[Nummer 45]
Onze gravures.
Het Kremlin.
Reeds in vroeger jaargangen spraken wij van het wonderlijk gebouw, of beter gezegd de ‘wonderlijke stad’ binnen Moskou, het Kremlin genaamd. Gansch dat heiligdom, want zóó beschouwt de ware Rus het Kremlin, is samengesteld uit eene wanordelijke reeks van gebouwen: tempels, paleizen en gestichten. Zelfs de bouwtrant heeft niets eenvormigs; men vindt de byzantijsche, de russische, de gotische stijl; men ziet er gebouwen die aan de Assyriërs, aan de Egyptenaars, aan de Babyloniërs doen denken; doch als het europeesche karakter zich mengt met het Oostersche, met het aziatische, dan toch behoudt dit laatste de overhand, en de algeheele aanblik van het Kremlin, met zijne torens en vergulde koepels, doet aan het Oosten denken.
Het Kremlin draagt daarenboven nog een ander karakter, namelijk dat het in den loop van verscheidene eeuwen gebouwd werd. Eene andere eigenaardigheid is het heuvelachtige van den grond, waarop die binnenstad is opgericht. Men heeft den bodem niet effen gemaakt en alzoo aan het geheel nog meer onregelmatigheid gegeven, die echter de betoovering vergroot.
Het geheele Kremlin is omgeven door eenen muur van witten steen, die klimt en daalt naar gelang de grond heuvelachtig is. Op zekere afstanden is die muur met torentjes versierd, wat alweer bij draagt tot de betoovering van het gezicht.
het kremlin.
Het Kremlin was in vroeger dagen het versterkte kasteel van Moskou; het is zoo oud als de stad zelve en moet reeds, naar men beweert, in de XIIe eeuw hebben bestaan. In den aanvang was die driehoekige forteres niet anders dan een aarden wal, met eene houten omsluiting.
Destijds was Moskou een dorp, en zelfs maar een armzalig dorp. Omtrent 1160 of 1170 bouwde prins Andreas tusschen de strooihutten eene steenen kerk, en van dat oogenblik ontwikkelde zich het dorp tot stad. In de XIIIe eeuw werd de opkomende stad door woeste benden Tartaren afgebrand, doch de ligging was nu eens aangeduid en de herbouwing werd dan ook onmiddellijk begonnen. De kloosters vestigden zich op de beide oevers der rivier en weldra was Moskou eene stad, die allengs zich meer en meer uitbreidde.