Hendrik ten Oever.
Door C. Kram.
De kunstwerken van dezen verdienstelijken meester schijnen aan de geschiedschrijvers van de levens en werken der nederlandsche kunstschilders niet te zijn voorgekomen; immers geen spoor van dezen naam wordt er bij hen gevonden. Dit is echter vreemd, dewijl een voornaam kunststuk van dien meester - door ons gezien - in de kerkekamer van de groote of St. Michielskerk te Zwolle aanwezig is, en dus niet verholen, maar wel zoo, dat hetzelve, bij de later aan de vermelde kerk gebouwde kerkekamer, eene bestemde plaats heeft verkregen, of liever voor de bedoelde plaats geschilderd is. Het stelt voor de regenten of kerkmeesters van dien tijd, die dezen kostbaren aanbouw onder hun bestuur hebben doen volbrengen, gezeten aan eene tafel, vergadering houdende, en daarnevens de koster. Het geheel is uitmuntend geschilderd, klein levensgroot, goed geteekend en schoon van kleur. Het zweemt naar de school van Rembrand, zooverre het effect aangaat; doch het geheel doet zich voor als een stuk uit de school van Gerard Terburg, en wel om de juistheid en zedigheid der voorstelling. Zelfs de handen zijn uitmuntend geteekend en geschilderd, hetwelk niet zelden een bekwaam kunstenaar verraadt, die veel gewerkt moet hebben, om tot dien graad van volkomenheid te geraken. Ten Oever kan in de school van Terburg zijne opleiding hebben gehad, doch deze heeft hem niet aan die schilderij kunnen helpen, daar hij in den jare 1681 is overleden.
Wij gelooven, dat deze bekwame kunstenaar tot de Hollandsche school behoort, zijn naam zelfs geeft daartoe cene