De Belgische Illustratie. Jaargang 16

O Pifferari.

Zóó doedelt 't lied in uw groene valleien
Zóó in uw bergen weergalmen schalmeien!

Hoort gij de winden de boomen niet wiegen?
Hoort gij de vlerken des arends niet vliegen?

Hoort ge op de toppen de kudden niet loeien?
Hoort gij de stortende waters niet vloeien?

Hoort gij uw schoonhairde vrouwen niet zuchten:
‘Blijf gij nog wandlen in vreemde geluchten!’

Geef mij 't penseel om uw mantel te malen,
Spitsigen hoed en verbonden sandalen!

Lieflijke beedlaars! nog zingt in mijne oore
't Vleiend geluid voor uw: ‘Grazie, Signore!’

Uw zoete tong kan ons tale niet spreken;
't Leeft in uwe ooge als een zucht naar uw streken.

Ah! keert terug naar uw groene valleien,
Dáár in uw bergen weergalmen schalmeien!

Dr. de Gheldere.