Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht. Deel 4
(1851)–Anoniem [tijdschrift] Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht–
[pagina 55]
| |
Resolutiën der Amsterdamsche vroedschap, bij den aanvang van de openbare prediking der hervormden te Amsterdam.Aan den Heer Jhr. Mr. A.M.C. van Asch van Wijck.Na de lezing van het Verslag van 't Magistraet van Gent, nopens de godsdienstige beroerten aldaer, loopende van den 30. Junij 1566 tot den 30. April 1567, ten vorigen jare door Jhr. Th. Kervijn de Volkaersbeke uitgegeven in de werken der maatschappij van Vlaamsche Bibliophilen, kwam het mij voor, dat een dergelijk authentiek berigt van hetgeen ten zelfden tijde in Amsterdam is voorgevallen even zeer der mededeeling waardig was. Wel vinden wij hiervan vrij naauwkeurig melding gemaakt in Wagenaars Geschiedenissen van Amsterdam, maar onze geschiedschrijver heeft zich, overeenkomstig den aanleg van zijn werk, slechts tot de voornaamste punten dier gebeurtenissen bepaald, terwijl ook de kennis van kleinere bijzonderheden hier, zoo als veelal, voor den naauwkeurigen beoefenaar der geschiedenis niet geheel van gewigt ontbloot is. Alzoo ben ik tot het besluit gekomen, om een afschrift te nemen van al hetgeen ik aangaande het begin van de openbare prediking der hervormden te Amsterdam en de beroeringen, welke bij deze gelegenheid hier hebben plaats gehad, in de resolutiën der Amsterdamsche Vroedschap vond opgeteekend. De volgende aanteekeningen bevatten derhalve niet eene verdediging of justificatie der handelingen van het | |
[pagina 56]
| |
stads-bestuur, gelijk de genoemde Gentsche geleerde heeft geleverd, maar het zijn eenvoudig de besluiten, door onze vroedschap ten aanzien der hervormden en hunne vergaderingen in die jaren genomen. Echter prijzen deze besluiten zich zelve aan door eene gematigdheid, welke men naauwelijks in die dagen en omstandigheden zou durven verwachten; eene gematigdheid, welke wij te meer zullen bewonderen, bedenkende, hoe de leden van het toenmalige bestuur onzer stad nog den ouden godsdienst hunner vaderen aankleefden. Ik ben mijne aanteckeningen begonnen met de kennisgeving van burgemeesteren aan den oud-raad, betreffende de komst alhier ter stede van twee hervormde predikanten, op den 5. Julij 1566, die voornemens waren op den eerstvolgenden zondag buiten de stad te prediken; ik heb ze geëindigd met de vermelding der vergiffenis voor het gebeurde, door burgemeesteren aan de burgerij geschonken, op den 26. Februarij 1567. Eigenlijk hadden, ten einde het overzigt van het voorgevallene bij den aanvang van de openbare prediking volledig te maken, hierbij nog de resolutien der vroedschap tot het einde van April 1567 gevoegd moeten worden. Want eerst op den 22. April verlangde de overheid van de hervormden, dat deze den predikdienst hier zouden staken, terwijl vijf dagen daarna de laatste predikatie gehouden werd, gelijk blijkt uit een onuitgegeven Kronijkje van Amsterdam, hetwelk ik nog eenmaal door den druk hoop bekend te maken. In hetzelve staat geschreven: ‘Anno 1567 den 27. April geschiedde de laatste predikatie te Amsterdam, toen de heer van Brederode met den adel en de predikanten uit de stad vertrok, zijnde dit de laatste verstrooijing der Nederlandsche gemeenten.’ Evenwel heb ik deze bekorting, ten einde niet in nuttelooze herhalingen te vervallen, noodig geoordeeld, daar men bijna alles, wat te Amsterdam gebeurd is van den 27. Februarij, den dag waarop Brederode te Amsterdam kwam, tot den 27. April, toen hij deze stad verliet, uitvoerig beschreven vindt in mijn verhaal van Brederode's verblijf alhier ten jare 1567. | |
[pagina 57]
| |
De resolutiën worden met dezelfde woorden en spelling, als waarin zij oorspronkelijk geschreven zijn, hier medegedeeld; waardoor de stukken van vroegeren tijd niet slechts hunne eigenaardige kleur behouden, maar tevens, mijns oordeels, eene meerdere aanspraak bezitten op geloofwaardigheid. Ik had dit opstel, even als de verdienstelijke Kervijn gedaan heeft, kunnen verrijken met talrijke bijlagen, ontleend vooral aan de Confessie- en Keurboeken van Amsterdam, doch de vrees, dat het kleine boeksken daardoor al ligt tot een lijvig boekdeel zou uitdijgen, heeft mij daarvan teruggehouden. Toen het afschrift bijna gereed was, besloot ik het geschrevene aan de tweede klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut ter plaatsing in de nieuwe reeks van hare verhandelingen aan te bieden; welk aanbod voor het derde deel door haar beleefdelijk werd aangenomen. Zoodra echter de onverwachte en door velen betreurde opheffing dier Koninklijke Instelling bekend werd, en daarmede de uitgave van hare werken noodwendig een einde nam, hebt gij mij de eer bewezen, om deze aanteekeningen te verzoeken voor de Berigten van het Historisch Genootschap. Gaarne voldoe ik aan dit verlangen, door mijne kopij ten dien einde aan u af te staan. Naar mij verzekerd is, hebt ook gij in den laatsten tijd u bezig gehouden, met bijdragen te verzamelen tot de geschiedenis der hervorming te Utrecht. Misschien wordt gij wel door mijn voorbeeld bewogen, om tevens uwen geschiedkundigen oogst in de gezegde Berigten bekend te maken, en alzoo mede iets bij te dragen tot vermeerdering der kennis van een tijdperk, hetwelk behoort tot de gewigtigste onzer vaderlandsche geschiedenis. Het Historisch Genootschap, hetwelk reeds zoo veel aan uwen onvermoeiden ijver is verschuldigd, zou daardoor nog eene nieuwe verpligting aan u bekomen.
p. scheltema. Amsterdam 30 Dec. 1851. | |
[pagina 58]
| |
Resolutiën.Ga naar margenoot+ Opten vijften dach Julij anno xvclxvi nae middage hebben heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten ouden raede deser stede angaende de zwaricheyt, die mijn heeren de burgermeesteren te voren gecomen es, als dat hier ter steds twee ministers ofte predicanten zouden gecomen wesen, die op sonnendage naestcomende buyten deser stede hen zouden onderwinden te prediken. Hoe mijn heeren voors. hen hierinne zouden hebben (te gedragen), oft zulcx gevallenGa naar margenoot+ zoude. Ende nae mijn heeren voors. op der saieke voors. gelet hadden, bevindende daerinne groote zwaricheyt an alle zijden, hebben voor 't eerst geresolveert, de voors. saicke te communiceren mitten xxxvi raiden, opdat men naemaels nyet en zal moegen de burgermeesteren imputeren, ofte de saicke voors. voerder verliep, dat God verhoede, oft andere inconvenient en gebuerden, dat men de voors. xxxvi raiden dair aff nyet en hadde al voeren geadverteert. Ga naar margenoot+ Opten vi. dach Julij anno xvolxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden noopende de saicke voors. ende hoe daerinne geraiden zoude zijn gedaen te werden. Ende overgeleyt der saicken gelegentheyt es bij henluden geresolveert, voer 't eerste de saicke een dach ofte twee aen te sien, ende met alle aernst in 't heymelick te vernemen, wat daer aff mach zijn, omme geen verweckinge noch oproeringe onder de gemeente te maieken. Dan waeren veel all van de voors. raiden van meeninge, dat men schutters in de poorten (moest plaetsen) mit eenen, die de | |
[pagina 59]
| |
incomende vreemden, ende van waer zij comen, mit hoeren logyse anteyckenen zoude, omme dairnae des avonts te vereysschen, ofte zulcx bevonden werdt ofte nyet, ende alzoe te moegen weeten, wat vreemden in der stede zijn. Maer indien de voors. saieke voerder verliepe van te prediken, tzij binnen ofte buyten deser stede, dat men alsdan wederomme zoude mogen communiceren, omme te raemen middelen, hoe men daerinne best remediëren zall. Opten xiii. Julij anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesterenGa naar margenoot+ wederomme communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende de saicke voors. ende hoe men nae deser tijts gelegentheyt dairinne best zoude moegen doen, tot verhoedinge van alle inconveniënten ende conservatieGa naar margenoot+ van de goede vrede deser stede. Ende overgeleyt der saicken gelegentheyt ende zoe tezer tijt (zoe veel mijn heeren voors. kunnen vernemen) tot Antwerpen eensdeels de saicke versacht, oick hier ter stede alnoch nyet zekerlicx voorhanden es, waeromme eenige wachte in de poorten oft anders op te stellen zoude noodich zijn ende daerduere apparentelicken te meer berueringe ende murmuratie zoe hier der stede als daer buyten zoude gebueren moegen, es bij de raiden voors. voer desen tijt geresolveert, gheen wacht in de poorten te stellen ende alnoch stille te sitten, dan altijts scerpe opsicht te dragen, omme te vernemen, wat alhier quaets, tzij mit prediken oft anders, tegen de placaten van s. co. mat. onsen g.h. angericht zoude moegen werden. Ende zoe verre hier off eenige zekerheyt vernomen werdt, dat men alsdan breder zal moegen communiceren, omme daerinne te remediëren naer gelegentheyt. Es voorts (opten xix. dach in Julio anno xvclxvi) bij deGa naar margenoot+ voors. raiden geresolveert opt vergaderen oft eeten van 't Vrouwen ghilde nae Assumptionem Mariae naestcomende, dat men voor desen tijt surcheeren zoude mitten voors. eeten, omme consideratien hiertoe de voors. raiden moverende. Voorts es opten xxv. Julij den voors. raiden voergelesen eenGa naar margenoot+ missive bij der hartoginne gescreven an deser stede van date den | |
[pagina 60]
| |
xxi. deser maent Julij, inhoudende omme mit alle goede middelen, overmits den periculoesen jegenwoordigen tijt te arbeyden, dat d'oude religie, d'obedientie an der co. mat., onsen aldergenadichsten heere ende goede vrede binnen deser stede geconserveert mochten werden op der compste zijner majesteyt, endeGa naar margenoot+ de stede wel te bewaren voor alle invasiën, overvallingen ende verderffenissen. Ende es bij de voors. raiden geresolveert, d'inhouden van den voors. briefve te lesen ende verelaeren den overluden van de schutteren ende anderen van de ghilden, omme henluden tot vrede, rust ende eendrachticheyt ende voorts tot d'effect van de voors. missive te induceren mit alle bequame middelen, ende tot deser stede bewaernisse ende beschermenisse te animeren, omme alle verloop, verderffenisse ende inconvenienten mit Goodts hulpe te verhoeden. Ga naar margenoot+ Op den lesten Julij anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende d'inhouden van den briefve an de burgermeesteren ende raiden deser stede op huyden gescreven bij de geloovigen (als de brief zegt), buyten de Haerlemmer poorte vergadert; aldaer zeker sermoen op huyden gedaen zal worden, ende hoe men in desen zoude doen tot verhoedinge van voerder quaet, ende overgeleyt der saicken gelegentheyt es bij de voors. raiden geresolveert, dat men voer desen tijt mit aller haest de poorten zal doen sluiten ende toehouden ter tijt toe anders geordonneert zal zijn, ende dat mijn heeren de burgermeesteren zouden doen vergaderen tegens thien vuren eerstcomende de overluden ende capiteynen van de drie schutterien, omme mit henluden te communiceren van de saicke voors. ende te versoucken an henluden, omme bijstant te hebben tot bewaernisse ende beschermenisse deser stede ende de inwooners van dien. Ende dat men alsdan op margen zoude vergaderinge doen van alle de schutteren, omme van de voors. saicke mit henluden te communiceren. Ga naar margenoot+ Op den v. dach in Augusto anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermcesteren communicatie gehouden mitten oude | |
[pagina 61]
| |
burgermeesteren ofte raiden deser stede angaende de predicatien, die buyten deser stede nu twemael gedaen zijn, ende hoe men hierinne beste zoude moegen remediëren oft weder gebuerde, overmits mijn heeren verstaen; datter groote menichte van volck, besonders op ghisteren in 't sermoen, buyten deser stede gedaen, es geweest. Ende nae de voors. raiden zeker missive, bij den raide van Hollant an deser stede gescreven, de voors, saicken angaende, voergelesen was, es bij henluden geraeden, dat men de cleyne poorten ende boemen, zoe wanneer men vernemen zal, dat wederomme gepredict zal werden, geslooten houden zal, stellende twee van de xxxvi raiden bij de schutteren in de drie hooftpoorten, die men oick gesloten zal houden, mits aldair tot discretie van de voors. bewaerders altemet openende 't clincket, omme deghenen die vuyt ofte inne begeeren te wesen, ende des noot zullen hebben, vuyt oft inne te laten, ten eynde d' ingesetenen deser stede ten voors. sermoene nyet wel en zullen moegen geraecken. Ende angaende de voerder provisie in der saicke voors. ende den voors. vuytganck ten sermoene te beschutten, es geresolveert, dat mijn heeren de burgermeesteren zeker bewerp zullen doen maicken, omme den xxxvi raiden ende dairnae den overluden ende capiteynen van de drie schuttenen, oick den ghilden voer te houden, ten eynde alle dinck met eendrachticheyt ende verhoedinge van commotie ende twist te werck zal moegen gaen. Op huyden den vi. dach van Augusto anno xvclxvi hebbenGa naar margenoot+ mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op der saicke van de predicatien, hier buyten der stede op eerghisteren ende op den lesten JulijGa naar margenoot+ lestleden geschiet ende opt scrijven van den raide van Hollant in date den derden deser maent, beruerende de saicke voors. Welcke missive ofte scrijfven den voors. raiden voergelesen worde mit zeker bewerp, bij de burgermeesteren geconcipieert, omme bij advijse van de voors. raiden, mitsgaders van de overluden ende capiteynen van de drie schuttenen ende van de ghilden te doen publiceren, streckende tot dien eynde, dat hem elck zoude wach- | |
[pagina 62]
| |
ten te comen ofte hem te vinden in de voors. predication, omme die te anhoeren, achtervolgende de placate zijner co. ma. onsen g.h. daerop den ix. Julij lestleden hier ter stede gecundicht, ende omme tselue anhoeren den ingesetenen deser stede te beletten tot verhoedinge van meerder quaet. Ende nae bij de voors. raiden op d'inhouden van de voors. placate ende bewerp ende der saicken gelegentheyt gelet was, es bij henluden geresolveert, voer desen tijt te supersederen mittet inhouden van 't voors. bewerp ofte project te publiceren, verwachtende eerst wat bij der hoocheyt van de hartoginne ofte van den prince van Orangien, stedehouder deser landen, (an den welcken bij den raide van Hollant gescreven es) ofte bij de gedeputeerden deser stede, tot Brusele wesende, gescreven oft anders verwitticht zal werden, omme alle commotie te verhoeden, maer dat men de poorten ende boemen deser stede, cleyn ende groot (als men vernemen zal dat buten deser stede wederomme gepredict sal werden) toegeslooten zal houden, mits dat men dan oick in de drie hooftpoorten bij de schutteren die bewaerende, vougen zal twee ofte meer vuyten xxxvi raiden, omme dezelve hooftpoorten te bat te bewaren, ende nyemande daervuyt ofte inne te laeten dan degheenenGa naar margenoot+, die henluden naer hoerluder discretie beduncken zal, des noodich ofte behoorlick te zijn. Ende heeft mede den voors. raiden guet ende geraeden gedacht, dat mijn heeren de burgermeesteren de gilden ontbieden ende henluden mit alle bequaeme middelen induceren zouden tot vreede ende eendrachticheyt, achtervolgende 't scrijfven van de co. maj. onsen g.h. eerst ende hiernae zoe bij der hartoginne regente, als bij den raide van Hollant, an deser stede gedaen, ende dat men dezelve ghilden mit alle vruntlicke manieren onderwijsen ende aen henluden versoucken zoude, dat zijluden hen nyet en zouden begeven, omme de voors. sermoenen ofte vreemde leeraers te hoeren, oick hoere huysgesinnen, huysvrouwen ende kinderen daeraff zouden houden, omme te beter vrede, vruntscap ende cenicheyt in deser stede te conserveren tot | |
