Turksche beeldspraak in Tunis.
De Turken houden veel van beeldspraak, en eenigen dezer spreekwijzen zijn zeer schoon. Zoo zegt hij:
‘Wat de sprinkhanen hadden achtergelaten, hebben de vogeltjes opgepikt.’
Dit zeggen wij in eene andere beeldspraak: ‘een ongeluk komt nooit alleen.’
Als wij willen zeggen: ‘hij is verstrooid,’ zegt een Turk: ‘Hij zoekt zijnen zoon dien hij op zijne schouders draagt.’
Wil hij zeggen dat men met goede bedoelingen niet zelden veel kwaad kan doen, dan zegt hij:
‘Hij is gekomen om zijne vrouw te omhelzen en hij heeft haar de oogen uitgestoken.’
Willen wij zeggen: ‘Spreek niet te veel,’ dan zegt de Turk: ‘Als gij uwen mond houdt, zullen er geen vliegen in komen.’
‘Wees leeuw en verscheur mij; maar wees geen wolf om mij onzuiver te maken.’
‘Als men eenen engel op eene bruiloft vraagt, is het enkel om aan te brengen.’
‘Het spreken op zijnen tijd is geoorloofd.’
Als wij willen zeggen: ‘Hij is een verkwister,’ zegt de Turk: ‘Zijne fortuin is in strooi en in nagels veranderd.’
‘Wees niet ondankbaar,’ zeggen wij; de Turk maakt eene grooter omschrijving en zegt: ‘Hij die vruchten uit zijns vaders hof eet, moet zijne voorzaten niet beleedigen.’
‘Een enkel ruiter maakt geen stof,’ wil zeggen dat het werk van één man niet veel uithaalt.
‘De voet gaat waar het hart hem brengt.’