Kunstmatige kleuring van bloemen.
Het is bekend, dat blauwe en violette bloemen, aan den rook eener brandende sigaar blootgesteld, groen worden. De oorzaak hiervan ligt in het ammoniakgehalte van den tabaksrook. De bloemen verwelken echter spoedig door de hooge temperatuur, waaraan zij bij de verbranding van den tabak zijn blootgesteld. Om zonder nadeel voor de bloemen haar deze groene kleur te verleenen, bezigt men verdunde ammoniak-gas. Men bevestigt de bloemen in de buis van een glazen trechter, en wel zoo, dat aan den bovensten rand van den trechter eene ruimte van 2 à 3 decimeters blijft.
Men brengt nu eenige druppels ammonia liquida op een bord en plaatst hierop den omgekeerden trechter met de bloemen. Na eenige minuten ontwaart men de volgende kleurenveranderingen. De meeste blauwe, violette en lichte karmozijnroode bloemen, vooral bij de nachtviolen, vertoonen een prachtige groene kleur, gelijkende op Schweinfurtergroen. Donkere karmozijnroode bloemen worden zwart en alle witte bloemen zwavelgeel.
Vooral verrassen de bloemen met meer dan eene kleur, zooals bij voorbeeld de witbloeiende Lychnis Coronata, waarvan de witte kroonbladen eene gele, de roode aderen een violette kleur aannamen. De met witte kelkbladen en rozenroode bloemkroon bloeiende Fuchsia vertoont na de werking van den ammoniak, gele kelkbladen en groene of blauwe kroonbloem. Zijn de nieuwe kleuren verschenen, dan dompelt men de bloemen dadelijk in frisch water, waarna zij hare nieuwe kleuren, naar gelang der opgenomen hoeveelheid ammoniak, 2 tot 6 uren behouden. Langzamerhand komen dan de oude kleuren terug, nadat zich bij de groene bloemen eerst nog een blauwe overgangskleur vertoond heeft. Voor verwelken is geen gevaar bij dezes handelwijze. Door de reukelooze asters een à twee uren aan deze ammoniaklucht bloot te stellen, verkrijgen deze een zoetachtigen geur.
Vrienden van bloemen kunnen zich op deze manier eene flora tooveren, zooals zij in de natuur niet bestaat.