[pagina 63]
| |
welvaeren derselver ende aller ingesetenen van dien. Waeren oick eenigen van de raiden voors. van advijse, dat mijn heeren de burgermeesteren zouden maicken zeker poinct, dienende omme de voors. leeraers ende hoere complicen oft adherenten te resisteren, indien zij hen onderwinden zouden willen binnen deser stede oft hoere vrijheyt te prediken, alzoe die schutters hen daertoe wel gesint te zijn verclaert hebben, ende tzelve project den voors. raiden voor te houden, omme te voercommen de voors. predication, aleer die zouden geschieden. Ga naar margenoot+ Opden ix. dach Augusti anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, angaende de saicken van de predicatie, die mijn heeren de burgermeesteren hadden verstaen, dat up margen oft overmargen, beyde wesende heylige dagen, buten deser stede bij de vreemden predicanten gedaen sal werden. Ende nae op der saicken gelegentheyt was gelet, es bij de voors. raiden geresolveert de poorten groot ende cleyn ende oick de boemen deser stede geheel ende all up margen voormiddage ende totter middage toe gesloten te houden, ten eynde nyemande van deser stede poorters ofte inwooneren hem zal moegen begeven, omme de voors. predicatien te anhoeren oft hen daerinne te laeten vinden, opdat alle voerder inconvenienten, die vuyten voors. predicatien apparentelicken zouden moegen spruyten, verhoet ende belet mochten werden. Ga naar margenoot+ Oick es metten voors. raiden gecommuniceert van tgeene bij de gedeputeerden van de staten tot Brusele gebesoigneert es in der saicke van de requeste, bij de staten in den Hage geconcipicert, omme der hoocheyt van de hartoginne overgeesie geven te werden, ten eynde die inquisitie ende placaten, der heresie beruerende, mochten werden gemitigeert. Ende zoe dezelve requeste bij de voors. gedeputeerden, eensdeels tot Brusele verandert, ende daerop zeker appoinctement bij der hoocheyt voors. gegeven ofte zeker apostille doen teyckenen es, soe es deselve requeste mitte voors. apostille den voors. raiden voorgelesen. Dewelcke gehoort hebbende d'inhouden | |
[pagina 64]
| |
van dien, ende alsoe hierop in den Hage dachvaert zal gehouden werden, soe hebben deselve raiden gecommitteert den ghenen, die van deser stede wegen in den Hage ter dachvaert zullen wesen, omme aldaer te doen bij de meerder stemmen, mits de voors. raiden doch meenden, dat hierop wederomme rapport vallen zoude. Ga naar margenoot+ Op den xvi. dach in Augusto anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende de saicke van de nyeuwe predicatien, die mijn heeren verstaen, dat op handen zouden zijn, ende oick dairaft spraicke es onder der gemeente, dat onderstaen zouden werden, om gedaen te werden binnen deser stede. Ende alsoeGa naar margenoot+ daer vuyt groote beruerte ende andere inconvenienten zouden moegen comen totter geheeler ruyne ende verderffenisse deser goeden stede ende van de ingesetenen van dien, oick overgemerct der voors. saicken gelegentheyt, soe es voor 't eerste bij de voors. raiden geresolveert, de voors. predicatien binnen deser stede geenssins te lijden, maer dien te resisteren. Ende soe der voors. saicken angaende die schutteren deser stede lestmael gesproken wesende geaccordeert ende verclaert hebben, dat zijluden dezelve predicatie binnen deser stede mede nyet van meninge waeren te gedoegen, soe es bij de voors. raiden mede geresolveert, dat men de voors. saicke op morgen der schutterien, elck in zijnen doelen, zoude renoveren, mit alle goede redenen, middelen ende vermaninge, daertoe best dienende, omme te persisteren bij hoere voergaende resolutie ende te helpen resisteren, de voors. predicatien te geschieden binnen deser stede. Voorts is den voors. raiden voorgehouden zeker concept, hiernae geinsereert, omme bij tijde van clockeslach te werck te stellen, als men versekert zoude wesen de voors. predicatien binnen deser stede te gebueren, dwelck den voors. raiden wel aenstonde ende bij henluden geavoijeert worde. Ende heeft den voors. raiden mede guet ende geraeden gedacht, dat wijn heeren de burgermeesteren zekere middelen, die men den | |
[pagina 65]
| |
schutteren zoude voorhouden, zouden concipieren, omme bij dezelve middelen de schutteren te moveren ende t'induceren tot defensie deser stede ende de conservatie van dien, ende de voors. middelen den raiden voors. op den naenoene voor te houden ten vier vuren. Op welcker vure de voors. raiden te vreden waeren sonder voerder aenspreken op de raetcamer te vergaderen. D'inhouden van 't voors. concept. Mijn heeren de burgermeesteren mitten xxxvi raiden deser stede zijn eendrachtelicken geresolveert, dat men gheen nyeuwe predicatien binnen de mueren deser stede zal toelaten te predikenGa naar margenoot+, maer dat men dezelve predicanten mitter daet bij den schout zal doen apprehenderen. Dat d'oude schutters bij clockeslach, bij tijde van noode ende van predicatien, als voeren zullen comen op der marct voor 't stadthuys, ende bij storm ofte onweder op 't zegelhuys mit hoeren geweere. Die voetboechschutters oick zullen comen op der marct omtrent der waege, ende bij storm ofte bij onweder op der nyeuwe wage, oick mit hoeren geweere. Die hantboechschutters op der marct omtrent de craemen, ende bij storm ofte onweder op 't gasthuys ofte zaele van der stedehuys, mit hoeren geweere als voeren. Dat men in gevalle van den voors. noodt voer elcke poorte setten ofte ordonneren zal een rot van de schutters, omme die te bewaeren ende goede toesicht totte zelve poort te dragen. Dat die meters, setters ende bierdragers te samen zullen comen op der vischmarct ende op den Damsluys, ende dat daer onder gestelt zullen werden drie capiteynen ende een capiteyn voor superintendent, omme tot dienst van de burgermeesteren aldaer tot alle tijden bereyt te wesen, omme den officier t' assisteren, indien 't noot zij. Dat in gevalle als voeren die wethouders mitten xxxvi raiden zullen comen op 't stadthuys, omme met malcanderen te helpen raeden, alzoe ten oerbaer dienen zal. | |
[pagina 66]
| |
Die schout met zijnen substituyt ende dienaers mitter stede wacht zullen comen in den vierschaere voer 't stadthuys. Die reste van de burgeren ofte burgerie elck op zijn houffslach, volgende die nyeuwe ordonnantie, mits dat men op elck houffslach noch stellen zal een opper-capiteyn mit een lieutenant, waeronder alle de capiteynen van 't houffslach staen zullen. Ga naar margenoot+ Es mede bij de voors. raiden geresolveert, nopende tgheene gemoveert worde van den minister der Minderbroeders oerde die hier corts comen zal omme hem te verwilligen zekeren tijt alle dagen alhier een sermoen te doen, omme de gemeente te verwecken tot eendrachticheyt ende obedientie, alsoe hij een excellent man is, dat men den voors. minister wel zoude moegen versoucken ende verwilligen op enige heylige dagen te prediken, maer nyet op werckedagen, omme nyeuwicheyt ende commotie te schuwen. Ga naar margenoot+ Op den xxii. dach in Augusto anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, beruerende de resolutie bij de schutteren genomen ende den burgermeesteren overgelevert op de vermaninge ende articulen henluden den xvii. deser maent voorgehouden, innehoudende de voors. resolutie onder anderen: dat dezelve schutteren nyet geraeden dunct, d'inhouden van een der voors. articulen, zeggende, dat de gezwoeren meters, setters ende bierdragers bij tijde van clockeslach zouden vergaderen op den Damsluys. Ende zoe mijn heeren de burgermeesteren hen hierinne beswaert vinden, alsoe tzelve zoude strecken tegens de resolutie bij de xxxvi raiden genomen den xvi. deser maent, hebben zij hierop begeert raet, hoe men hierinne handelen zoude. Ende nae hierop bij de voors. raiden was gelet, es bij de voors. raiden geresolveert, dat men zoude ende behoorde te blijfven bij de resolutie, bij de xxxvi raiden genomen. Dan omme den schutteren te gemoet te gaen, heeft den voors. raiden guet gedacht t'ontbieden d'overluden ende eapiteynen van de schuttenen ende henluden met goede ma- | |
[pagina 67]
| |
nieren te induceren, omme te accorderen in de voors. articule. Ende oft zijluden daerinne zwaricheyt maickten, dat men alsdan zoude den voors. draegers, setters, meters moegen ordonneren opt 't kerckhoff oft andere plaetse te vergaderen. Maer angaende de vermeerderinge van de schutterie, in der voors. resolutie mede geruert, es gestelt in surceantie voor desen tijt. Es voorts mitten voors. raiden gecommuniceert angaende d'inhouden van de resolutie van de voetboechs ende hantboechsschutteren, die eensdeels confuys schijnt te wesen endeGa naar margenoot+ luttel ter defensie ofte materie dienende. Waerinne mijn heeren de burgermeesteren oick swaricheyt ende inconvenienten bevinden. Ende nae dezelve den voors. raiden waeren voorgehouden, es bij henluden geresolveert, de voors. inconvenienten ofte onverstandt, bij de burgermeesteren den overluden ende capiteynen van de twee voors. schuttenen voorgehouden te werden, ende henluden met alle goede middelen t' induceren, omme te accorderen in der resolutie van de cloveniers-schutteren, ende oft zulcx bij de voors. overluden ende capiteynen nyet verstaen en worde, dat men alsdan hieroff zoude communiceren mit elcken van de voors. twee schuttenen apart, omme hierop hoere sekere resolutie te hebben. Ga naar margenoot+ Op huyden hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede noopende zekere assistentie, die mijn heeren de burgermeesteren van meeninge zouden zijn te nemen tot hoerluder versekertheyt in desen periculeusen tijt ende beter verhoedinge van alle quaet oft overdaet, dwelck in de kercken deser stede anderssins zoude moegen gebueren. Ende overgeleyt der saicken gelegentheyt es bij de voors. raiden geresolveert, dat mijn heeren de burgermeesteren tot hoerluder dienst ende versekertheyt veertich oft vijftich goede geschickte burgeren zouden aennemen op een redelijck sallaris totter stede coste te betaelen. Actum den xxiiii. Augusti anno lxvi. Op den xxv. dach in Augusto anno xvclxvi hebben mijnGa naar margenoot+ | |
[pagina 68]
| |
Ga naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede noopende tgeene henluden angegeven es bij eenige getruwe ende treffelicke poorters deser stede, dat omme alle periculen van seditie ende bloetstortinge ende andere inconvenienten, die dair vuyt zouden moegen verrijsen, te eviteren ende te verhoeden, geraeden waere de beelden in der Nyewer kercke off te nemen, mitsgaders de altaeren, ten eynde dezelve, als in d' Oude kercke onlancx gebuert es, bij gheen tumulte bij de quaetwillende offgebroocken, geschent ende vernielt zouden werden. Ende naer op de voors. saieke, wesende van grooter importantie, eenigen van de schutterie gehoort ende op der saicken gelegentheyt in 't lange bij de raiden gelet was, es bij henluden, omme 't meeste quaet mittet minste te verschutten, geresolveert, dat men de beelden ende altaeren, die eenichsins bequamelicken offgenomen moegen werden, in der voors. kercke zoude offnemen ende vuytter kercke doen brengen, omme nyet bij andere quaetwilligen geheel ende all vernielt te werden ende opdat andere voerdere inconvenienten voercomen ende verhoet zouden moegen werden, besondert overmits duer 't voors. middel verhoopt wordt, dat andere kercken ende cloosteren deser stede te zekerder zullen zijn ongeturbeert ofte bescadicht te blijfven. Ga naar margenoot+ Alsoe mijn heeren van de xxxvi raiden mitten gerechte deser stede, overmerckende de lasten ende periculen teser tijd voor oogen wesende, aen eenigen van de schutterie versocht hebben te adjusteren goede middelen mitter gemeene schutterie, omme rust ende vrede te moegen houden binnen deser stede, ende dezelve schutteren bij hoere gecommitteerden den raide overgelevert hebben zekere articulen, zoe hebben mijn heeren van den raide ende gerechte de voors. articulen gevisiteert hebbende geresolveert in manieren hier naervolgende. In den eersten angaende 't eerste articule, ludende aldus: In den eersten dat mijn heeren zullen de beelden vuytten kercken doen, zoewel die cleyne als de groote kercken, es omme voerder inconvenienten te schuwen, geaccordeert, dat | |
[pagina 69]
| |
mijn heeren de voors. beelden in alle kercken zullen doen ewech nemen. Op 't ii. articule, ludende aldus: Ende dat mijn heeren die kercken zullen toesluten, zonder eenige dienst daerinne te doen, es geresolveert, dat omme zekere consideratie de kercken zullen bij provisie geslooten gehouden blijfven, ende dit all ter tijt toe de resolutie bij der hoocheyt van de hartoginne ende de heeren van der oorde gecomen zal wesen. Op 't iii. articule, ludende aldus: Dat mijn heeren zullen vrij onbelet de predicatie buten der stede laeten geschien, zoo wel die hoorders als die predicanten, ende bij onweder der siecken kerck ende hoff daertoe zouden moeten gebruycken, es geaccordeert voer desen tijt te tolereren. Op 't iiii. articule, ludende aldus: Dat de burgeren, des begeerende bij ziecte zullen moegen een guet priester oft een ander diender der kercke laeten bij hen comen, om henluden te moegen laeten communiceren, achtervolgendeGa naar margenoot+ haerluder conscientie, es mede bij provisie als voeren geaccordeert. Op 't v. articule, ludende aldus: Omme alle rumoeren te stillen, dat mijn heeren hoerluder pastoeren stille mitten sacramente zouden totten siecken laeten gaen, es geaccordeert als voeren. Op 't vi. articule, ludende aldus: Dit gedaen zijnde, zouden mijn heeren op starcke correetie verbieden, dat nyemant voertaen in eenige cloosters ofte kercken zouden moegen breken ofte eenige schaede doen, es mede geaccordeert, dat men zulcx verbieden zal, op pene van lijffstraffinge, altijts tot moderatie van den gerechte, nae der saicken gelegentheyt. Angaende 't vii. articule, ludende aldus: Dat oick verbooden zoude werden op groote correctie, dat nyemant hem onderwinden zal d' een d' ander qualicken toe te spreken ofte te verbitteren mit woorden ofte wercken vuyt saicke van hoeren gelove, maer elcken laeten in zijn vreede, | |
[pagina 70]
| |
es mede geaccordeert op straffinge van den gerechte, nae der saicken gelegentheyt. Actum den xxvi. Augusti anno xvclxvi. In kennisse van mij Frans van Delfft.
