De melk en de boter in Frankrijk.
Het groote belang van de zoogenaamde zuivelbereiding wordt, zelfs dikwijls door hen, die er de meeste winsten van trekken, meermalen niet voldoende naar waarde geschat.
Om bijvoorbeeld een denkbeeld te geven van de hoeveelheid melk, die in Frankrijk gewonnen wordt, kan men volstaan met de mededeeling, dat, wanneer deze verzameld kon worden, een melkrivier kon ontstaan, die een breedte van een meter en een diepte van drie-en-dertig centimeter zou hebben, welke rivier dag en nacht het geheele jaar door met een snelheid van een meter per seconde zou stroomen.
Van deze ontzaglijke hoeveelheid wordt een gedeelte door de jonge dieren (kalveren, jonge geiten enz.) gebruikt; een ander gedeelte drinken de menschen en de rest wordt voor de boter- en kaasbereiding bestemd.
In Frankrijk is geen landbouwindustrie aan te wijzen, die sedert de laatste vijftig jaar zooveel vorderingen heeft gemaakt als de boterbereiding. In het jaar 1833 toch bedroeg de boterinvoer in Frankrijk, een millioen twee-honderdduizend kilogram en de uitvoer honderd-duizend kilogram minder. Tegenwoordig is dat geheel veranderd en bedraagt de uitvoer vier- of vijfen-dertig millioen kilogram per jaar of elf à twaalf maal meer dan vroeger. Die uitvoer geschiedt voornamelijk naar Engeland; de waarde daarvan wordt op ruim honderd-millioen francs geschat.
In het departement de la Manche alleen, wordt meer dan een derde van den geheelen uitvoer vervaardigd.