Een kostbaar feest.
Toen in 1648 de St.-Lucasgilde te Antwerpen blijkbaar haren ondergang nabij was, en men door pralerij haren glans wilde verhoogen, gaf men op St.-Lucasdag een welkomdisch aan de nieuwe dekens, die niet minder kostte dan 1481 gulden 1 stuiver, eene aanzienlijke som voor dien tijd.
In eene officieele rekening vindt men opgeteekend, dat men op dien maaltijd onder ander uitgaf 217 gulden aan den ‘bancquetbakker’ 60 gulden aan den ‘pasteybacker’; nog eens 50 gl. 10 st. aan een tweeden ‘pasteybacker’, 191 gulden aan de ‘pollierster’, 261 gl. aan rijnwijn, terwijl men 69 gl. 7 st. aan impost voor dien wijn betalen moest.
Het ‘lijnwaet’ kostte van huur 56 gl. 19 st.; de potten, messen en glazen 21 gl., de ‘boscolen’ 20 gl. 17 st. Men at voor 124 gl. visch, voor 28 gl. 10 st. cardoenen, ‘salaet en ander groen’, voor 54 gl. hamelenvleesch, voor 22 gl. kalfsvleesch, swesers en voor 15 gl. lamoenen en appelcienen. De kok en het ‘ladeerspeck’ kostten te samen 31 gl. enz.
Het feest duurde twee dagen en een zeventigtal mans en tien vrouwen namen er deel aan.