Ga naar margenoot+ (Nota bene. Dit behoert voer te staen fol. 24 ende es verleyt geweest.) Op den xxi. Augusti anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten ouden raide deser stede, angaende dat mijn heeren in 't heymelicke onderlicht zijn, geleden een vure oft anderhalff, dat men ten thien vuren voer desen voernoene buten deser stede op de Lastaige binnen deser stede vrijheyt zoude prediken, ende hoe men hierinne best zoude doen, omme daerinne te voersien. Ende nae den voors. raiden voorgelesen waere de missive bij de Majesteyt an der stede gescreven ende op ghisteren alhier ontfangen, van date den lesten Julij, mitsgaders de resolution bij de schuttenen gegeven, op de vermaninge henluden onlancs gedaen, ende de articulen, henluden voirgehouden ende gelevert, heeft den voors. raide guetgedacht, dat men voer desen tijt zoude mitte voors. predicatie moeten patientie hebben, dan dat men in gevalle van dezelve predicatie voer desen tijt alleenlicken zoude eenigen committeren ende zeynden an den predicant, om hem te adverteren, dat hij hem niet en onderwinde binnen deser stede vrijheyt te prediken, ofte dat bij de regenten daer anders inne voersien zal werden, naevolgende den briefve ende 't scrijfven van de Majesteyt ghisteren ontfangen Ende meenden de voors. raiden alzoe de schutteren schijnen nyet wel te genoegen an een van de articulen voors., daerbij de bierdragers, setters enz. geordonneert zijn mit hoer geweer te comen op de Middeldam, dat men, omme henluden eenichsins te contenteren, dezelve arbeytsluden bij advijse van de xxxvi raiden zoude moegen ordonneren te comen op d' appelmarct ofte op 't kerckhoff van de nyeuwe prochykercke. Ga naar margenoot+ Op huyden den lesten dach in Augusto anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren den xxxvi raiden deser | |
[pagina 71]
| |
stede voergehouden ende doen lesen de missiven, zoe bij derGa naar margenoot+ hartoginne van Parma, gouvernante deser Nederlanden, als bij den Prince van Oraignen ende den hove van Hollant an deser stede gescreven, mitsgaders de articulen daerinne geslotenGa naar margenoot+, inhoudende d' antwoorde bij der hoocheyt van de hartoginne den xxiii. deser maent Augusti gegeven den edelen, die requeste an haer hoocheyt hebben overgegeven. Daerinne onder anderen wert verhaelt, dat zijne Majesteyt verstaet te mainteneren ende t'onderhouden de warachtige oude catholijcke religie, ende dat de gouverneurs, raidtsluden, officieren ende wethouders hoer geheele beste doen zullen, opdat hangende de compste van zijne Majesteyt (die haer hoocheyt scrijft wel cortelinge te sullen geschieden, omme order te stellen) geene inconvenienten te zullen gebueren. Ende naedat den voors. raiden was gevraecht, wat hen guet dochte, oft men tgunt voors. staet zoude publiceren in der maniere, als tselve es geprojecteert ende den voors. raiden voergelesen, es geresolveert, dat men mitter selve publicatie noch zal supersederen, ende dat men stracx zenden zal an de excellentie van den prince van Oraignen ende versoucken van deser stede wegen, dat zijn excellentie gelieve weder alhier te comen, dat men voorts de kercken zal houden gesloten ende nyet nyeuws daerinne te beghinnen ofte attempteren. Ga naar margenoot+ Op den derden Septembris xvclxvi is bij de xxxvi raiden nopende de publicatie, in der voergaende resolutie gementioneert, verclaert, dat zij persisteren bij resolutie aldaer genomen, als dat men gheen publicatie zal doen, noch beghinnen eenighe nyeuwicheyt in der kercke ofte elders ter tijt toe, dat bij der hoocheyt van de hartoginne, de princelijcke excellentie ende de heeren van der ordre anders daerinne zal wesen voersien. Ga naar margenoot+ Hiernae is mijn heeren voors. bij de opper-capiteynen van de drie schuttenen gepresenteert zeker requeste, henluyden, als zij seyden, overgelevert van wegen eenen van de vreemde predicanten, die hem noempt Peter Gabriël, omme voorts aen de xxxvi raiden gepresenteert te werden. Ende nae dat den | |
[pagina 72]
| |
voors. raiden de voors. requeste was voorgelesen, hebben deselve raiden eendrachtelicken geresolveert, dat men egheensins sal gedoogen den vreemde predicanten binnen deser stede te laten comen, noch daer binnen te preecken, noch oick gedoogen eenige nyeuwicheyt te geschieden, volgende de voorgaende resolutie, contrarie 't accordt ende de publicatie bij advijse van de schutterie gedaen, ten tijt toe dat bij der hoocheyt van de hartoginne van Parma, mitgaders de princelijcke excellentie ende de heeren van der oorde daerinne version zal zijn. Ga naar margenoot+ Op den vi. Septembris anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede noopende een articule, begrepen in de poincten, bij advijse van de schutterie den xxvi. Augusti lestleden alhier gepubliceert, inhoudende, dat de burgeren des begerende bij zieckte zullen moegen laten bij hen comen een priester ofte dienaer der kercke, omme henluden te mogen communiceren ofte berechten nae haerluder conscientie. Vuyt crachtc van welck articule eenigen van de principale hoofden van de schutterie hebben versocht, dat men zoude accorderen, als dat een predicant van buten zoude moegen innecomen, omme de ziecken, die hem zouden begeeren, te moegen communiceren. Waerinne mijn heeren de burgermeesteren zwaricheyt vindende, hebben versocht raet an de xxxvi voors. Welcke. raiden, overgemerct der saicken gelegentheyt, hebben geresolveert, dat men de voors. hoofden ofte gecommitteerden mit alle goede middelen zoude induceren, omme te willen voer desen tijt pacientie hebben, alsoe men alle dage ordonnancie ende bescheyt wachtende es van der hoocheyt van de hartoginne regente ofte anders van boven, ende zoe verre de voors. hoofden ofte gecommitteerden hiermede nyet en zouden genoegen, dat men dan voerder hierop zoude moegen communiceren mitten raiden voors. Ga naar margenoot+ Es mede gecommuniceert, angaende dat eenigen vuyten gerechte ende van de raiden deser stede vytter stede reysen in desen perticuloesen tijt, zulcx dat men hoerluder hulp ende | |
[pagina 73]
| |
raet wel te doen zoude hebben, ende mits hoer afwesen nyet hebben en can. Ende es bij de voors. raiden geresolveert hierop ordonnantie te maicken, nyet vuytter stede te moeten reysen, dan om merckelicke redenen ende bij consente van de burgermeesteren, ende dat men deghenen, die vuytgereyst zijn, inne zal ontbieden ofte bescrijfven. Ga naar margenoot+ Op den vii. dach in Septembri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende tgeene bij der hartoginne regente an deser stede gescreven es op de articulen alhier bij der schutterie oft hoere gecommitteerden den raide voergehouden ende bij den raide eensdeels geaccordeert den xxvi. Augusti lestleden ende mitter trompette gepubliceert. Ende nae bij Joost Buyck Zijbrantsz. ende Garbrant Claesz. Banninck, tot Antwerpen ende Brusele geweest hebbende, den voors. raiden gerapporteert was van tgene zijluden hadden gebesongneert ende de voors. missive van der hartoginne gelesen was, mit zekere missive bij Jan Claesz. van Hoppen, burgermeester, ende mr. Adriaen Zandelijn, pensionaris, ende gedeputeerden deser stede, vuyt Antwerpen gescreven, soo es bij de voors. raiden geresolveert, de missive van de hartoginne te doen lesen den gedeputeerden van de schuttenen, hiertoe geroupen zijnde. Dewelcken comparerende, es dezelve missive voergelesen ende henluden daeraf gelevert copie auctentijck mit een geprint quoijere daerinne, bij der hartoginne besloten overgesonden, omme d' inhoudeu van dien hoeren mede-capiteynen voer te houden. Ende es hiernae bij de voors. raiden geslooten, dat mijn heeren de burgermeesteren ende van den gerechte de voors. missive ende besloten geprinte quoijer den voors. capiteynen van de drie schutterien zelver voerhouden zouden, omme te meer vuyt hoer auctoriteyt dezelve capiteynen te bewegen tot eendrachticheyt ende onderhoudt van tgcene in de voors. missive ende quoyer verclaert staet. Waernae de voors. gedeputeerden weder inne geroupen zijnde, es henluden de laste, van de voors. intimacieGa naar margenoot+ den voors. capiteynen te doen, afgenomen, bedanckende | |
[pagina 74]
| |
mijn heeren voors. de voornoemde gedeputeerden, dat zijluden tot noch toe hoer devoir hadden gedaen, omme tot vreede te spreeken ende t' onderhouden, ende alle voerder inconvenienten te helpen verhoeden. Ga naar margenoot+ Voorts es bij de voors. raiden geslooten ende voor 't beste aengesien, dat men noch een dach off twee mittet openen van de prochijkercken ende diensten daerinne gedaen te werden supersederen zoude op der compste van Jan Claeszoon van Hoppen, burgermeester, alzoe mijn heeren verstaen, dat hij op wech es te huys te comen mit eenigen vuyten raide van Hollant, gecommitteert bij den prince van Oraignen, omme de regierders deser stede in raede ende daet te assisteren ende alle dingen met gevoucklicheyt neer te helpen leggen, ende alle beruerte, onrust ende inconvenienten te verhoeden. Ga naar margenoot+ Op den xiii. Septembris anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op d' inhouden van zekere articulen, bij de burgermeesteren geraemt, omme geordonneert ende gepubliceert te werden. Ten fijne, dat men naevolgende 't scrijfven ende bevel van de hartoginne ende achtervolgende de resolutie bij haer hoocheyt in den name der co. mat. onlancx gegeven den geconfereerde edelen op haerluder requeste, haer hoocheyt gepresenteert, zoude openen de kercken, den dienst Goodts daerinne doen, ende oick de predicanten buten deser stede tolereren, omme rust ende vrede hier ter stede te moegen gehouden werden, als dezelve articulen dat breder innehouden, dewelcke oick bij de commissarijssen, hier ter stede bij den hove van Hollant geordonneert, voor guet aengesien worden. Ende nae de voors. articulen mitte commissie van de voors. commissarijssen den voors. raiden voergelesen waeren, mit andere stucken, tot deser materie dienende, es bij de voors. raiden geresolveert, dat men der voors. articulen angaende (die nochtans henluden wel smaickten) nyet en zoude procederen, dan bij voorgaende advijs van den raide van Hollant, an denwelcken oick de voors. commissarijssen begeerden te | |
[pagina 75]
| |
scrijfven. Ende dat voorts van noode zal zijn, yemande van de burgermeesteren mit eenigen vuyten xxxvi raiden te schicken an den prince van Oraignen, omme zijne excellentie, ende indien 't selve nyet en gebueren en kan, een ander hooft ende overste te vererigen in zijne plaetse, die daertoe bij der hartoginne ende zijne excellentie van der Majesteyts wegen geordonneert zoude werden tot deser stede bewaernisse, mit volle last ende bevel, omme hier ter stede in de voors. articulen, ende tot tgheene daerin verclaert staet, ende anderssins, zoe hier ter stede dienen sal, te besongneren, zulcx dat tgeene voors. staet, bij der hooger handt gedaen mochte werden, ende alle murmuratie, opspraecke ende beruerte, die vuyter openinge van de kercken ende continuatie van de diensten Goodts zouden moegen spruyten, verhoet mochten werden,Ga naar margenoot+ verstaende meest al de voors. raiden, datter anders gheen obedientie gehouden zal werden, tzij, tgeene voorscreven, es bij der hooger handt geordonneert ende geëffectueert werdt. Ga naar margenoot+ Op den xix. dach in Septembri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede noopende zeker concept bij de commissarijssen, duer 't scrijfven van den prince van Oraingnien, stadthouder deser landen, bij den hove van Hollant alhier gesonden ende tot assistentie van de regierders deser stede geordonneert, gemaict omme bij een duerwaerder te doen publiceren de resolutie, bij der hartoginne regente den xxv. Augusti lestleden den geconfedereerde edelen gegeven. Ende oft men vuyt crachte van 's scrijfven bij den voors. stadthouder an den voors. hove gedaen, zoude openen de prochijkercken deser stede, omme de diensten Goodts te doen. Ende nae 't voors. concept den voors. raiden voergelesen ende op der voors. saicken gelegentheyt in 't lange bij de voors. raiden gelet was, besondert op de resolutie den xiii. deser maent genomen op de articulen ofte concept bij den gerechte beruerende de religie beyder zijden geraemt ende andere zwaricheden, alnoch voer oegen wesende, es bij de voors. raiden geresolveert de kercken alhier noch ge- | |
[pagina 76]
| |
slooten te houden, omme inconvenienten te verhoeden, ende dat alnoch gesonden sonde werden an de princelicke excellentie voors. ofte an der hartoginne, omme alhier te hebben zijne excellentie ofte een ander overhooft van ontsich, omme in de voors. articulen ende anders, zoe hier ter stede bequamelicxt dienen sal, te ordonneren ende ordre te stellen tot conservatie van alle vrede ende eendrachticheyt ende verhoedinge van alle beruerte ende verloop. Ga naar margenoot+ Op den xx. dach in Septembri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede noopende omme te doen publiceren bij de commissarijssen, alhier wesende, de resolutie bij der hartoginne regente gegeven den geconfedereerde edelen, achtervolgens den concepte, bij de voors. commissarijssen geprojecteert ende op ghisteren den raiden voors. voergelesen, omme hierinne volcomen te werden 't scrijfven van der hartoginne voors. ende van mijn heere den prince stadthouder deser landen, oick van den raide van Hollant, ende omme t'eviteren d'indignatie van de majesteyt ende andere voors. heeren, ende dat nyemant ignorantie van de voors. resolutie zoude moegen pretenderen, mits de voors. publicatie gedaen zijnde, des nyetemin overmits de aenstaende kerckmisse ende andere redenen, ende omme alle inconvenienten te schuwen, de hooftkercken zouden geslooten blijfven. Ende nae mijn heeren voors. op de gelegentheyt deser saicke hadden gelet, es bij henluden geresolveert, alnoch voor een tijt te supersederen mitte voors. publicatie, opdat men breeder bescheyt van deser stede gedeputeerden ontfangen hebbende (d' welck men corts verhoopt) de voors. publicatie doe, ende dan de kercken gelijckelicke openen ende alzulex 't voors. scrijfven ende de voors. publicatie volcomenlicken effectueren zoude moegen. Ga naar margenoot+ Es gecommuniceert mitten voors. raiden, angaende de nyewicheyt op ghistheren den xxv. dach Septembri gebuert, zoo in der Nyewe kerek als op 't kerekhoff van d'Oude kerck, in de begravinge van twee personen, ende dat over deselve be- | |
