Tunische beleefdheden.
In een landbeschrijvend werk vinden wij over Tunis de volgende aardigheid.
‘Terwijl ik zat te teekenen, liet ik inmiddels mijne oogen om mij heen dwalen, en luisterde aandachtig toe. Als iets mijne aandacht trok, ondervroeg ik mijn vriendelijken gezel.
‘Wie zijn die beide mannen daar ginds, die elkander zoo beleefd groeten?’
‘Twee mooren.’
‘Waaraan weet gij dat?’
‘Aan een aantal kenteekens; maar de wijze waarop zij elkander groeten zou yoor mij voldoende zijn geweest.
‘Zij hebben zich voor elkander diep gebogen, terwijl zij de hand op het hart legden.’
‘Ja, de een heeft gezegd: - Moge uw dag gezegend zijn! De ander heeft geantwoord: - De uwe zij als melk!
‘Dat is allerbeleefdst. En wat zeggen zij nu tot elkander?’
‘Laat ons doen alsof wij hen niet zien, en ik zal u verhalen wat zij zeggen. ziehier letterlijk hun gesprek:
De eerste. Hoe staat het met uwe zedelijke gezondheid?
De tweede. Is uw goed vermeerderd?
De eerste. Ik bid dat God u lief hebbe.
De tweede. En ik, dat Hij u den vrede geve.
De eerste. Hoe verheugt mij uwe tegenwoordigheid!
De tweede. Moge de overvloed steeds uw deel zijn en het u nooit aan familie ontbreken!
De eerste. God spreide zijne schaduw over u en behoede u!
‘Dit zijn,’ merkte ik aan, ‘zeker zeer vleiende toespraken. Maar is dit nu alles wat zij elkander te zeggen hebben?’
‘Hoogst waarschijnlijk, ja. Zij gaan voort met elkander geluk te wenschen en elkander honderd gelijksoortige heilbeden toe te voegen, alvorens te scheiden. Maar deze gewoonte is niet bepaald aan Tunis alleen eigen: door geheel het Oosten handelt men bijna eveneens.
‘Ik herinner mij inderdaad dat een mijner vrienden, die een tijd lang in Perzië heeft doorgebracht, ons niet weinig vermaakte met het nadoen van een paar Perzen, die elkander een bezoek brachten. Zij begonnen met de vraag, of hun neus wel dik is? hetgeen, naar het schijnt, zoo wat hetzelfde is als - hoe vaart gij?’... Ha, onze beide Mooren schijnen op het punt van ieder zijn eigen weg te gaan. Hoe zullen zij nu van elkander afscheid nemen?
‘Ik wensch u gezondheid.’
‘De vrede zij met u.’
‘Gezegend zij uw lot!’ enz.