en dringen aan 't gedachtenverkeer tussen jeugd en opvoeder een willekeurige door vreemde handen geknutselde wereld als ‘methodies’ werkmateriaal op.