[pagina 77]
| |
gravinge zekere psalmen ofte liedekens, bij de persoonen, daeromtrent wesende, openbaerlicken zijn gesongen geweest. Ends omme hier tegens te voorsien, bij den gerechte beraempt es zeker ordonnantie, die voertaen zoude gehouden werden in de begravingen. Ende nae hierop bij de voors. raiden gelet was, heeft den voors. raiden guet gedacht, hierop bij den gerechte zeker ordonnantie gemaict te werden, omme te verhoeden, dat duer de begravinge van de dooden geen voerder inconvenienten gebueren. Op den xxvii. dach in Septembri anno xvclxvi, zijn eenigeGa naar margenoot+ gecommitteerden van de schutterie gecompareert in der heeren camere, doende zekere verclaringe ende versouck in presentie van de burgermeesteren, scepenen ende xxxvi raiden, aldaer vergadert, dat, omme tot verzekertheyt van te beter vreede te comen, mijn heeren zouden willen accorderen den luden van de nyewe religie, d'oude prochykercke of andre kercken, als de Minrebroeders kercke ofte andere capellen, omme aldaer haer predicatien ende religie t' exerceren. Ende oft mijn heeren voors. hierinne zwaricheyden zouden bevinden, dat mijn heeren zouden geliefven twee van de haeren te committeren, omme mit twee, die bij der nyewe religie zouden werden gedeputeert, te reysen an de princelicke excellentie van Oraegnen, stadthouder deser landen, ende gelijckelicken te versoucken omme een kercke off twee binnen deser stede te hebben, tot behouff als voeren. Opdat zijn excellentie hierinne tot onderhoudenisse van de vreede ende verhoedinge van voerder inconvenienten ordonneren zoude moegen. Welcke verclaeringe ende versouck gehoert zijnde, hebben mijn heeren voors. hierop begeert hen te beraeden, omme den voors. gecommitteerden guet antwoort te gheven. Dewelcken vertrocken zijnde vuyter voors. camere, es de voors. saicke bij de voors. heeren geleyt in communicatie ter presentie van den hoochgeleerden heer, meester Reynier van der Duyn, raet in den hove van Hollant, een van de twee heeren commissarijssen bij denselven hove, tot assistentie van de regenten deser stede geordonneert. | |
[pagina 78]
| |
Ende naedat op de gelegentheyt der voors. saicke gelet was, es bij de voors. heeren, oock bij advijse van den voors. commissarijs, geresolveert, den voors. gecommitteerden te gheven voor antwoorde op hoer verclaringe voors., dat in de macht van mijn heeren voorscr. nyet en is, eenige kercke binnen deser stede hunluden te gunnen, om aldaer de nyewe religie t' exerceren, maer dat tzelve bij der hoocheyt van de hartoginne regente, ofte bij de voors. princelijcke excellentie zoudeGa naar margenoot+ moeten werden geaccordeert. Ende angaende, dat mijn heeren twee van de heeren zouden deputeren, omme mit twee van der nyeuwer religie wegen te reysen, ende versoeck te doen an de voors. princel. excellentie, dat mijn heeren voors. voor guet zouden vinden twee vuyten hoeren oft van andere goede treffelicke burgeren deser stede te deputeeren, omme te reysen mitten twee gedeputeerden van de nyewe religie aen zijne excellentie, denzelven gedeputeerden te doen assistentie, ende in 't versouck, dwelck an deselve excellentie gedaen zoude werden, omme eenige kercke ofte kercken, ten fijne als voren, te vercrighen, omme hierin ne den luden van de nyeuwe religie vorderinge te doen, zoo veel des doenlick zal zijn. Ten eynde alle vrede hier ter stede geconserveert mochte werden. Welck antwoorde zulcx als vooren, hiernae den voors. gecommitteerden es gegeven. Ga naar margenoot+ Op den xxvii. dach in Septembri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren mit scepenen ende xxxvi raiden deser stede ter begeerte van de gecommitteerden van de schutterie geaccordeert bij provisie ende omme beter vreede te houden, dat men de dooden, die in de prochie-kercken begraven werden, zoude moegen aldaer brengen ende begraven mit vreede, ende dat men aldaer in de begravinge van dien zoude moegen psalmen singen, als den luden van de nyewe religie zoude guet duncken, ende dit mit alle geschickte vredelicke manieren, ende ter tijt toe hierinne anders bij der Majesteyt van den coninck, onsen g.h. ofte der hoicheyt van de hartoginne regente, in den name van sijne Majesteyt, ofte | |
[pagina 79]
| |
den prince van Oraegnen, stadthouder deser landen, ofte zijner excellenties gecommitteerde geordonneert zal wesen. Behoudelicken, dat oick mitten voors. dooden nyemant in de kercken en zal comen moeten, dan de vrunden, die daer mede behoeven te zijn. Naedat mijn heeren de commissarijssen, bij den hove vanGa naar margenoot+ Hollant tot assistentie van de regierders deser stede geordonneert, ende burgermeesteren mitten scepenen ende xxxvi raiden deser stede vergadert zijnde, eerst bij een van des er stede waekers ende daernae bij Willem Martsz, baeliu van Aemsterlant, mit Clemens Volckertsz., een van de capiteynen van de schutterie verclaert ende te kennen gegeven was van de periculen, op handen wesende, duer de groote vergaderinge van 't gemeen peuple, omtrent der Haerlemmerpoort, overmits d'apprehensie van eenige overdaeders, die in der Chartroysen convente pileeringe hadden gedaen, ende nae deser stede gebracht worden, waeromme de voors. luden vanteerden te willen dootslaen den schout ende d'anderen van de schutterie mitter wachte, die de voors. gevangens innebrengen zouden, ende andere beruerten binnen deser goeder stede te maicken, als de voors. waeker vuyte mondt van de voors. vergaderde luden zeyde opentlicken verstaen te hebben, ende de voorn, baeliu mit Clemens Volckertsz. in waere woorden verclaerden vuyter aengeven ende waerschuwinge van Jacob Claesz. lakencooper ende Dirck Pietersz., coorncooper, deser stede poorters, op deser stede huys ter presentie van Adriaen Paeu, Reijer van Neck, Jan Janssen int Hardt, mede capiteynen van de schutterie, Arent Bouwer, Barnardinus Geerlofsz. ende meer andere poorteren verstaen te hebben, mit waerschuwinge, indien hierinne mitter haest nyet voersien en worde, dat gescapen zoude zijn groote beruerte ende bloetstortinge onder deser stede poorteren te zullen gebueren, al dwelck oick bij mr. Reyer Lambertsz. mit meer anderen van de capiteynen van de zeven quartieren deser stede mijn heeren voors. angegeven worde, soo hebben mijn heeren voors. omme de voors. in- | |
[pagina 80]
| |
convenienten te verhoeden, den voorn. baeliu ende Clement Volckertsz. gerequireert mit Jacob Cornelisz., scepenen ende mit noch thien off twaelff van de schutterie nae der HaerlemmerGa naar margenoot+ poorte de voors. gevangens te gemoeten ende te bestellen, dat die loss zouden gemaiet ende van der gevangenisse gevrijt werden. Ten eynde duer der voors. apprehensie ende voerder leydinghe ofte detencie van de voors. gevangens alhier gheen rumoer, seditie ende ander quade inconvenienten en zouden gebueren, ende alle quaet belet werden ende naeblijfven zoude moeghen. Welcken achtervolgende de voors. baeliu ende Clement vuyter heeren camere gegaen zijn, omme tgheene voorscreven es te volcomen. Actum den xxviii. dach in Septembri anno xvc zes ende tzestich. Ga naar margenoot+ Ten dage voors. es bij mijn heeren de burgermeesteren ter presentie van de commissarijssen 's hoofs van Hollant mi scepenen ende xxxvi raiden deser stede op der heeren camere vergadert zijnde den gedeputeerden van de schutterie voergehuden d'inhouden van zeker placaet bij Sijmon Claesz. Cops, raidt, ende Jacob Cornelis scepen, deser stede gedeputeerden, vuytten Hage gebracht, innehoudende in effecte 't concept, alhier te voeren beraempt, omme vrede over beyde zijden, als tusschen die van de catholijke religie ende van de luden der nyewe religie, binnen deser stede te moegen gehouden werden. Waeraff den voors. gedeputeerden copie gelevert worde, omme tzelve mitten capiteynen van de schutterien te communiceren. Welcke gedeputeerden deselve copie ontfangen en die (als 't scheen) gevisiteert hebbende, stracks wederomme in der camer voors. gecomen zijn, verclarende, dat zijluden 't voors. placaet der schutterie nyet voergehouden hadden, ende tzelve te doen, henluden nyet geraeden dochte, mits duer tzelve meer achterdeel dan voerdeel gedaen zoude werden, omme tot vrede te comen. Ende es alzulex de publicatie vanGa naar margenoot+ 't zelve placaet, oick bij guetduncken van de voors. commissarijssen in surceantie gestelt. Ende zoe ten zelven tijde, zoe langer zoe meer, tijdinge vernomen was, dat van noode zoude | |
[pagina 81]
| |
wesen, een kereke te permitteren binnen deser stede, tot behouff van de luden van de nyewe religie, ofte dat anders al haestelicken zoude gescapon wesen, groote commotie te gebueren, es nae diverse consideration voer guet geraeden ende geresolvecrt, op den naemiddage hierop de capiteynen van de schuttenen te hoeren, omme hiernae gedaen te werden, zoe nae der saicken gelegentheyt best ende oerbaerlicxt, tot verhoedinge van voerder inconvenienten, dienen zoude. Ten voors, dage naemiddage zijn de capiteynen van de drieGa naar margenoot+ schuttenen volgens de voors. voorgaende resolutie, bij mijn heeren de burgermeesteren, scepenen ende raiden op de voors. saicke, ter presentie van de voors. commissarijssen gehoort op 't stuck van de kercke, die binnen doser stede, ten behoufve van de nyewe religie, begeert werdt. Dewelcke allo genouch eendrachtelicken verclaerden, zulex nootlicken te zullen moeten gepermitteert werden bij provisie, omme inconvenienten te verhoeden, ende dit al ter tijt toe anders hierinne bij der hogher handt geordonneert zal wesen, als al tzelve breeder genoteert staet in zeker gescrifte, hieraff beteyckent bij mij Frans Claesz. van Delff, over tgeene voors. staet, als secretaris, present geweest hebbende, al twelck mede bij de xxviii capiteynen van de zeven quartieren, ende hiertoe bij zekere treffelicke burgeren verclaert worde, blijekende bij den geschrifte voors. Op den voors. xxviii. dach in Septembri an den avont,Ga naar margenoot+ anno lxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mit scepenen ende de xxxvi raiden deser stede, noopende de saicken ende zwaricheden, teser tijt voerhanden wesende, ende op tgeene mijn heeren angegeven es bij diverse persoonen, zoe schutteren als anderen, als dat van noode zal zijn ende oock teser tijt es te doen hebben een kerckeGa naar margenoot+ ofte meer, daer inne de luden van de nyewe religie hoere sermoenen ende observantie zouden moegen exerceren, ofte dat anders gescapen es, eer yet lange, groote beruerte, oick bloetstortinge ende andere inconvenienten, die daer vuyt volgen zouden, alhier ter stede te gebueren, tot verderffenisse deser | |
[pagina 82]
| |
goeder stede ende der poorteren ende inwoners van dien. Ende nae hierop gehoort waeren die capiteynen van de drie schuttenen ende van de zeven quartieren deser stede, oick enige van de treffelicke poorters hieraff ende van de periculen, teser tijt voerhanden wesende, mijn heeren voors. hadden geadverteert, es bij de voors. raiden, ter presentie van mijn heeren de commissarijssen 's hoofs van Hollant, hier mede bij en over geweest hebbende, op der voors. saicken gelegentheyt ende diverse consideratien ripelicken gelet ende eyntelicken geresolveert, dat men omme de voors. periculen ende inconvenienten te verhoeden, zoude tolereren bij provisie, zoe veel deser stede aengaen mach, de luden van de nyewe religie, hoere religie, als sermoenen ende anders, t' exerceren in der kercke van de Mindrebroeders, zoe dezelve broeders, God betert, doch vuyt hoeren convente verjaecht zijn, behoudelick, dat de voors. tolerancie geschieden zal op zulcke middelen ende in der maniere, als men mitte voors. luden ofte sectarijssen bequamelicxt zal cunnen accorderen, ende dit al gedurende totter tijt toe bij de Co. Mat. onsen g. heer, ofte zijner Mts. gedeputeerden anders geordonneert zal wesen. Ga naar margenoot+ Op den lesten dach in Septembri anno xvclxvi, es bij guetduncken ende ter presentie van de burgermeesteren, scepenen ende xxxvi raiden deser stede, aleer publicatie gedaen worde van 't accordt tusschen mijn heeren voors. van wegen die van de catolijcque religie ter eender ende die van de nyeuwe religie ter ander zijde beslooten, zekere persoonen van de nyeuwe religie, die zeker accordt ondergeteyckent hebben, bij Cornelis Jacobsz. Brouwer, burgermeester presiderende, de handt ende belofte bij trouw, eere ende sekerheyt, in plaetze van eede affgenomen, ende es bij deselve persoonen belofte gedaen, omme te houden ende te doen onderhouden 't voors. accordt ende d'articulen van dien tot conservatie van de gemeente, vreede ende tranquilliteyt binnen deser stede ende tusschen de ingesetenen van dien, ende dat zijluden alzulcx zullen helpen beschutten alle overlast, oick verstoeringhe ende pilgeringe | |
