Aanteekening
P.C. Boutens.
Verdwaald in De Gids - qu'allait-il faire dans cette galère? - heeft de dichter Boutens daar eenige Verzen doen afdrukken, waarvan één geheel en een ander in tenminste drie van zijn strofen zoo ongewoon, dat ik noch hun maker de hulde noch den lezers van De Beweging de vreugde onthouden kan, ze hier te zien overgenomen.
Goede Dood
Goede Dood wiens zuiver pijpen
Door 't verstilde leven boort,
Die tot glimlach van begrijpen
Alle jong en schoon bekoort,
Voor wien kinderen en wijzen
Lachend laten boek en spel,
Voor wien maar verkleumde grijzen
Huivren in hun kille cel, -
Die uw lokstem niet verneemt;
Want dit land van most en koren
Is mij immer schoon en vreemd,
Want nooit beurde ik hier te drinken
't Water dat de ziel verjongt,
Of van dichtbij hief te klinken
't Verre wijsje dat gij zongt: