kruis geklonken, en omstreeks hetzelfde uur voer Hij ten hemel. Zoowel bij de verlossing als bij de schepping derhalve draagt het getal zes den stempel der voleinding. De geheime Openbaring van Johannes schrijft aan de hoogste Engelen zes vleugelen toe. Zes eindelijk is het aantal der wijnkruiken bij de bruiloft te Cana.
In de H. Schrift (Apoc. XIII: 18) is het getal 666 het cijfer van den Antichrist en een aantal schriftuitleggers hebben gepoogd hiervan eene verklaring gegeven. Volgens Menzel zou de beteekenis uit de symboliek van het getal zes, als het cijfer der voleinding, zijn op te maken. De beteekenis zou dan deze zijn, dat in den Antichrist de maat der zonde is volgemeten, terwijl de drievoudige herhaling van het getal zes de tegenstelling met den driemaal heiligen God zou doen uitkomen.
Een bij uitstek heilig en symbolisch getal is het cijfer zeven. Ontstaan uit drie en vier, het getal Gods en het getal der schepping, drukt het de verbinding van beiden uit en is alzoo het getal der genade. Zevenvoudig zijn de gaven van den H. Geest, den uitdeeler van alle genaden, en zevenvoudig zijn ook de uitnemendste genademiddelen, namelijk de H. Sacramenten.
Als voorafbeeldingen of gelijkenissen der zeven heilige Sacramenten kunnen verder gelden: de zeven korenaren, die aan éénen halm groeiden (II Mozes. XII: 22), de zeven lichten, die op den gouden kandelaar brandden, de zeven zuilen, waarop het huis der wijsheid gebouwd is (Spreekw. IX: 1), de zeven bazuinen, die het jubeljaar aankondigden, wanneer de kinderen Israëls het verloren erfdeel terug ontvingen; de zeven sterren in de rechterhand van den Zoon des Menschen (Openbaring I: 16); de zeven zegels, waarmede het hoek des levens gesloten was en die niemand openen kon dan alleen het Lam, de Zoon Gods.
Ook bij de boetvaardigheid, die den weg tot de genade opent, vinden wij telkens het beteekenisvolle zevental terug. Denken wij slechts aan de zeven boetpsalmen in tegenstelling met de zeven hoofdzonden en, gelijk reeds Origenes opmerkte, in overeenstemming met de zeven middelen, waardoor voornamelijk vergiffenis der zonden te bekomen is.
In het Oude Testament leest men dat Naäman de Syriër zich zevenmaal in de Jordaan moest wasschen om genezen te worden, dat de melaatsche, die gereinigd moest worden, zevenmaal besproeid, en het voorhangsel van het heiligdom en de bondsark zevenmaal met offerbloed moesten worden besprenkeld.
De oude boetcanons der Kerk schreven ter uitboeting van zware misdrijven eene zevenjarige boete voor.
Bij het ander genademiddel, het gebed, ontmoeten wij insgelijks het heilige zevental, en we1 op de eerste plaats in de zeven beden van het Onze Vader en in de zeven woorden des Zaligmakers aan het kruis Ja, de geheele genadestichting van Kristus, de Kerk Gods op aarde, wordt door den H Joannes aangeduid in de zeven kerken, aan welke hij zijne zendbriev[en] richtte. Zeven diakenen werden door de apostelen voor de eerste kristelijke gemeente gekozen.
Noemen wij ten slotte nog de zeven smarten en de zeven weeën van Maria, de zeven lichamelijke en de zeven geestelijke werken van barmhartigheid, de zeven hoofddeugden, de zeven hemelen, de zeven wijdingen, die tot het priesterschap voeren, - en het zal iedereen duidelijk zijn, dat het zevental in de goddelijke Openbaring, in godsdienst en Kerk als een bij uitnemendheid heilig getal, als het getal der genade geldt.
Ook buiten de kristelijke symboliek ontmoeten wij veelvuldig het getal zeven, bij voorbeeld in de zeven wijzen der oudheid, de zeven wonderen der wereld, de zeven kleuren van den regenboog, de zeven tonen der muziek, de zeven dagen der week, de zeven planeten enz. Wijl deze laatste volgens de sterrenwichelaars en waarzeggers het lot der menschen beheerschen, werd het getal zeven door het bijgeloof als een ongeluksgetal beschouwd.
Het cijfer acht is het eerste kubiekgetal (2 x 2 x 2) en reeds daarom, volgens de voorstelling der ouden, het zinnebeeld der eendracht, die macht maakt. Ook in de toonkuust vindt men dit denkbeeld, in den zin van overeenstemming terug. Het septime-accoord schijnt namelijk onvolkomen; eerst als de achtste toon wordt aangeslagen, ontstaat het volkomen accoord, de octave.
In de kristelijke symboliek is acht het getal der volkomenheid. Octava summa virlulem est, het achttal is het kort begrip van alle deugden, zegt de H. Ambrosius met het oog op de acht zaligheden, waarin Kristus de deugden van den volmaakten Kristen en hare vergelding aangaf.