[pagina 83]
| |
van kercken, cloosteren ofte geestelicke plaetsen binnen deser stede. Ga naar margenoot+ Ten zelven dage naemiddage, es bij guetduncken ende in presentie als voeren by den voornoemden Cornelis Jacobsz., piteynen van de burgermeester, mede afgenomen de handt ende belofte als voeren van de xxxvi capiteynen van de drie schuttenen deser stede, vuytgeseyt twee ofte drie absenten, zieck ofte van huys wesende, omme 't accordt ende d' articulen voors., op huyden op den middage gepubliceert zijnde, te onderhouden ende te doen onderhouden tot conservatie als voeren, ende dat zij laden zullen helpen bescutten alle overlast, verstoeringe ende pilgeringe van kercken, cloosteren ende andere geestelicke plaetsen binnen deser stede, als mijn heeren de burgermeesteren voer hen zelven ende in den name van de scepenen ende xxxvi raiden ende ter presentie van dien oick beloofden te doen, tot conservatie voors. Opden voors. naemiddage es mede gecommuniceert mittenGa naar margenoot+ xxxvi raiden deser stede angaende die veelheyt van de vreemdelingen ofte vuytheemssen hier ter stede dagelicx innecomende houdende, die bij tijde van commotie, zoo te verduchten es, groot quaet in der stede zouden moegen doen. Ende es daeromme bij de voors. raiden geresolveert, omme bij den gerechte te concipiëren ordonnantie op de vreemde personen ende vagebunden, ende tzelve concept alsdan mitten gedeputeerden van de schuttenen te communiceren ende alsdan te publiceren. Item dat men mede bij advijs van de voors. gecommitteerdenGa naar margenoot+ zoude verlichten de schutters van de wacht te houden bij dage in de poorten deser stede ende aldaer te stellen nyet dan drie schutteren, als vuyt elcke schutterie een, ten eynde zijluden te bat de voors. wacht moegen houden ende daerinne verpoest ende nyet te zeer belast mochten werden, ende oick ontlast blijfven van de groote oncosten, die de schutters in de poorten gedaen hebben voer desen tijt in te veel te drincken ende anders. | |
[pagina 84]
| |
Ga naar margenoot+ Op den zevenden dach in Octobri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, noopende 't versouck, dwelck bij Abrarie Paeuw ende Reijer van Neck van wegen die van de nyeuwe religie gedaen wordt, omme te permitteren, dat de luden voors. zouden moegen besigen de librarie in 'tGa naar margenoot+ Minrebroeders convent, boven tgene hen in den convente voors. gepermitteert ofte getolereert es, omme redenen bij de voors. geeommitteerden verclaert. Ende nae mijn heeren voors. op de voors. saicke ende de gelegentheyt van dien hadden gelet, es bij henluden geresolveert, de voors. gecommitteerden voor affscheyt te te geven, dat zijluden de voors. luden van de voors. religie ten besten zouden willen onderwijsen ende induceren, omme te willen pacientie hebben voer desen tijt, alzoe tgene voorscreven es, tenderen zoude boven d' inhouden van 't accordt tusschen de regenten deser stede ende de luden van de religie voors. innegegaen, ende dat zij daeromme desen angaende mijn heeren voors. sullen willen ongemolesteert laeten, ymmers ter tijt toe deser stede gedeputeerden gecomen zullen zijn. Oft indien henluden belieft, dat zijluden der voors. librarie angaende zouden moegen versouck doen an der hartoginne regente, ofte an de princel. excellentie van Oraignen, stadthouder deser landen. Waernae 't voors. affscheyt den voors. gecommitteerden gegeven ende op henluden begeert es, de saicke voors. in den besten den luden voors. te rapporteren. Ga naar margenoot+ Ten dage voors. heeft Dirck Hillebrantsz. Otter, burgermeester, in den Hage ter dachvaert geweest hebbende, den xxxvi raiden rapport gedaen van tgeene in de voors. dachvaert gebesongneert es, dwelck oick bij copie in gescrifte worde. Ende nae tzelve den voors. raiden voergelesen was, es bij de voors. raiden geresolveert op 't poinct van de princel. excellentie nu derdemael te versoucken hier in den lande te comen, dat men daerop mit aller vlijte vervolgen ende insisteren zoude, oft ymmers, dat de hartoginne ofte zijn excellentie, als hem nyet doenlick zoude zijn hier zelver te | |
[pagina 85]
| |
comen, een ander hooft ofte personaige van auctoriteyt ende ontsich zoude zeynden, omme dit land in vrede te houden endeGa naar margenoot+ ordre te stellen, om alle voerder inconvenienten te verhoeden ende zoe verre zulcx nyet en zoude gebueren, dat nyet en zoude ongeraeden zijn, daeraff te doen protste tot excuse van de staeten deser landen, om hen daarmede te defenderen voer de Co. Mat. onser g.h. Dan zoe veel angaen zoude eenige paerden ende knechten aen te nemen, dat tzelve voer desen tijt alnoch nyet geraeden zoude wesen, omme consideration, de voors. raiden moverende, zoe wij gheen hooft en hebben, die de saicke zoude kunnen bedrijfven, ende tzelve tot groote lasten ende ongelden van den lande zonde gedien. Oick eenige steden onwillich zouden zijn, knechten inne te nemen. Ende zoe veel de quaetwilligen ende vreemde rapailge ende andere vreemden vuyten lande te houden, aengaet, dat men alhier besich es, omme daertoe te voersien in den bedrijfve descr stede. Maer noopende, omme kercken buyten der stede te gunnen voer deghenen, die alleen hoere consciëntie volgen zouden willen, es tzelve alhier al over 't hooft gedruckt, zulx dat men ymmers alhier daerinne voerder nyet besongneren en kan. Op den xxiii. dach in Octobri anno xvclxvi, hebben mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op zeker versouck, op ghisteren bij Cornelis Boem cum sociis van wegen de nyewe religie gedaen an de burgermeesteren, omme te zeynden twee van der stede als de voors. religie oick twee zeynden zoude, an de princelicke excellentie tot Utrecht, omme aldaer te solliciteren approbatie van 't accordt, alhier tot conservatie van vrede gemaickt ende besloten, ende dit omme te beter vrede alhier te houden, ende alle commotie verhoet te werden. Ende nae d' acte van 't voors. versouck den voors. raiden voergelesen ende bij henluden op de gelegentheyt der voors. saicke gelet was, es bij de voors. raiden geresolveert, dat, men van der stede wegen zoude surcheeren te zeynden an de princelicke excellentie tot Utrecht, | |
[pagina 86]
| |
maer zijn compste hier ter stede te verwachten, alsoe die nyet lange vuytstaen zal, ende daeromme de voors. luden in desen pacientie zouden willen hebben totter tijt voors. Maer indien zijluden eenige zwaricheyden hadden van hoere zijde mit zijn excellentie te communiceren, dat zij zouden moegen zeynden, ende daerinne doen bij zijn excellentie, zoe hen best geraeden zoude duncken. Hiernae zijn ten zelven dage voermiddage in 't toorntgen gecompareert Cornelis Pietersz. Boem, Clement Volckertsz., Reynier van Neck ende Reynier Cant, dewelcken bij de burgermeesteren, bij monde van Cornelis Jacobsz., burgermeester, affscheyt gegeven worde op 't voors. versouck, als dat de burgermeesteren ganselick gesint zijn tot conservatie van alle vrede, dan omme te zeynden an de princelicke excellentie tot Utrecht bij de raiden deser stede affgeslagen was, mits zijn excellentie alhier corts verwacht wordt. Actum ut supra, ter presentie van Pieter Claesz. Kan, ende Dirck Jan Deyman, schepenen. Ga naar margenoot+ Op den xxvi. dach in Octobri anno xvclxvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op d'inhouden van zeker requeste, bij die van de Oostersse natie overgegeven, omme te hebben een kereke ofte capelle binnen deser stede tot behouff van de voors. natie, aldaer de confessie van Ausburch zoude moegen geleert ende geobserveert werden, omme zekere redenen in de voors. requeste begrepen. Ende nae de voors. requeste voergelesen ende bij henluden daer op gelet was, es bij de voors. raiden geresolveert, dese saicke te stellen in surceantie van deliberatie totter compste van den prince van Oraignen, stadthouder van de Co. Mat. deser landen van Hollant, alzoe dezelve zijne excellentie onlaneks alhier verwacht werdt, ende oick te comen geseyt heeft. Ga naar margenoot+ Op huyden den xiiii. Novembris anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten oude raiden deser stede op d'inhouden van zekere missive bij den prince van Oraignen, stadthouder deser landen, an Willem | |
[pagina 87]
| |
Dircx, eertijts schout deser stede gescreven, angaende zeker accordt, dwelck zijn excellentie verstaen hadde bij die van de nyewe religie innegegaen teesen mitten regenten deser stede ende die van religie innegegaen te veesen mitten regenten deser stede ende die van de religie voors. te intimeren, dat zij hoere gedeputeerden zouden zeynden an zijn excellentie tot Utrecht, omme t' aenhoeren middelen, dienende tot vreede, ofte diergelijcke teneur innehoudende. Welcke missive eenige van de voors. religie gelevert zijnde, waren Adriaen Paeuw, Jan Bethsz. cum sociis versocht bij eenige van de voors. religie, de voors. reyse tot Utrecht te willen doen an zijn princelijcke excellentie, dwelck de voorn, goede mannen op ghisteren mijn heeren den burgermeesteren aengegeven hebbende, hadden begeert raet ende ad vijs van mijn heeren voors., hoe zijluden hierinne zouden doen, zoe zijluden zeyden, van geen meeninge te zijn, de voors. reyse te doen, tegens wille van mijnheeren de burgermeesteren. Ende nae den voors. raiden d' inhouden van de voors. missive voorgelesen ende 't voors. angheven van de voors. goede mannen mit hoerluder begeerte voergehouden ende daerop bij de voors. raiden gelet was, es bij henluden geresolveert, dat de burgermeesteren van der stede wegen hen souden houden vytter saecke voors., sonder daerinne t' adviseren. Dan zoo verre de voors. guede luden, de voors. reyse om vrede zouden willen aenvaerden, dat mijn heeren tzelve zouden kunnen lijden. Ende es tzelve hiernae den voors. goede mannen, als Adriaen Paeuw, Jan Bethsz, Claes Beyersz. ende Arent Coel (die op 't affscheyt deser saicke buten 't toorntgenGa naar margenoot+ verwachtende waeren) bij de burgermeesteren zulcx voor affscheyt gegeven, oick henluden mitsdien weder overgelevert de voors. missive, mits mijn heeren op henluden oick begeerden, dese goede stede te recommanderen an de princel. excellentie ende tot vrede te arbeyden ende te willen, wederomme hier ter stede gecomen wesende, rapporteren mijn heeren hoere besongne ende wedervaeren tot Utrecht. Op den xiii. dach in Decembri anno xvclxvi hebben mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi | |
[pagina 88]
| |
raiden deser stede, noopeude d'inhouden van de missive bij der hartogmne recente den vierden deser maent an de regeerders deser stede gescreven, angaende d'excrcitien van 't nachtmael te houden, te doopen, trouwen ende andere saicken, die de luden van de nyewe religie onderwinden te doen, onder 't decxel van 't accordt bij der hoocheyt van de bartoginne ende de geconfedereerde eedelen besloten, ende dat haer hoocheyt scrijft onder de prekinge nyet verstaen te worden de voors. exercitien te moegen plegen, lastende den regierders hieraft t' adverteren den ministers, ende hier toe te sien, dat sulex bij hen nyet en worde gepleecht. Welcke missive den prince van Oraignen, noch tot Utrecht wesende, bij deser stede gedeputeerden vertoont wesende, deselve prince gescreven heeft an de ses capiteynen, omme daertoe te onderwijsen de luden van de voors. religie, dat zijluden 't nachtmaal, dwelck zij op sonnendage naestcomende voergenomen hebben te houden, surcheren zouden totter compste van zijn excellentie. Uaeraff de voors. capiteynen op ghisteren naemiddage de burgermeesteren ende scepenen hebben geadverteert. Ende nae den voors. raiden de voors. missive gelesen was ende zijluden op de gelegentheyt van de saicke, henluden in 't lange verhaelt, gelet hadden, es bij deselve raiden geresolveert, d' inhouden vanGa naar margenoot+ de voors. missive angaende 't nachtmael ende gelijeke exercitiën te houden, voor te houden den predicanten ende eenige subscribenten van de voors. religie, henluden vermaenende hen te reguleren nae d' inhouden van zeker missive angaende de voors. exercitien ende besondert, omme 't nachtmael te surcheren, immers ter tijt toe, zijn excellentie hier ter stede gecomen zal wesen. Ga naar margenoot+ Op den xiiii. dach in Decembri anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende 't nachtmael, dwelck op margen bij de luden van de nyewe religie voergenomen es gehouden te werden, aldaer apparentie es, dat veel van buyten deser stede mede comen sullen, waerduere pericule zoude moegen | |
[pagina 89]
| |
