[Nummer 32]
Onze gravures.
Tijdens het schrikbewind.
Bij den eersten aanblik van deze sierlijke en zinrijke teekening, worden wij verplaatst in de bloedige dagen der eerste fransche omwenteling, die men, in zekere partij, de ‘groote,’ de ‘roemrijke’ noemt, ofschoon zij niet anders dan den naam der ‘bloedige’ verdient.
Men roemt wel eens de voordeelen, die deze omwenteling met al hare gewelddadigheid heeft aangebracht; doch indien men de voordeelen wikt en weegt tegen de nadeelen, die er voor de samenleving uit voortgevloeid zijn, zal men de eerste niet lang meer roemen. Zelfs de landen, die door de omwenteling niet geschokt werden, neemt alleen Engeland, zijn op dit oogenblik meer in vooruitgang dan Frankrijk, dat integendeel sedert die zalige revolutie gedurig en meer en meer, is achteruit gegaan.
De teekening, welke wij den lezer voorhouden, brengt ons teenemaal in dat schrikverwekkend tijdstip terug, waarin de deugd als ondeugd, de ondeugd al deugd beschouwd werd.
De bloedige Conventie wierp hare ijselijke decreten uit; de proconsuls moordden en plunderden in de departementen; de septembriseurs, de tricoteuses, om geene anderen te noemen, gaven den hoogen toon; de guillotine speelde onophoudelijk; de kerken waren gesloten, verbeurd verklaard of dienden tot den godsdienst der Rede; de kloosters waren uitgebuit; de priesters verjaagd, over de grenzen gevlucht of hier en daar verborgen.
Het was een tijd vol angst en doodschrik voor de goeden, een tijd vol triomf voor de kwaden, voor de schurken en dieven.
tijdens het schrikbewind, naar ary scheffer.
Wij wonen hier het celebreeren eener Mis bij in een eenvoudig timmermans-werkhuis, waar men zeker nooit gedroomd had dat iets dergelijks zou hebben plaats gehad. De aanwezigen vormen, men ziet het klaar, eene adellijke uitgewekene familie, eene groep émigrés, die hun kasteel en eigendommen ter prooi der republikanen hebben gelaten en thans gelukkig zijn in dat nederig werkmansbuis, een min of meer veilig onderkomen te vinden.
Daar, in die kamer, waarschijnlijk in de stilte van den nacht of van den vroegen morgen, draagt de priester het H. Misoffer op. Het altaar is eene commode, alle versiering is