De messias der muzelmannen.
Het is bekend dat niet alleen de Joden een messias verwachten; bijna alle heidensche volken koesteren de verwachting dat er eenmaal een verlosser zal verschijnen, die het menschdom van alle ellenden en kwalen zal bevrijden, om een nieuw rijk van geluk en vrede te stichten; en dit alom verspreide denkbeeld is een vernieuwd bewijs, hoe zeer ook de meest barbaarsche volken doordrongen zijn van de waarheid, dat de mensch door de zonde van zijn oorspronkelijken gelukstaat vervallen is, en dat alleen de hulp van een bovennatuurlijken verlosser hem tot het volmaakt geluk kan terug voeren.
Minder bekend is het echter dat ook de Mohammedanen met godsdienstig verlangen de komst van een messias te gemoet zien. Toch blijkt dit uit al hunne heilige boeken, en wordt het door alle rechtgeloovige Muzelmannen als een geloofspunt aangenomen.
Die verwachte messias wordt in de heilige boeken aangeduid onder den naam van Moel-Saä, dat Meester van het uur, of volgens de duidelijker vertaling van den geleerden kommandant Richard Bekeerscher van het oogenblik beteekent.
In de volgende woorden kondigt de profeet Mohammed de komst van dien verlosser aan: ‘Er zal een man na mij komen,’ zegt hij in zijne Gesprekken. ‘Zijn naam zal aan den mijne gelijk zijn; die van zijn vader gelijk aan dien van mijn vader, en de naam zijner moeder gelijk aan dien der mijne. Hij zal op mij gelijken door zijn karakter, maar niet door de trekken van zijn gelaat. Hij zal de aarde met rechtvaardigheid vervullen.’
Deze woorden hebben de kracht van een geloofsartikel en de 220 millioen Muzelmannen, die een groot gedeelte van den aardbodem bevolken, verwachten derhalve, met de zekerheid eener voorspelling van hun profeet, de komst van den Rechtvaardigen Man.
De geheele godgeleerde wetenschap der Mohammedanen berust op den inhoud van drie zoogenaamde heilige boeken; den Koran, die de woorden bevat, welke God door den engel Gabriël aan Mohammed zou hebben meêgedeeld; den Hadit of de gesprekken van den profeet, door zijne gezellen, de Sahaba's opgeteekend, en den Sidi-Khelil, waarin de wet aangetoond, verklaard en uitgelegd is, en die dan ook als de voltooiing der beide andere boeken beschouwd wordt.
Hoewel nu door Mohammedaansche geleerden over den inhoud van die drie boeken tallooze andere boeken zijn geschreven, is wellicht geene enkele zinsneê uitvoeriger door hen behandeld dan juist het bovengenoemde woord van den profeet, dat door de Ulema's en wetgeleerden wel op verschillende wijzen wordt uitgelegd, maar altijd toch zoodanig dat de komst van een messias als eene van God geopenbaarde waarheid beschouwd wordt.
Vandaar die eigenaardige onverschilligheid der Turken en vooral der Arabieren voor de maatschappelijke orde van zaken, op welker bestendigheid zij nooit staat maken, daar zij elk oogenblik eene plotselinge omwenteling verwachten, die alle maatschappelijke verhoudingen eensklaps veranderen zal.
Vandaar ook die herhaalde opstanden en omwentelingen, die telkens in de Mohammedaansche landen, van Indië tot Marokko, uitbreken. Zoodra er slechts een man opstaat, die even als de profeet Mohammed-Ben-Abdallah verklaart te heeten, is aanstonds de bevolking gereed zich onder zijne vaan te scharen. Het aantal Moel-Saä's, die vooral sedert de fransche heerschappij in Noord-Afrika, de arabische stammen hebben meêgesleept en later valsche messiassen bleken, is niet meer te tellen. Wordt hun bedrog erkend, dan vernederen zij zich eenvoudig en zeggen: ‘Ik heb mij vergist. Allah had mij toch veel ingegeven. Ik ben dus slechts een eenvoudige tsaïr.’
Het woord tsaïr beteekent sterk en machtig en duidt een man aan, die een krachtige steun is voor den Islam. Zoo werden bij voorbeeld. Abd-el-Kader, Boe-Maza, Sidi-IIamza tsaïrs genoemd, en ook Arabi-Pasja gaat op het oogenblik voor een tsaïr door.
Overigens wemelt het tegenwoordig van tsaïrs in het geheele Oosten en vooral in Noord-Afrika. Die plotselinge verschijning van zooveel verdedigers des geloofs doet de Arabieren vertrouwen, dat het oogenblik nabij is, waarop de Moel-Saä vrede en gerechtigheid over de wereld zal doen heerschen.
Het rijk van den muzelmanschen messias zal echter kort van duur zijn; hij zal drie à vijf, hoogstens zeven jaren regeeren. Na hem - en hier vooral wordt de mohammedaansche legende verrassend - zal de Sidna-Aïssa, de naam waarmeê de Muzelmannen den Stichter van het Kristendom aanduiden, op de wereld verschijnen, om Moel-Saä, die slechts zijn voorlooper is, op te volgen. Nadat Hij alle volken der aarde tot de eenheid des geloofs gebracht zal hebben, zal Hij te Mekka gaan sterven, waar God Hem weêr in zijnen schoot zal opnemen.
Op dit oogenblik wordt vooral in Noord-