hij deed ons volk zoo opmerkelijk behendig naar zijne Frans-republiekeinsche pijpen dansen, dat de Représentant Hausmann hem reeds op den 5n dag der Sans-culottides van het jaar II (21 september 1794,) benoemde als Onder-Schouteth van Antwerpen. In die hoedanigheid stelde hij, op 8 november 1794, met zijnen Schouteth Wauters, reeds voor, de klokken onzer kerken aan de Fransche Republiek te offeren. Dit blijk van hartelijke genegenheid werd te Parijs zoo goedgunstig vernomen, dat de Representanten bij het leger van het Noorden den ln Floréal jaar III (20 april 1795) Dargonne verhieven tot Agent National, of Vertegenwoordiger der Republiek bij de Municipaliteit van Antwerpen, welke titel door besluit van 28 Frimaire jaar IV (19 december 1795) in dien van Commissaire du Directoire Exécutif veranderd werd. Als dusdanig speelde de gewezen muzikant-dansmeester-schilder zijne gewichtigste rol, welke althans voor de kunst hoog belangrijk was.
‘Gedurende twintig jaren had Dargonne in onze stad bijna geen ander openbaar leven dan dat der kunstplechtigheden mogen waarnemen. Dat, sinds de komst zijner landgenooten, dit leven nu ophield, en tot zelfs de Academie gesloten bleef, kon zijn schildershart maar niet verkroppen. Terwijl hij vruchtelooze pogingen aanwendde, om geld voor het teekenonderwijs te bekomen, knoopte hij met den Parijschen schilder Jean Mérimée eene briefwisseling aan, welke voor doel had te Antwerpen een degelijk kunstonderwijs in te richten. Beide vrienden waren het eens, dat de Vlaamsche School uitstekende meesters had voortgebracht en nog goede schilders telde, doch die nu verachterd waren of althans niet meer werden opgemerkt. In Frankrijk, of beter te Parijs, ging het er anders toe. Daar schiep de vermetele Louis David, in klassieken vorm, tooneelen uit de Grieksche en Romeinsche geschiedenis, welke niet weinig indruk en ophef maakten.
‘Volgens Mérimée moest de beruchte Parijsche meester onzen eenvoudigen Vlamingen tot voorbeeld strekken. Arme onwetende! Alhoewel hij eenige jaren vroeger onze stad bezocht, wist hij dan nog niet dat Antwerpen zijne klassieke kunsthervorming reeds beleefd had. Het bastaardstelsel, waarmede David in 1780 te Parijs was opgetreden, had Lens van in 1768 te Antwerpen ingevoerd.’
In 1799 trouwde Dargonne met eene francaise, zekere Adrienne Agnes Thérèse Cerisier. Nu woonde Dargonne op de Schoenmarkt in No 25. In 1800 werd de dansmeester bijgevoegd rechter en in 1807 lid bij het crimineel gerechtshof (!) te Antwerpen benoemd. In 1811 ging hij te Brussel en daarna te Vilvoorden wonen. In 1821 moest hij schilderen om zijn brood te winnen. In 1839 stierf hij op een bijna 90 jarigen ouderdom in..... een zinnelooshuis. Ziedaar eenige belangrijke inlichtingen over dien politieken dansmeester, die in zijne brieven schreef le ci-devant Dieu, en hier eene rol vervulde die op meer dan een punt belachelijk was.