De H. Schrift verhaalt dat acht menschen in de ark van Noë gered werden, en dat die acht menschen bestemd waren om de stam-ouders van een meer volkomen menschengeslacht te worden. De hoogste feestdagen werden reeds in het Oude Verbond gedurende acht dagen gevierd, en bij het Loofhuttenfeest was dit zelfs uitdrukkelijk voorgeschreven. Naar het voorbeeld van het Oude Testament het ook de kristelijke Kerk vastgesteld dat de hoogfeesten steeds met een octaaf zouden gevierd worden.
De kristelijke kunst bouwde reeds in de vroegste oudheid achtkantige kerken, en die vorm schijnt niet eenvoudig als eene rijkere ontwikkeling van den vierzijdigen grondvorm beschouwd te moeten worden; integendeel, men mag veeleer aannemen; dat de achthoek, die het kruis omsluit, de heerschappij van het Kristendom over de geheele wereld moest uitdrukken. Ook de ster, die de wijzen uit het Oosten voorlichtte, werd meestal achthoekig voorgesteld. Evenzoo had het kruis der Maltezer ridders, die tegen de ongeloovigen voor het Kristendom streden, acht punten.
Het getal negen was in den voorkristelijken tijd aan de Muzen gewijd. Men zag daarom ongaarne meer dan negen gasten aan tafel. In de kristelijke symboliek daarentegen heeft negen eene eigenaardige beteekenis als het quadraat van het heilige drietal en het getal der engelenkoren. Ook het gebed wordt veelal in overeenstemming met dit getal geregeld, inzonderheid bij de novene of negendaagsche oefening van godsvrucht.
Tien is het ronde getal als het grondtal van ons talstelsel. De H. Schrift spreekt van de tien plagen van Egypte, de tienden, die het eerst door Abraham aan Melchisedech werden opgebracht, en de tien geboden. Als de som der beide heilige getallen drie en zeven treft men het getal tien aan op de beide tafelen der wet, daar op de eene tafel de drie eerste geboden waren geschreven, die de plichten jegens God aangeven, terwijl op de andere de zeven overige geboden stonden, die de plichten jegens den naaste behelzen.
Elf is in de kristelijke symboliek slechts van ondergeschikte beteekenis. Dit getal herinnert aan de elf apostelen, die den Heer trouw bleven, en aan de elf duizend maagden, die, naar de legende verhaalt, als gezellinnen van de H. Ursula den marteldood stierven.
Eene grootere beteekenis daarentegen wordt aan het getal twaalf toegekend. Wij vinden dat getal terug in de twaalf maanden des jaars, in de twaalf teekens van den dierenriem, de twaalf stammen der Joden, de twaalf edelgesteenten op de borstplaat van den hoogepriester, de twaalf zonen van Jakob en de twaalf apostelen.
Kristus koos Zijne twaalf apostelen, opdat zij de voorafbeelding der twaalf oudvaders in vervulling zouden brengen; want evenals van de twaalf patriarchen het geheele volk van Israël afstamde, zoo moest ook het Kristendom, het ‘Israël naar den geest’, geestelijkerwijze van de apostelen afstammen.
Verder is het twaalftal, als ontstaan uit drie en vier, het cijfer van God en het cijfer der schepping, het merk van het Godmenschelijke. Aan de aposten wilde Jesus, de Godmensch, het geheele Godmenschelijke werk der verlossing overgeven, opdat zij het aan de menschheid zouden overdragen. Van daar dat de Kerk van het Nieuwe Verbond met volle recht de apostolische Kerk genoemd wordt.
Het zou ons te ver voeren, wanneer wij in het uiteen zetten van de symboliek der getallen nog hooger wilden opklimmen. Van de overige getallen willen wij ons alleen bepalen tot het getal veertig, dat menigmaal in de H. Schrift voorkomt.
Veertig dagen en veertig nachten regende het over de geheele aarde tot uitroeiing der zondaars; veertig dagen duurde het weeklagen van Israël over den dood van zijn stamvader Jakob; veertig dagen had Mozes God aanbeden, toen zijn aangezicht van een hemelschen glans begon te schitteren; veertig dagen hielden de boodschappers zich bezig met het bezichtigen van het beloofde land, veertig jaren moest het volk Gods in de woestijn omzwerven en even zooveel jaren om zijne zonden onder het juk der Philistijnen zuchten; veertig dagen vastte Elias, en na hem de Zaligmaker in de woestijn en gedurende veertig dagen wandelde de Heer na Zijne opstanding op aarde rond. De kristelijke Kerk heeft de veertigdaagsche vasten vóór het feest der Verrijzenis en het veertiguren-gebed voor het H. Sacrament.
Werpen wij een terugblik op al het hierboven medegedeelde, dan moeten wij zeggen, dat de mensch, zoo lang hij in raadselen op aarde omwandelt, slecht een zeer gebrekkig en onzeker inzicht heeft in de symboliek der getallen, gelijk die in het rijk Gods ongetwijfeld bestaat. Wat misschien toevallig en onbeduidend is, kan hij vatten, terwijl hij het groote en gewichtige zelfs niet gissen kan. Toch zal de onbevooroordeelde opmerker volmondig erkennen, dat t[e]n minste in de bovennatuurlijke orde de wijsheid Gods alles ‘met getal en maat geschikt’ heeft.