vallen van alhier overvall te moegen gebueren, tot deser stede verderffenisse. Ende nae de voors. raiden op der voors. saicken gelegentheyt hadden gelet, soo es bij henluden geresolveert, tot deser stede vcrsekertheyt, de cleyne poorten geslooten te honden van elff vuren tot margen naemiddage mitten boemen, ende de drie hooflpoorten alleene te openen, mitsGa naar margenoot+ aldaer stellende twee van de xxxvi raiden in elcke poorte mit zekere wachte, omme gheen vreemde ende onbekende persoenen inne te laten, maer wel vuyt te laten, zoe duerde drie hooflpoorten als duer de boemen. Daerop de voors. xxxvi raiden regart zullen nemen, ten eynde duer 't innecomen van onbekende vreemden gheen inconvenienten, die gesuspiceert worden, hier ter stede en gebueren. Op den xviii. dach in Decembri anno xvclxvi, hebben mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede anjmende de begeerte van de princelijcke te vinden excellentie, hier stede wesende, omme te vinden ende zijn excellentie over te leveren middelen, dienende tot vrede ende conservatie van de obediëntie der Co. Mat. ende de welvaert deser stede. Waerop bij mijn heeren de burgermeesteren zekere articulen bij gescrifte gestelt zijn geweest, den voors. raiden op ghisteren voergelcsen, mit d' inhouden van zekere missiven bij der hartoginne gouvernante an dese successivelijck gescreven. Dan zoo op ghisteren eenigen van de raiden absent waeren, oock eenigen breder raet begeerden op de articulen voors. ende 't exhiberen van dien, es op huden wederomme gecommuniceerd bij de voors. raiden op de saicke voors. Ende nae op d' inhouden van de voors. articulen bij de voors. raiden gelet was, es bij henluden geresolveert, de princelijcke excellentie te spreken bij monde ende van der saicken gelegentheyt t' adverteeren, sonder gescrift over te gheven, mit [versoecke], dat zijn excellentie zulex besongneren zoude willen, dat alhier de meninge van de Mat. ende van de gouvernante zoude bij goedeGa naar margenoot+ middelen geeffectueert ende dese goede stede in tranquilliteyt geconserveert werden. Dan zoe verre zijn excellentie insisteerde, | |
[pagina 90]
| |
gescrift te hebben, dat men alsdan articulen ofte middelen bij gescrifte zoude overleveren, nae guetduncken van de voors. raiden gescreven. Ga naar margenoot+ Op huyden den xix. Decembris anno xvclxvi, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, noopende de saicke op ghisteren verhaelt, ende de communicatie (achtervolgende de resolutie op ghisteren genomen) bij de burgermeesteren gehadt mitte princelijcke excellentie sender gescrift over te gheven ende van tgene daerop ende anderssins bij zijne princelijcke excellentie verhaelt es geweest. Waeraff de burgermeesteren rapport daeden den raide voors., dwelcke gehoort, ende alsoe de voors. excellentie onder anderen heeft verclaert, dat hij de briefven van de hartoginne an dese stede gescreven, zijn excellentie bij de burgermeesteren getoont, gelesen hadde, ende die alnoch nyet en kunde executeren, zeggende mede, dat de regenten deser stede die zouden executeren, mits de voors. briefven an de regenten deser stede waeren gescreven. Ende dat zijn begeerte, omme te leveren middelen, dienende tot onderhoudinge van de tranquilliteyt binnen deser stede, nyet voldaen en worde, insisterende alnoch om deselve middelen zijn excellentie overgelevert te hebben. Dat mede zijn excellentie nyet gebleken en was, de regierders alhier gedwongen te zijn, omme 't accordt mitter nyeuwe religie an te gaen. Soo es bij de voors. raiden, op die saicken gelegentheyt gelet hebbende, geresolveert voorall zijn excellentie t' onderwijsen, hoe die regierders tot tzelve accordt zijn gedruct,Ga naar margenoot+ ende dat zijn excellentie daerop bij mijnen heere den president van Hollant, alhier present wesende, zoude willen doen nemen informatie. Ende alsoe d' excellentie voors. insisteerde, omme te hebben middelen, dienende tot conservatie van de vreede, es bij de raiden voors. geresolveert, dat men eenige middelen bij gescrifte zoude overleveren zijn excellentie. Daertoe den raiden nyet qualicken en smaeckten de middelen van de ordonnantie, bij zijn excellentie tot Utrecht gemaict ende gedaen cundigen, omme daer vuyt te nemen en daerbij te vougen, tgeene | |
[pagina 91]
| |
nae gelegentheyt deser stede dienen zoude. Ende angaende, omme oock middelen te vinden tegens de discordie, die alhier zoude wesen, es verclaert bij de raiden voors. alzoo bij de voors. excellentie gheen specificatie es gedaen van de voors. discordie, dat men daer op gheen middelen van accordt en can raemen, ende ofte yemande eenich different ofte clachte doen wilde, dat dezelve hoere requesten moegen overgheven, omme daerop geantwoort te werden. Oick op tgeene bij zijn excellentie verhaelt es van de verstarckinge deser stede mit souldaten ende wat getall men zoude behoufven ende tot wat eynde, es bij de voors. raiden verclaert, dat men de souldaten zoude emploijeren, omme de justicie te assisteren ende quaetdoenders, als brekers van kercken, cloosteren ende andere geestelicke plaetsen te resisteren. Oick tot defensie van de regenten deser stede tegens degheenen, die eenige beruerte zouden willen verwecken. Op den xix. dach in Decembri anno lxvi naemiddage es bijGa naar margenoot+ mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende de communicatie, die mijn heeren de burgermeesteren op huyden voermiddage (nae deGa naar margenoot+ voorgaende leste resolutie genomen was) gehouden hebben mitte princelicke excellentie, daeraff de burgermeesteren rapport daeden, ende hoe zijn excellentie alnoch insisteerde, omme overgelevert te hebben van wegen de regenten deser stede eenige middelen daerduer alhier vrede ende tranquilliteyt zoude werden gehouden, ende dat alsdan zijn princelicke excellentie tusschen beyde partien hem wilde vougen, omme een accordt te maicken tot vrede dienende, ende op 't advijs ende believen van de hartoginne regente, in effecte nyet van meninge wesende alleene ordonnantie te stellen, maer te hebben de middelen voors., zoe den regierders alhier de humeuren ende gelegentheden der gemeente deser stede best bekent waeren, verhaelende oick in effecte, dat indien hem gheen middelen gegeven en werden, zijn excellentie wel wiste zijn commissie te volcomen, brengende de predicanten buyten deser stede ende alsdan van hier vertrecken zoude willen. | |
[pagina 92]
| |
Ende naer hierop bij de voors. raiden in 't lange gecommuniceert ende gelet was, ende heeft denzelven raiden nyet guet gedacht, eenige middelen van accordt voer te stellen ofte zijn excellentie van wegen de regenten deser stede aen te geven, alsoe daer duere dese stede zoude moegen geraicken in d'indignatie van de Majesleyt, doende tegens 't scrijiven ofte bevelen van zijne Majesteyt ofte van de hartoginne, ymmers dat alsdan zonde schijnen, dat dese stede willichlicken ende onbedwongen haer begheven hadde in accordt mitten luden van de nyeuwe religie, ende alzulex haer te meer tot laste geleyt zoude moegen werden 't leste accordt mitten luden van de nyeuwe religie alhier gemaict den lesten Septembris lestleden, dwelck zijn excellentie al noch nyet en verstaet bij de regenten aengegaen te wesen bij constrinctie ofte bedwanek. Dan zoe verre de luden van de nyeuwe religie hen bij d'accordtGa naar margenoot+, mitten geconfedereerde edelen gemaict, ofte bij de brieven van de Majesteyt ofte hartoginne bezwaert vinden, dat zijluden zouden moegen overgheven eenige middelen ofte articulen van doleance, dewelcke mijn heeren van den raide voors., geconvoceert wesende, daerop bij henluden zoude moegen geresolveert werden naer gelegeniheyt ende zulx alsdan bevonden zoude werden te dienen tot deser stede welvaert, sonder dat men van der stede wegen eerst eenige middelen van accordt voorgeven ofte bij gescriit oveleveren zoude. Voorts overmits de voors. raiden vuyt 't voors. rapport verstonden, dat van noode zoude zijn te doceren van de voors. constrinctie, omme accordt mitten luden van de voors. religie aen te gaen, omme in tijden ende wijlen tzelve document te vertoenen ofte te exhiberen, zoe der conincklijke Majesteyt, als anders, mits oock eenige persoonen, daer aff wetende oudt zijn van jaeren ende alle sterfflick, soe es bij de voors. raiden oick geresolveert, daertoe te insisteren an de princelijcke excellentie, dat mijn heer de president van Hollant (mits hij teser tijt alhier present es) geordonneert worde, omme hierop informatie te nemen, immers van wegen ende tot | |
[pagina 93]
| |
versekertheyt deser stede ende tot ontlastings derzelver, zoe mijn heeren de raiden voors. wel verhoopten, dat de voors. constrinctie ende bedwanck claerlicken genouch geprobeert zal werden. Op den xxi. dach in Decembri anno xvclxvi, es bij mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede angaende de middelen, duer begeerte van den prince van Oraingnen, stadthouder deser lande, bij de burgermeesteren geconcipieert, omme vrede ende tranquilliteytGa naar margenoot+ versobinnen deser stede gehouden te werden, alzoe mijn heeren genouch onderricht zijn, dat anders gescapen waere te geraieken in ongenaede van zijn excellentie, ende daer vuyt inconvenienten zouden moegen gebueren, die best verboet waeren. Ende al ist dat voergaende resolutien, hierop genomen, zeggen, ende inhouden, gheen gescrift over te gheven, nochtans, omme de princelijcke excellentie te beliefven, ende zijn ongenaede, oick andere inconvenienten te verhoeden, es bij de voors. raiden (dien de voors. geconcipieerde articulen ofte middelen voergelesen waeren) geresolveert, deselve middelen zijn excellentie tot zijnder instructie ende bij forme van ad vijs over gheven, mits zijn excellentie den name van deser stede regierders zoude achterhouden oft ymmers zoe weynich meren, als doenlick zoude zijn. Op den xxiv. Dccembris anno xvclxvi, hebben mijn heerenGa naar margenoot+ de burgermeesteren communicatie gehouden, ten drie vuren des naemiddaecbs, mitten xxxvi raiden deser stede, als zijluden van gelijeken hadden gedaen voermiddage mitten oude raiden, angaende zeker quoyer oft articulen bij den prince van Oraignen, stadthouder, henluden gelevert ende zijne p.e. overgegeven, als van wegen de luden van de nyewe ofte gereformeerde religie, zoe 't voors. quoyer mentioneert, sonder eenige naemen nochtans daerinne gespecificeert te wesen. Welcke articulen den voors. raiden voergelesen zijn, ende van henluden begeert, alzoe de materie in de voors. articulen begrepen, was van importancie ende vreemde propooste, dat de | |
[pagina 94]
| |
voors. raiden hen daerop zouden willen delibereren, omme op morgen voermiddage, daerop te moegen resolveren, ofte men op de voors. articulen yet bij gescrifte weder over leggen ofte anders hoe men best hier inne doen zall. Ga naar margenoot+ Op den xxx. Decembris anno xvclvi hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raidenGa naar margenoot+ angaende de saicke ende op de articulen voors., die wederomme den raiden opentlieken voergelesen worden. Ende nae bij de voors. raiden op d' inhouden van de voors. articulen ripelicken gelet was, bevindende die te zeer exorbitant te wesen ende op gheen redenen te staen, maer meer tot onvrede te strecken, es bij de voors. raiden geresolveert, de voors. ongeschickte articulen nyet te beantwoorden, maer te bidden de p.e., als stadthouder van de Co. Mat. onsen g.h. over dese landen, in der saicke zulcx te handelen ende besoigneren naevolgende zijn e. laste, dat dese goede stede in vrede ende obedientie van de Mat. bewaert mochte blijven, zulcx dat zijn mat. daeraen benuegen zal moegen. Ga naar margenoot+ Op den eersten Januarij anno xvc zeven ende tzestich, es den voors. raiden voergelesen zekere request, den burgermeesdenteren overgegeven bij enigen van de nyeuwe religie, als Reynier Cant, Stans Banninck ende anderen, tot vier in getaele, versouckende, dat de regierders ofte burgermeesteren zouden willenGa naar margenoot+ de p.e. overgeven de requeste an de voorsz. requeste gehecht, wesende vier off vijff blaederen groot, addresschende an de Co. Mat. ende inhoudende zeker versouck van de vasallen ende ondersaten zijner Majesteyt; tenderende dezelve requeste in effecte, omme te moegen blijven bij hoer religie ter tijt toe, enz. Welcke requesten beyde den voors. raiden voergelesen zijn. Dewelcke gehoort, es bij de voors. raiden ymmers tmeerendeel van dien, omme diversse consideratien geresolveert, de voors. supplianten hoer voors. versouck aff te slaen, mits zijluden de p.e. alhier ter stede zelver wel becomen moegen, ende alzulcx nyet geraiden te wesen, hierinne van der stede wegen te bemoijen; dan zoe eenigen van de raiden op der | |
[pagina 95]
| |
saicke voors. beraet begeerden, es geseyt, op margen op derzelver saicke weder te resolveren. (Den tweeden Januarij anno xvclxvii, es dese saicke weder geleyt in communicatie ende eyntelick geresolveert, als boven gescreven es). Hiernae is ter voors. tijt gecomen in de raetcamer mr. ReynierGa naar margenoot+ van der Duyn, raet in den hove van Hollant, ende heeft den xxxvi raiden alle vergadert aengegeven drie poincten, daeraff hij zeyde last te hebben van de p.e., omme denzelven raiden raiden van wegen zijnder e. te doen verclaringe. Eerst dat zijn p.e. overgegeven was zeker request bij de natie van de Oesterscheter alhier, omme te hebben een kercke binnen deser stede tot behouff van d' Augsburchsche confessie. Waerop zijn p.e. begeerde advijs van de raiden voors. Ten tweede, dat de regierders deser stede zijn e. zouden nomineren drie capiteynen, omme gestelt te werden over de souldaten, die men naer inhoudt van 't accordt, bij zijne excellentie beraemt, vuyte burgerie deser stede aennemen zoude. Ten derde, dat de regierders voors. zijn e. mede zouden nomineren de personen, die zij van meninge zouden zijn t' eligeren tot xxxvi. raiden, in de plaetse van de overledenen. Ende hebben nae 't vertreck van den voors. raetsheere de voors. xxxvi raiden communicatie gehouden op de poincten voors. Ende naedat henluyden de voors. requeste bij d'Oestersche natie an de p.e. overgegeven,Ga naar margenoot+ gelesen ende daerop ripelicken gelet was, es bij henluden ofte ymmers 't meerderdeel van hen geresolveert, dat men hierinne nyet en zoude kunnen adviseren van der stede wegen, zoe de saicke nyet en was in de faculteyt van de regierders deser stede; oick de voors. requeste tendeerde tegens d'accort, bij der hartoginne regente mitten geconfedereerde edelen gemaict, ende daeromme, indien de supplianten der voors. saicken angaende yet wilden versoucken, dat zij tzelve zouden moegen doen an de hartoginne ofte an de p.e., stadthouder deser landen. Dan zoe enigen van de raiden naemen breder deliberatie, es de saicke vuytgestelt op margen, omme daeraff weder te communiceren. | |
