dig tot een tweeden leiden: Hendrik VIII deed zichzelf als eene soort van Paus der afgescheiden Kerk erkennen, doch een Paus, die niet met het kruis der zachtmoedigheid, maar met het vuur en het zwaard regeerde.
De koning deed alles wat hem slechts een schijn van tegenstand bood, onder het zwaard vallen of stiet het den vuurgloed in. De kanselier Thomas Morus, een toonbeeld van eerlijkheid en deugd, de bisschop Fisher, een man van heiligen levenswandel, werden onthóofd; anderen volgden, ja, de bijl had geen rust. Men brandde en moordde dag op dag. Men plunderde kerken en kloosters; men stool heiligdommen met volle grepen - kortom, de misdaden aan het engelsche hof hadden geen einde, en niet alleen papisten werden vervolgd, maar zelfs afvalligen, die echter de nieuwe geloofsleer van den koninklijken theologant volgden.
Vele schrijvers hebben Anna Boleyn van al dat bloed, vuur en diefstal willen vrijspreken, of ten minste haar verontschuldigen, en hare jeugd en onbedachtzaamheid inroepen; doch haar teenemaal vrijspreken van alle schuld valt, dunkt ons, in de onmogelijkheid.
De straf moest dan ook weldra volgen: Anna Boleyn werd gestraft door dezelfde vernedering, en grooter dan deze, die Katharina van Aragon eenmaal onderging; door dezelfde straf, die Thomas Morus, Fisher en zooveel anderen eens moesten onderstaan.
Toen Hendrik VIII zijne lusten had uitgevierd en hij tusschen de eeredames der koningin een nieuw offer had opgemerkt, viel Anna Boleyn ook in ongenade, en hij verstiet haar op de ruwste wijze. Hendrik VIII beschuldigde haar van bloedschennis met Rochester, haar eigen broeder, en koel zag de bloedhond die ongelukkige vrouw voor zijne voeten kruipen en om genade bidden.
Anna Boleyn werd uit de vorstelijkste weelde, die men bedenken kan, naar den Tower gebracht en, dewijl de dwingeland gewillige slaven in zijne rechtbanken had, was zij weldra ter dood veroordeeld. Zij moest ofwel onthoofd of verbrand worden; doch haar koninklijke meester was nog wel zoo genadig haar den bijlslag te gunnen.
Vóór dat de strafuitvoering plaats had, deed Hendrik VIII de echtscheiding uitspreken en verklaarde de dochter van Anna Boleyn, de later zoo berucht geworden Elisabeth, bastaard.
Piloty heeft het tooneel der verstooting op eene treffende wijze weergegeven. Anna Boleyn's wanhoop is aangrijpend; de ijskoude koelheid van den koning is stootend. De personen, die zich rond het koninklijk paar bevinden, worden door verschillende indrukken beroerd: onverschilligheid en hardvochtigheid hier, geheime fluisteringen en hofintrigues daar. Op den achtergrond bevinden zich de gewapenden, die de jonge, schoone en grillige koningin naar den Tower zullen geleiden, dien zij niet meer verlaten zal tenzij in eene doodskist.
Wie zou openlijk, in tegenwoordigheid van den gekroonden moordenaar, eenige sympathie, eenig medelijden durven toonen!
Jane Seymour was de derde vrouw van Hendrik VIII. Na zeventien maanden stierf dit nederig en eenvoudig meisje, en de vierde vrouw, Anna van Kleef, werd door den koning als zijne gemalin aangewezen, enkel op een portret door Holbein van deze prinses geschilderd. Haar rijk was kort van duur. Zonder veel omslag verstiet hij haar en koos zich eene andere vrouw hetgeen hem zeer gemakkelijk viel, aangezien hij zich een godsdienst had gemaakt naar zijnen wil en zin, en zich door kruipende hovelingen omringde, die alles instemden wat de meester wilde. Thomas Cromwell, de laaghartige en schurkige minister van Hendrik VIII, die dit huwelijk geklonken had, ontving eindelijk te dezer gelegenheid, de straf voor zijne euveldaden: zijn hoofd viel op het schavot.
Katharina Howard was de vijfde vrouw van den koning; zij was de nicht van den hertog van Norfolk, evenals Anna Boleyn. De koning stelde zich voor ditmaal gelukkig in zijne keuze geweest te zijn; doch hoe kon dit met eeu gemoed zoo als het zijne, met een hof waar bij elken voetstap, in elken spiegel, achter elke tapitserij het verraad, de kuiperij, het bedrog, de schurkerij den hoveling tegengrimden?
De nieuwe koningin vond weldra beschuldigers, en de achterdochtige koning luisterde met een gretig oor naar alles wat zijne helsche jaloezie en zijn mistrouwen voedsel geven kon. Katharina Howard werd beticht omdat zij, vóór haar huwelijk, zekere intrigues had aangeknoopt en die aantijging was genoeg om haar proces te doen beginnen. Proces wilde destijds zeggen, veroordeeling en strafuitvoering! De tiran eischte haar hoofd en het rolde dan ook op het schavot.
Wie zou nog op de kussens van den troon, naast dien dwingeland, als gemalin durven plaats nemen? Onbegrijpelijk dat er nog ééne vrouw gevonden werd, die de haar aangeboden koninginnekroon wilde aannemen. Zeker is het dat velen deze zullen geweigerd hebben; doch Katharina Parr, de weduwe van lord Latimer, nam deze niettemin aan. Zij was eene doorzichtige, slimme en listige vrouw, die er dan ook in gelukte den achterdochtigen tiran te misleiden en aan zijne bloedige grillen te ontsnappen.
De toestand der koningin was echter niet gemakkelijker geworden met het klimmen der jaren van den koning; het scheen integendeel dat hij bloeddorstiger werd naar gelang hij in het leven vorderde. Zwaarlijvig, gekweld door verzweering aan het been, aan lichamelijk lijden ten prooi werd zijn karakter gedurig heviger, gedurig driftiger. ‘Buiten staat zich te bewegen, zegt een schrijver, was hij aan een geketend wild beest gelijk - van wreed was hij razend geworden.’
Hendrik VIII stierf den 28 januari 1547 en slechts 55 jaar oud. De Engelschen, zijne tijdgenooten, hebben hem niet bijzonder ongunstig beoordeeld, dezen omdat zij niet durfden, anderen omdat zij door het protestantism verblind waren en 's konings handelwijs uit eigenbaat goedkeurden; doch, na verloop van eenige jaren is de ongeladige rechter der geschiedenis gekomen en Leeft dien monark als een geesel des menschdoms beschouwd, zooals die rechter allengs meer en meer hulde bewijst aan de dochter van Katharina van Aragon, die men miskende omdat zij katholiek was; zooals die rechter meer en meer Elisabeth brandmerkt, de bastaarddochter van Anna Boleyn.