- Ja, dat begrijp ik; dokter, welke is de toestand der longen.
- Donkerrood, zwartachtig, bij de drukking niet knetterend; de organen zijn overladen met bloed, terwijl mijn mes er doorheen dringt.
Daarna legde hij hart en longen in de borstholte terug.
- De voorname kenteekenen zult gij wellicht in de maag en in het darmkanaal aantreffen, kwam de instructie-rechter hem in het oor fluisteren; het is toch in die organen dat het vergif moet berusten; in het darmkanaal moet men een ontzettende ontsteking aantreffen?
- Ja, wanneer de dood veroorzaakt werd door een delfstoffelijk vergif; neen, wanneer de doodende stof uit het plantenrijk voortkomt.
- Hoe zonderling! merkte de rechter aan.
- Wanneer een vergif van de laatste soort 's menschen lichaam binnendringt, neemt men waar, dat het zijn doodelijke werking doet op de hersenen en het ruggemerg, welke weldra in een Boort van werkeloosheid en verlamming geraken, en natuurlijk den dood voor gevolg hebben.
Hij opende de maag, en goot een groote hoeveelheid bruinachtig, slijmerig vocht dat dezelve bevatte, in een pot opzettelijk daartoe aangebracht.
Daarna doorzocht hij het darmkanaal, doorkerfde lever, milt en nieren, doch vond nergens het minste spoor van ontsteking.
- Geen spoor van vergif? vroegen de procureur en de instructierechter verwonderd.
- Het vergif kan niet dan door een scheikundige ontleding ontdekt worden, antwoordde de dokter; ik zegde u daar, dat er geen spoor van ontsteking te vinden was, en geen wonder: de voornaamste anatomische letsels veroorzaakt door de kracht van een plantenvergif, (en indien ik mij niet bedrieg, is zulks hier het geval) zijn eigenlijk het gevolg van deszelfs werking op het zenuwgestel of liever op een gedeelte der hersenen, namelijk het nodus encephali.
De dokter legde de uitgehaalde organen op hun plaats terug, en maakte met naald en draad de buik- en borstholte weder dicht.
Daarna werd het lijk opgetild, en weer terug gelegd in de kist, en het deksel met de schroeven vastgedraaid.
- Kunnen wij de kist weer in het graf terugzetten? vroeg de grafmaker.
- Een oogenblik, sprak de gerechtsdokter.
Hij bond aan het hoofd- en voeteinde een koord rondom de kist, en liet gesmolten lak druppen op de knoopen, welke hij verzegelde.
Daarna haalde hij uit zijn kistje een stuk kalfsblaas, bond die over den pot, welke den inhoud der maag bevatte, en verzegelde hem, evenals de lijkkist.
- Grafmaker, mijn werk is afgedaan, sprak hij; zet de kist weer in het graf; doch draag zorg de zegels niet te schaden.
De grafmaker zag hem vragend aan.
- Indien het eens gebeurde dat er later een tweede ontgraving moest plaats hebben, is het volstrekt noodig dat het lijk juist in dien toestand, waarin het thans wordt begraven, ook wordt teruggevonden.Terwijl de doodgraver, geholpen door burgemeester en gendarmen de kist wegdroeg, had de gerechtsdokter met de heeren der rechtbank het volgend gesprek:
- Dokter, kunt gij ons den hoofdzakelijken uitslag der lijkopening mededeelen? vroeg de rechter.
- Op eenige der voorgestelde vragen van het requisitorium kan ik u nu reeds antwoorden; wat mij nu nog onbekend is, zal u door de scheikundige ontleding der stoffen in de maag gevonden, worden opgehelderd.
- Hier is het requisitorium, zei de klerk; hij las: is ter Olmen aan een hersenberoerte gestorven?
- Neen, luidde het antwoord van den dokter.
- Is hij een natuurlijken of gewelddadigen dood gestorven?
- Wat ik bij de lijkopening gezien heb, doet mij veronderstellen dat zijn dood aan een misdaad moet worden toegeschreven.
- Is er vergif aanwezig in de levensorganen van den overledene?
- Dat valt bijna niet te betwijfelen.
- Welk is de hoeveelheid en de aard van het gevonden vergif?
- Over de hoeveelheid valt tot hiertoe moeielijk te oordeelen; dat is het werk van den scheikundige.
- Kent gij den naam van het vergif? vroeg de procureur haastig.
- Dat wij hier met een vergif uit het plantenrijk te doen hebben, lijdt bijna geen twijfel.....
- Maar de naam van het vergif, dokter? onderbrak de ongeduldige procureur.
- Dat is een moeielijke vraag, antwoordde de geneesheer, aarzelend; nog eens in mijn leven deed ik de lijkopening van iemand die vergiftigd was met de vlugge bestanddeelen van een plantenvergif..... doch laat ons het scheikundig onderzoek, dat nog moet plaats hebben, niet vooruitloopen.
De klerk las de vragen van het requisitorium voort:
- Hoeveel tijd kan er verloopen zijn tusschen het toedienen van het vergif en den dood?
- Dat hangt af van de hoeveelheid; de werking slechts van eenige greinen van sommige vergiften is zoo vlug, dat de dood in eenige oogenblikken kan plaats hebben.
- Moest de dood noodzakelijk het gevolg zijn van het genomen vergif?
- Indien er in de maag zoo veel vergif aanwezig is als ik met recht mag veronderstellen, was de dood onvermijdelijk?
- Kan de dood van ter Olmen aan een zelfmoord worden toegeschreven?
- Deze vraag kan bezwaarlijk door den gerechtsdokter worden opgelost.
- Dokter, ga nu over tot de scheikundige ontleding der maagstoffen; dewijl er op de modelhoeve een laboratorium bestaat, zult gij daar wellicht alles vinden wat gij tot uw bewerking noodig mocht hebben; het opmaken van uw verslag kan binnen eenige dagen plaats hebben; voor het oogenblik zijn wij genoegzaam ingelicht, om tot de aanhouding van Bernardin de Giltburg over te gaan.
Onmiddellijk begaf zich het gerecht naar de modelhoeve, eenige minuten gaans van het dorp gelegen.