[pagina 96]
| |
Ende nae des morgens den ii. January hierop wederomme gecommuniceert was, es de voors. resolutie gevolcht. Maer angaende 't tweede poinct van de drie capiteynen te nomineren, zijn bij de voors. raiden gecommitteert mijn heeren de burgermeesteren. Angaend 't derde poinct, omme der p.e. te nomineren de personen, die de raiden zouden meenen t' eligeren in de plaetse van de offlivige xxxvi raiden, es den voors. eersten January ende oick den tweeden, overmits vuytstel van deliberatie bij eenigen genomen, geresolveert, dat dezelve nominatie nyet doenlick was, mits men teser tijt nyet en kunde weten, welcke personen achtervolgens deser stede privilegien ende usantie tot xxxvi raiden den xxviii. deser maent bij voergaenden eede geeoeren zullen werden, ende dat alsdan elck zijn eedt ende conscientie zal moeten in de electie bewaeren. Ende dat men daeromme zijn p.e. mit goede middelen zoude onderrichten, omme de voors. raiden van de voors. nominatie teser tijt te verdraegen. Ga naar margenoot+ Achtervolgende de communicatie, op ghisteren den eersten January (als voeren geregistreert staet) mitten xxxvi raiden gehouden op de articulen bij mijn heeren de burgermeesteren gedaen stellen bij gescrifte op de articulen van accordt, bij de p.e. beraemt tot onderhoudinge van vrede ende tranquilliteyt binnen deser stede, welcke articulen bij de burgermeesteren gedaen stellen op ghisteren den voors. raiden voergelesen zijn, ende zoe daerop deliberatie bij eenigen was genomen, zoe hebben mijn heeren de burgermeesteren dezelve articulen den voors. raiden, wederomme vergadert zijnde, wederomme gedaen voerlesen op huyden den tweeden dach January ao lxvii. Dewelcke, bij forme van advijs an zijn p.e. over te gheven, bij de voors. raiden geaccordeert zijn in dese manieren ende ludende, zoe hier nae gescreven staet. Articulen bij forme van advijs der p.e. van Oraignen, stadthouder, over te gheven op 't accordt, bij zijn e. beraemt. I. Op 't eerste articule van accordt, bij de p.e. beraemt, daer geseyt wordt van de Minderbroeders-kercke, dat daerbij | |
[pagina 97]
| |
oick geexpresseert zij 't kerkchoff mitte sacristie ende 't schoolhuys van den Minderbroeders-convente. II. Dat oick geexcipieert werde de clem in 't preludie van 't accordt tusschen die van de nyewe religie ende de regenten deser stede gemaict, ludende dezelve clem aldus: Ter fijt toe anders bij de Co. Mat. onsen allergenadighsten heere, mit advoy van zijne generale staten deser Nederlanden, zal wesen geordonneert. III. In welcken poinct van advoy de burgermeesteren sustineren nyet geconsenteert te hebben voerder dan voer zoe veel in hen es, ende dit duer noodtshalven, daertoe gedruct ende om meerder apparente inconvenienten ende opruer te precaveren, alzoe 't concept, bij de regenten der voors. stedeGa naar margenoot+ dien van de nyewe religie van te voeren overgegeven, nyet voerder houdende was dan op 't beliefven van de Co. Mat. oft der hartoginne van Parme, regente, oft van de princel. excellentie, als stadthouder van Hollant, waerinne die van de nyewe religie in dier forme nyet en hebben willen consenteren, maer hebben gewilt 't advoy van de staeten voors. daerinne geexpresseert te werden. IIII. Angaende d' inhoudt van 't xiii. articule van 't voors. accort, den lesten Septembris alhier gemaict, beruernde de begravinge van de dooden, dat zoeveel angact de kercke ende kerckhoff van den Minderbroeders-convente, dat dien van de nyewe religie zal zijn geinterdiceert haere ceremonien in der begravinge aldaer te houden, maer zullen hen moeten reguleeren, als voer in tzelve articule van de begravinge in de Prochie-kercken geseyt wordt, omme te eviteren commotien ende beruerten vuyter begravingen ende eeremonien van die van de nyewe religie, eertijts gebuert. V. Dat oick geroyeert zullen zijn 't xv. ende xvi. articule van 't voors. accordt, als gansselick nyet wesende in de macht ofte faculteyt van de regierders deser stede, ende sulcx duer vreese van apparente bloetstortinge getolereert ende gepermitteert zijnde. Ten waere de hoocheyt van de | |
[pagina 98]
| |
hartoginne d' inhouden van 't voors. xv. articule believen zal t' advoyeren. VI. Angaende 't tweede articule van 't accort, bij de p.e. beraemt, sal men zijn e. moegen remonstreren, dat op de lastaige diverse groete spijckers ofte packhusen zijn, daer die van de nyewe religie commodieusclijck hoer predicatie zouden moegen doen, als de spijcker van meester Cornelis Dobbensz., Hans Wouters, Dirck Reynersz., Arent Hudde, Symon Appelman ende Jan Pieterssoen Brouwer, mit meer anderen, van dewelcke de voors. religie een ofte meer moegen nemen, mitsGa naar margenoot+ de eygenaers daeraff contenterende, als reden eyscht. Ende oft dair eenige van de voors. spijckers nyet groot genoech en waere, mach men die lichtelicken helpen mit vuytlaeten ofte leuffenen ter zijden, om meerder volcks daer inne t' ontfangen, als in andere plaetsen geschiet es. Maer die van de voors. religie te laeten blijven binnen deser stede, zoude directelicken wesen tegens den wille van de hartoginne regente ende oick contrarie 't accordt bij haer hoocheyt, mitte geconfedereerde edelen gemaickt. VII. Op 't derde articule sijn de regierders te vreden der p.e. te leveren de namen van zes ofte meer capiteynen, daer vuyt zijn e. drie zal accepteren, mits dezelve capiteynen d' aenneminge van de souldaten zullen doen bij advijs van de burgermeesteren, als beste kennisse hebbende van haere burgeren. VIII. In 't v. articule accorderen de burgermeesteren bij provisie voer desen tijt, welverstaende dat zijn excellentie ordonneren zal de maniere, hoe tzelve bequamelick zal moegen geschieden, besondert in 't opbrengen ende affbrengen van de sloetelen, mits dat de waecke zoe van de xxxvi raeden, als van de schutters des avonts eerst beghint voer thien vuren, als de poorten lange te voeren al gesloten zijn geweest, ende zij des morgens scheyden lange alvoeren de poorten geopent worden, als omtrent vier vuren in den morgen; oft anders zouden de sloetelen van des avonts nae 't sluyten van de poorten, dwelck nu es omtrent vijf vuren tot thien vuren in den | |
[pagina 99]
| |
avont ende des morgens voer vier vuren, als de wachte affgaet tot half acht vuren, desen tijt dat de poorten geopent worden, leggen onbewaert. IX. Beruerende 't viii. articule bidden de burgermeesteren zijn e., henluden te willen laeten bij 't gebruyck van hoerc privilegien, altijts geuseert ende den eedt, die daerop gedaen wordt bij degheenen, die d' electie van de burgermeesteren, schepenen ende xxxvi raiden hebben, ende zij continuelickenGa naar margenoot+ Tol. 51 verso, useeren, nae wille van de Majesteyt ende diversse missiven van de hartoginne regente te dien eynde an henluden, omme goede treffelicke persoonen te kiesen, op verscheydene tijden gescreven. X. Angaende 't x. articule souden de burgermeesteren wel bidden zijn e., dat de missive van de hartoginne, daerinne geruert, gelesen worde ter presentie van zijn e. alzulcken personen van de nyewe religie ende in zulcken getaele, als zijn e. dat belief ven zall t' ordonneren. Ende nae dat accordt ten beyde zijden, bij tusschenspreken van zijn e. beslooten zal wesen, sullen alsdan de burgermees teren wel bereyt sijn eenige heeren gedeputeerden te zeynden an de hoocheyt van de hartoginne, omme te solliciteren approbatie ende ratificatie van tzelve accordt ende barer hoocheyts beliefven op als te vernemen. Opten derden dach in Januario anno xvclxvii hebben mijnGa naar margenoot+ de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, noopende tgene mijn heeren voors. op huyden angegeven es bij de hoochgeleerde heeren, mr. Cornelis Zuys, president, ende mr. Reynier Duyn, raedt in den hove van Hollandt, angaende de meeninge van de p.e. (die haestich es te vertrecken) ende dat daeromme de regierders deser stede adviseren zouden, omme te persisteren bij de articulen, bij zijne excellentie tot onderhoudinge van vrede, beraempt, ende daerop hoer meeninge te verclacren, oft zijluden zouden den luden van de nyewe religie willen permitteren een plaetse binnen deser stede, omme haer religie te exerceren. Alsoe zijn | |
[pagina 100]
| |
excellentie gheen last heeft, henluden te laeten op 't gewijde oft anderssins, zijn excellentie van meeninge zoude wesen, zijn last te volcomen, stellende die van de voors. religie buten deser stede, achtervolgende de resolutie bij der hoocheytGa naar margenoot+ van de hartoginne mitten geconfedereerde edelen genomen, niettemin te vreden wesende t'adviseeren mitten regierders deser stede tgundt tot vrede zoude dienen nae gelegentheyt der saicken, sonder dat hij de saicke op hem alleene zoude willen gedreeven hebben, ofte dat men mit hem voer de Majesteyt zoude willen voerboeten. Ende naedat de voors. raiden op der voors. saicke, wesende van grooter zwaricheyt, hadden gelet, es bij henluden geresolveert ende voer guet geraeden, aengemerct de gelegentheyt deser tijt, te bidden zijn p.e. te willen supersederen een tijt lange met d'executie van zijn commissie ende te schicken an der hartoginne regente de articulen voors. bij zijn e. beraempt mit d'antwoort oft advijs bij de regierders deser stede daerop an zijn e. overgelevert, mitsgaders tgene die van de voors. religie mede daerop scrijfven oft overgeven zullen willen, ende all tzelve te zeynden an de hartoginne met zijn advijs nae de staete, daerinne hij de saicke alhier bevindt, omme hierop te hebben de beliefte van haer hoocheyt. Waernae de regierders deser stede hen gaerne reguleren zullen, ende dat middelertijt bat geraeden waer, den luden van de voors. religie getolereert te werden hoer predicatie te doen in de Minderbroeders-kercke, die zijluden doch zijn occuperende, ende tzelve mit meerder ruste ende bequaemheyt zoude moegen gebueren, dan een ander plaetse henluden binnen der stede te assigneren, overmits te beduchten es, dat men qualicken hier binnen der stede andere plaetse den luden van de voors. religie zoude kunnen assigneren tot hoerluder contentemente. Des oick guet zoude zijn, omme alle inconvenienten voert meer te verhoeden van 't gemeen peuple ofte lichtvaerdige luden, ende de justicie te starcken, te doen aennemen bij advijse van zijn e. zekere menichte van souldaten, deser stede burgeren. | |
[pagina 101]
| |
Opten negenden dach in Januario anno xvc zeven endeGa naar margenoot+ tsestich, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten oude burgermeesteren, beroerende zeker ver souck, bij eenige burgeren van de oude religie, soe bij monde, als oick eensdeels bij gescrifte, an de voors. burgermeesteren gedaen, omme hen eenige plaetse gedesigneert ofte geordonneert werden, aldaer zij vergaderen ende ontbieden zouden mogen die van hoeren sinne ende gevoelen, omme doerdien te weten, hoe starck zij zouden zijn, als bij die van de nyewe religie alreede gedaen es. Es bij de voors. raiden geresolveert, dat men den supplianten hoer versouck een dach drie ofte vier soude ophouden ende daermede supersederen tottertijt toe, men de princelijcke excellentie hieraff geopent ende 't voors. versouck te kennen gegeven sal hebben, omme van zijnder excellentie te hooren, wat hem hierinne best geraden zoude duncken gedaen te werden. Op den xiiii. dach in Januario anno xvclxvii, hebben mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi. raiden deser stede op d' inhouden van zekere articulen van accordt, bij de p.e. van Oraignen, stadthouder, op nyeus ende bij provisie beraemt, als dienende tot vrede ende ruste hier ter stede gehouden te moegen werden, al op 't beliefven van de hartoginne gouvernante ende ter tijt toe bij haer hoocheyt anders geordonneert zoude wesen. Welcke articulen van accordt den voors. raiden voergelesen zijn mitten articulen bij de p.e. bij gescrifte gestelt, daerop de souldaten, die men vuyten burgerie aennemen zoude, tot tweehondert in getaele, hoeren eedt zouden doen. Ende nae hierop bij de voors. raiden gelet was, es bij henluden verclaert, dat de voors. articulen hen wel aenstonden, dan es daerbij verhaelt, als dat men zijn p.e. (die in meeninge zoude zijn corts van hier te vertrecken) zoudeGa naar margenoot+ bidden, omme nyet te vertrecken, voer ende aleer de voors. articulen geeffectueert zouden wesen, dat oick oerbaer waer, 't getal van de voors. souldaten te vermeerderen, tot beter versekertheyt van vrede ende onderhoudt van 't voors. accordt, | |
[pagina 102]
| |
