[Nummer 33]
Onze gravures.
Gemobiliseerd in 1870.
Wij bevinden ons in het bloedige jaar 1870, toen Frankrijk, tot straf van al zijne euveldaden, zoo vreesselijk door de vereenigde Duitschers getuchtigd werd.
Het leger was verslagen, vernietigd, verspeid, machteloos gemaakt. Frankrijk, diep vernederd, wilde zich door eene uiterste poging redden en mobiliseerde tot zijnen laatsten man.
Hoevele ongelukkigen, vaders van huisgezinnen, moesten zich uit de armen van vrouw en kind losrukken en in den barren winter den dood te gemoet gaan, terwijl de hoog geplaatste regeerders weigerden het trotsche hoofd voor de overmacht te bukken!
De wonden die Frankrijk uit die dagen heeft op te teekenen, werden diep geslagen en zij bloeden tot nu toe in de familiën voort, ofschoon men deze laatsten soms met den mageren troost paaien wil, dat er van de zijde der mobielen toch ook heldendaden op te teekenen zijn.
De schilder Perrault heeft een tooneel uit dat tijdvak aanschouwelijk gemaakt, een tooneel dat eensklaps een aangrijpend drama voor onzen geest roept. Die ongelukkige vrouw met haar kind in den arm, vindt op het sneeuwveld het lijk van hem, met wien zij pas voor het altaar vereenigd was, van den vader van haar kind.
Het kanongedommel heeft in hare ooren geklonken en toen dit ophield, is zij naar het slagveld gesneld om tijding te bekomen van hem die haar zoo lief was. Wat al ijselijke oogenblikken moet zij hebben doorgebracht! Hoeveel duizend dooden moet zij in dat tijd verwijl hebben geleden!
gemobiliseerd in 1870, naar l. perrault.
Leeft hij nog, haar echtgenoot? Zit hij op dit oogenblik gezond en wel bij het wachtvuur? Ofwel is hij gekwetst en wordt hij reeds in de ambulancen verzorgd? Ofwel is hij.... doch neen, dat durft de ongelukkige niet denken, want bij de gedachte alléén stolt haar bloed in haar aders en zakt er als een doodschemer voor hare oogen....
Helaas, dat voorgevoel was echter het ware... Doch waarom nog woorden gebezigd? Het tafereel van Perrault spreekt zonder deze.
En als men nu de gravuur ter zij legt en op het beeld nadenkt, komt ons het afschuwelijke van den oorlog nog altijd in heldere kleuren voor den geest, en wij beven bij het