oick tzelve aennemen zoude gedaen werden bij kennisse van de burgermeesteren, als beste kennisse hebbende van hoere burgeren. Dat mede geraden zoude zijn bij zijne p.e. geordonneert te werden, dat alle vreemde gesellen, hier ter stede residerende, die gheen eedt den commissaryssen, daertoe bij den gerechte geordonneert, alnoch gedaen hebben, alnoch zouden eedt doen, binnen zekeren tijt, aleer zijn excellentie zal vertrecken, oft anders vuyter stede ruymen zouden op zekere peenen. Ga naar margenoot+ Op den xxiiii. dach in Januario anno xvclxvii, es mitten voos. raiden gecommuniceert angaende der saicke, daerop dachvaert bescreven es in den Hage, op tgene in de voergaende dachvaerden aldaer es gecommuniceert, omme eenigen van 's lants wegen te zeynden an de Co. Mat. van Spaignen, onsen aldergenadigsten heere, ten eynde zijne Majesteyt mit gheen brengen. vreemt crijchsvolck in dese Nederlanden zoude willen comen, ende dat men tot desen eynde bij provisie zoude doen cesseren de nyewe predicatien ende omme middelen, daertoe dienende, te beramen. Ende overgeleyt der saicken gelegentheyt, es geresolveert te volgen hierinne de meerder stemmen van de staeten, angaende 't cesseeren van de predicatien ende 't restitueren van de kercken. Ga naar margenoot+ Op den zevenden dach in Februario anno xvclxvii, hebben burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op 't scrijfven van de hartoginne regente van date den xxiiii. dach in Januario lestleden. Welcke missive den voors. raiden voergelesen worde. Dewelcke gehoort ende op d' inhouden van dien gelet wesende, es bij de voors. raiden geresolveert, dat mijn heeren de burgermeesteren de voors. missive zullen voorhouden en overluden van de schuttenen deser stede ende henluden daeraff overleveren copie, omme van d' inhouden derzelver missive te beter kennisse te moegen hebben, ende dien achtervolgende de overluden voors. mit alle goede middelen ende manieren te vermanen ende t' induceren, omme de altaren van de schuttenen weder op te | |
[pagina 103]
| |
rechten, de diensten Goodts dairop weder te laeten doen ende continueren naer gewoonte, ende als voer de turbatie in de religie plach gedaen te worden, ten eynde d' andere ghilden, daeraen exempel nemende, van gelijcken doen zullen willen. Omme alzoe te moegen ontgaen d'indignatie van de Co. Mat. onsen g.h. ende van de hartoginne regente, ende zulex te voereomen de compste van zijne Mat. ende precaveren, dat overmits d'acten, alhier tegens zijner Mats. behagen gebuert, dese goede stede in zijner Majesteyts ongenaede nyet en geraecke. Op den xvii. dach in Februario anno xvelxvii, hebben mijnGa naar margenoot+ heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede, noopende de reparatie bij der stede gedaen in den convente van de Minrebroeders, zedert scrijfven van de hartoginne regente van date den xxiiii. Januarij lestledenGa naar margenoot+, ten eynde de conventualen aldaer zouden moegen continueren de dienst Goodts ende haer religie. Ofte men de voors. reparatie voorts zal continueren, mits daeraff houdende goede rekeninge, omme mede alzoe te vertoenen, dat de de structie in den voors. convente bij eenige moet willigen in de zoemer lestleden geperpetreert, den regierders deser stede qualicken aengestaen heeft. Ende overgeleyt der saicken gelegentheyt, overmits de voors. conventualen, hier noch meestal onder de gemeenten onderhouden zijnde, gaerne tot ontlastinge van de goede gemeente hen zouden transporteren in hoerluder convente voors. ende nyet machtich zijn de voors. reparatie zelver te doen off te becostigen, es bij de voors. raiden geresolveert de voors. reparatie bij deser stede te continueren, mits daeraff houdende goede rekeninge opt avontuer, oft eenige naemaels bevonden mochten werden, die de voors. costen zouden beboeren te gelden. Angaende de vermaninge, mede gedaen den voors. raiden,Ga naar margenoot+ ende hoe henluden zoude anstaen, dat elek van de voors. raiden een glas oft een zekeren penninck daertoe gelden zoude, omme de glaesen in 't pant van 't voors. convent te doen | |
[pagina 104]
| |
stellen, daer die vuyt geslaegen zijn, es omme redenen geresolveert, dat tzelve oick bij deser stede zal bij provisie verschoeien worden, mits houdende rekeninge als voeren, zoe doch voer de guetwilligen noch veel meer vallen zal, om den voors, convente subventie te doen. Ga naar margenoot+ Op den xxv. dach in Februario anno xvclxvii, hebben mijn heeren de burgermeesteren communicatie gehouden mitten xxxvi raiden deser stede op der saicke van de vergaderinge, hier ter stede teser tijt wesende ende bij eenige oproerigen versamelt, ende van de gemeente, daertegens op der plaetse ende anderssins vergadert, beyder zijden in wapenen. Ende nae Adriaen Paeuw, Andries Boelensz., Henrick van Marcken, Adriaen Medemblick, Henrick Franssen cum sociis den heeren voors. angegeven hadden, waervuyt de voors. vergaderinge is gecauseert, besondert overmits datter verspreyt es, dat mijn heeren de burgermeesteren eenige knechten hadden aengenomen, sonder ad vijs van de p.e., ende contrarie zijn ordonnantie. Welcke ordonnantie de voors. oproerigen van meeninge waeren t' achtervolgen, es hierop bij de voors. raiden geresolveert, nae de voors. Adriaen Paeu cum soeiis buten de raetearner vertrocken was, ende denzelven Adriaen cum soeiis daernae te kennen gegeven, dat de voors. aenneminge alnoch nyet gedaen maer alleenlicken voorhanden es tot beschermenisse deser stede, achtervolgende 't scrijfven vuyt Brussele, alhier op ghisteren gecomen, ende waerschuwinge, der stede gedaen, omme goede toesicht te dragen, overmits de vergaederinge van volcke, totGa naar margenoot+ eenige plaetsen versamelende, ende dat oick dien achtereenvolgende noch huyden een beslooten briefve ontfangen es van date den xxi. deser maent, bij der hartoginne gescreven, inhoudende gelijeke waerschuwinge. Welcke briefve oick den voors. Adriaen Paeu cum soeiis gelesen ende henluden verclaert worde, dat de knechten, die angenomen zouden werden, zouden staen onder dezelve capiteynen, articulen ende eedt, als de tweehondert soldaten tegenwoordelicken dienende. Welck antwoort ende resolutie de voors, gedeputeerden accepteerden, | |
[pagina 105]
| |
duer begeerte oick van de heeren voors., den voors. oproerigen in den besten te rapporteren, omme henluden neder te setten ende alle voerder quaet ende inconvenienten, die vuyter versamelinge beyder zijden zouden moegen spruyten, te verhoeden. Hiernae zijn de voors. Adriaen Paeu, Andries Boelensz., Henrick van Marcken mit eenige andere hoere consorten weder inne gecomen, rapporterende hoere wedervaeren, als dat de saicke van de opgeheven vergaderinge, teser tijt wesende, hoers verhoopens, wel zal cesseren ende gebroocken werden, mits dat men zoude ophouden van meer knechten aen te nemen ter tijt toe anders bij de p.e. zoude geordonneert zijn, mits de voors. oproerigen de stede zelver begeeren te bewaeren ende te wachten van alle ongevalle, ende dat de buyrwachte zoude opgericht werden op de houffslaegen. Waerop den voors. gedeputeerden verclaert worde, dat de wachteedullen al gereet waeren, ende de ordonnantie van de wacht bij gescrifte was gestelt, ende dezelve, gevisiteert zijnde, gepubliceert ende de buyrwacht opgestelt zoude werden, dwelck zekeren tijt opgestaen ende vertoeft hadde, overmits 't versterfven van eenige capiteynen ende lieutenanten. Ende nae, de voors. gedeputeerden vertrocken wesende, op der voors. saicke bij de raiden voors. breeder gecommuniceert was, es bij henluden geresolveert ende daernae den voors. gedeputeerden geseyt, dat men mittenGa naar margenoot+ aennemen van de knechten te vreden es te surcheren, mits dat men van der stede wegen terstondt seynden zal in den Hage an de gecommitteerden, mr. Reynier van der Duyn ende anderen, omme henluden alhier te haelen ende bescheyt te hebben van de beliefte van de hartoginne regente. Waernae men over beyde zijden zoude te vreden zijn, ende dat de luden van de nyewe religie eenigen van de heeren mede zouden zeynden in den Hage, omme de voors. eommissaryssen te spreken ende de voors. meninge te vereysschen, mits bij desen middele alle voerder verloop zoude moegen verboet werden. Dwelck de voors. gecommitteerden aennamen der voors. vergaderinge van de nyeuwe religie in den besten over te brengen. | |
[pagina 106]
| |
Ga naar margenoot+ Hiernae zekeren tijt, nae de voors. dage den xxxvi raiden rapport op hoeren wedervaeren hadden gedaen, es bij dezelve raiden gedaen maecken zeker project, dienende, omme de voors. vergaderinge te stillen ende te scheyden in vruntscappe, ende zoe tzelve project den voors. van de nyewe religie vertoont zijnde, bij henluden eensdeels begeert was gealtereert ende geaddeert te werden, es hiernae in presentie van de voors. gedeputeerden tzelve project bescreven, ende den voors. gedeputeerden medegegeven, omme den voors. luyden van de nyewe religie t' appaisseren ende te vreden te stellen, ludende aldus: ‘Omme te stillen de tegenwoordige beruerte ende turbatie van de burgeren deser stede, teser tijt in wapenen vergadert, ende ten eynde duer onverstandt gheen inconvenienten gebueren, daerduer de gansse gemeente beyder zijden zoude moegen verdurfven werden ende dese goede stede in ongenaede der Co. Mat., onsen aldergenadichsten heere, tot verlies van haereGa naar margenoot+ privilegien ende voorts in gansser verderffenisse geraicken, soo es 't dat mijn heeren van den gerechte bij advijs van de xxxvi raiden te vreden zijn, op te houden mitter aenneminge van eenige knechten, mits oick alnoch gheen knechten aengenomen zijn, noch aengenomen zullen werden, mits dat van der stede wegen, ende oick (indien 't dien van de nyewe religie belieft) een off twee van de hoeren gesonden zullen worden op morgen nae den Haege an de commissaryssen, die aldaer van de hoocheyt van de hartoginne last hebben, haer hoocheyts beliefven op d'ordonnantien van de p.e. alhier te volbrengen, waernae elck hem reguleren zal. Des oick desen nacht buyrwacht gehouden, ende op morgen gestelt ende geeundicht werden zal d' ordonnantie van de p.e. angaende de nachtwaecke op de houffslaegen gehouden te werden, ten eynde dese goede stede ende hoere gemeente in vrede ende beschermenisse tegens allen deser stede quaetwillenden gehouden zal moegen werden. Vermaenende hieromme eenen yegelicken, dat elck hieraen ben negen ende nae zijn huys mit vrede vertrecken zal | |
[pagina 107]
| |
willen. Des zullen over beyde zijden alle schanssen, gescut ende andere munitien offgebrooken, ende vuyter wege op hoere plaetsen gebrocht worden, vuytgeseyt de munitien, in der vierschare ende op der wage behoerende. Voorts zijn hiernae in den avondt op den voors. dage gecomen op de raetcamer de voors. Adriaen Paeu cum sociis, als gedeputeerden van die van de nyeuwe religie ende tusschen beyden als deser stede regierders ende derselver religie ten besten sprekende, ende tot vrede arbeydende, doende rapport van hoeren wedervaeren op voors. project, voeren geinsereert. Welcke rapport gehoort ende op de gelegentheyt des saicken ende van desen tijt ripelicken gelet zijnde, es bij advijse van de voors. raiden noch een derde project gemaict, ende den voors. gedeputeerden overgelevert, omme bij henluden die van de nyewe religie, alnoch in wapenen vergadert,Ga naar margenoot+ oft hoere gecommitteerden te doen visiteren ende daerduer van een gescheyden te moegen werden, ludende 't voors. project, wesende een offscheyt van de raiden voors. zoe hier volcht: ‘Op 't rapport an mijn heeren van den gerechte ende xxxvi raiden gedaen bij Adriaen Paeu cum sociis, omme te stillen ende mit vruntscappe te scheyden de vergaderinge van de burgeren, in wapenen wesende, es bij de voors. heeren den voors. gedeputeerden voer offscheyt gegeven, dat mijn heeren accorderen, als dat twee van gerechts ende raide wegen ende twee van de nyewe religie wegen op morgen sullen reysen in den Hage, an de commissaryssen bij der hoocheyt van de hartoginne regente gecommitteert, omme alhier te volbrengen de beliefte van haer hoocheyt op d'ordonnancie, bij de p.e. hier ter stede gemaict, omme te vereysschen, off de p.e. daerop geadviseert heeft ofte nyet, ende oft bevonden werde, dat zijne p.e. daerop nyet en heeft geadviseert, dat alsdan de voors. gecommitteerden beyder zijden reysen zullen mit aller spoet an de p.e., hem te kennen ghevende der saicken gelegentheyt alhier, ende omme te hebben zijnder excellenties advijs op tgene bij der voors. hartoginne, op zijne voors. or- | |
[pagina 108]
| |
donnancie belieft ende geordonneert es, mits men alsdan zoude versoucken an de commissaryssen voors. op te houden mitter executie van hoere commissie ter tijt toe, dat de voors. gedeputeerden wederomme gecomen zullen wesen. Zijn mede mijn voors. heeren te vreden, op te houden mitter aenneminge van eenighe knechten ende degheenen, die angeteyckent zijn, nyet in dienste te nemen, ende dat men op margen kundigen zal d' ordonnancie, bij de p.e. alhier laestmael gemaict, angaende de nachtwaecke op de houffslaegen. Actum den xxv. Februarii anno xvclxvii. Ga naar margenoot+ Op huyden hebben Adriaen Paeu ende Jan Perchijn, van wegea die van de burgerie, in wapenen vergadert wesende, omme alle vrede te maicken, an mijn heeren de burgermeesteren deser stede van Aemstelredamme versocht, dat zij, voor zoe vele tselve hen angaen mach ende in hoere macht es, henluden souden willen vergheven angaende alle anvechtinge ofte kerckstueringe, bij de voors. burgerie totten dage van huyden toe gedaen ende geattempteert. Dwelck mijn voors. heeren de burgermeesteren, ten versoucke als boven, der voors. burgerie vergeven hebben, als zij hen tselve vergeven mits desen, voor zoe vele dat in hoere macht es. Actum in 't thoorentgen den xxvi. Februarii xve zeven ende tsestich, bij alle de voors. burgermeesteren. |
|